Mooie combinatie van de werkelijkheid en de fantasiewereld
Trubbel de Tol – Reggie Naus – Illustraties Kees de Boer – Ploegsma – 104 blz.
Na het overlijden van zijn moeder verhuist Pepijn met zijn vader en zus Sanne naar een huisje in het bos. Met tegenzin. Vooral Sanne was liever in de stad bij haar vriendinnen gebleven. Maar hun vader wil als boswachter aan het werk in het Nevelwoud.
Pepijn ontdekt dat de vuilnisbak ’s nachts leeggegeten wordt. Hij wil weten wat voor beest dat doet en wil het op heterdaad betrappen.
“Ik ben Trubbel, zoon van Olle, zoon van Grubbel, zoon van Lasse, zoon van Grendel.” En nee, Trubbel is zeker géén dier. Hij is een beetje beledigd dat Pepijn hem zo noemt. Nee, echt niet, Trubbel is een trol.
Trubbels grootvader Grubbel is dol op mensenvlees. Hij vangt Pepijns vader, vergeet de trollenwet die zegt dat trollen geen mensen meer mogen eten en pakt zijn Mensbeestenkookboek. Pepijn, Sanne en Trubbel doen er alles aan om de boswachter te redden.
Heerlijk griezelen!
Trollen bestaan niet, dat weet iedereen. Of toch? Want Reggie Naus combineert de echte wereld met een fantasiewereld op zo een natuurlijke wijze dat hij je een beetje aan het twijfelen brengt. En dat je jezelf toch eventjes afvraagt of die rotsen in het bos, die wij beschouwen als oude hunebedden, niet toch versteende oude trollen zijn?
Naus’ dialogen leven, waardoor het een heel fijn verhaal is om voor te lezen. Daarnaast is zijn humor een geschenk. Trubbel spreekt veel talen, zoals de taal van de vossen en andere dieren in het bos, maar maakt ook vaak hele grappige versprekingen.
Het overlijden van de moeder van Pepijn en Sanne is een gegeven. Het gemis wordt niet uitgediept, behalve op het moment dat Trubbel vertelt dat zijn ouders altijd bij hem zijn, in zijn hart. Die gedachte helpt Pepijn en Sanne bij de verwerking van hun verdriet.
De auteur heeft nieuwe boeken over Trubbel beloofd, wie weet wat Trubbel, Pepijn en Sanne nog samen gaan beleven.