Op boeken werd niet bezuinigd
Esther Kreukniet (Rotterdam 1969) deed het VWO aan RSG Brielle en studeerde daarna bedrijfskunde op Business School Lausanne, haalde een MBA in Marketing & Finance en werkte zes jaar als marketing manager bij Profile Tyrecenter Excelsior. Na de verkoop van het bedrijf in 2002 gooide ze het roer om en volgde haar hart; ze werd schrijfster. Haar debuutroman Beau Ravage verkocht meer dan 10.000 exemplaren. Ondertussen werkte ze als freelance journaliste voor diverse (dames)bladen en kranten, twee jaar later schreef ze Facade en in 2011 werd Carte Blanche verkozen tot het ultieme zomerboek (Margriet).
In 2002 begon ze voor zichzelf met haar communicatie adviesbureau Next Communicatie dat het midden- en kleinbedrijf regio Rotterdam adviseert op het gebied van communicatie, public relations en marketingstrategie. In 2012 was ze werkzaam bij Deloitte Innovation als senior content consultant. Ze geeft ze al jaren workshops schrijven in regio Rotterdam.
Esther is dol op fashion, mensen, mooie dingen, praten, lezen, interieurs, tijdschriften, weekends, wijntjes, reizen, skiën, haar familie en haar zoontje Bo en houdt vooral niet van jaloerse mensen, gezeur of vooroordelen. Als Rotterdamse stroopt ze vaak de mouwen op en houdt ze van die vreselijke Rotterdamse humor.
Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel gelezen?
Ik kom uit een echt ondernemersgezin waar het altijd druk en gezellig was. Mijn vader had een grote zaak in Rotterdam, ik had twee broers die op hun beurt weer veel vrienden mee brachten en we woonden in een vrijstaand huis midden in de natuur van Rockanje. We hadden kippen, geiten, pauwen, paarden en pony’s, het was echt een ideale jeugd die zich afspeelde buiten in de natuur. Je kunt je wel voorstellen dat er altijd reuring was – een lange eettafel met mensen en kinderen en het gesprek ging vaak over de zaak, politiek en de economie. Ik zat daar als stil, jong meisje bij en zoog alles op als een spons. Ik had niet veel vriendinnetjes maar dat vond ik prima, ik vermaakte mezelf graag in mijn eigen fantasiewereldje. Verzon hele verhalen met mijn poppen en barbies en schreef schriften vol. Die verhaaltjes waren pure fantasie: ik beeldde me in dat ik een weesmeisje was in dat geadopteerd was door Diana Ross en in het achtergrond koortje bij Michael Jackson meedeed en in het weekend naar zijn sprookjeshuis in Neverland ging. Echt Tina sprookjesniveau. Mijn moeder had Ă©Ă©n stelregel: op boeken bespaarde ze niet en ze stimuleerde mij en mijn broers veel te lezen. Mijn moeder leest nog ontzettend veel en ze is heel breed georiĂ«nteerd, waardoor ze veel kennis heeft. Ze nam me regelmatig mee naar een klein boekwinkeltje in Oostvoorne en dan mocht ik een boekje uitzoeken. Ik herinner me nog zo goed dat de eigenaresse van dat boekwinkeltje zo bevlogen kon vertellen over een boek en dat heeft de basis gelegd voor mijn liefde voor lezen en schrijven. Ik droomde er toen al van om schrijfster te worden en boekjes te maken met een gouden randje.
Wanneer schreef je je eerste verhaaltje of gedicht en waar ging het over?
Mijn allereerste verhaaltje ging over een meisje met haar pony en dat haar jaloerse vriendinnen een spijker onder haar zadel hadden gelegd waardoor ze de wedstrijd verloor. Als wraak oefende ze zo goed en kon ze met haar pony praten en wonnen ze het Nederlands Kampioenschap Dubbel Z. De prins van Italië had haar gezien en nodigde haar uit op zijn kasteel in Florence en ze werden verliefd natuurlijk.
Je schrijft thrillers en geluksboeken. Eerst even over de thrillers. Waarom dat genre?
Thrillers vind ik een heerlijk genre; ik houd van die onderhuidse spanning en het nagelbijtende element waardoor je blijft lezen. De psyche van de mens boeit me mateloos en ik wil altijd weten waarom mensen de dingen doen die ze doen. Ik vind het heerlijk om me te verliezen en in een andere wereld te duiken – zowel als lezer, als schrijfster. En het genre thrillers is breed: het moet ook niet te gruwelijk zijn, maar wel lekker spannend, eigenlijk wil ik altijd een boek lezen dat je niet weg kunt leggen en waarin je met de hoofdpersonages meeleeft.
Belangrijk bij een thriller is een plot en een afwikkeling die de lezers verrast. Er zijn al zoveel thrillers geschreven. Vind je het lastig om een plot te bedenken?
Heel lastig. Plotgedreven boeken zijn soms meesterlijk en je probeert altijd de lezer te verassen. Niet alleen met het plot maar natuurlijk ook in de opbouw ervan. Het is een schaakspel, stukje bij beetje vertel je een verhaal en leg je verbanden bloot, totdat je met een feit de hoek om komt zeilen dat niemand ziet aankomen, dat is de kunst. Erg moeilijk, maar het is aan de schrijver om origineel te zijn, dat is hij zijn lezers verplicht. Daarom geloof ik ook niet in schrijvers of schrijfsters die elk jaar een boek op de markt brengen, dan is het plot vaak dunnetjes. En hoe meer je aan een verhaal werkt, hoe meer diepere lagen je er in aan kunt brengen en hoe meer verrassende elementen je er aan toe kunt voegen met subplotten die de lezer blijven boeien. Zelf probeer ik altijd de personages een zekere bewustwording aan te meten waardoor de fantasie van de lezers wordt geprikkeld. Ik vind dat als iemand de moeite neemt jouw boek te kiezen, te kopen of te huren en te lezen, dat ze ook waar voor hun geld mogen verwachten en dat je kwaliteit levert.
De geluksboekjes zijn non-fictie. Je hebt er nu vier geschreven. Komen er nog meer? Wat maakt jou gelukkig?
De geluksboekjes zijn eigenlijk uit nood geboren. Ik lees veel en kon niet zo goed het ultieme boek vinden waar alles in stond dat voor me werkte. Bepaalde dingen van Eckhart Tolle combineerde ik met de Secret of Oprah, ik scheurde artikelen uit de Happiness en Flow en voor mijn beroep als journaliste interview ik veel belezen mensen. Al die wijsheden en inzichten verzamelde ik, totdat ik er besloot iets mee te doen. Na een mindere periode in mijn leven schreef ik Pluk je Geluk – aan de hand van tien hoofdstukken die de basis voor mijn geluk legden, een soort survival gids om mijn leven op de rit te krijgen. Daarna had ik zo de smaak te pakken dat ik in het ieder nieuw jaar op 1 januari een nieuw geluksboekje begon: Fix je geluk. In drie maanden wilde ik een aantal dingen bereiken en in combinatie met de juiste voeding, beweging, mindfullness en inzichten maakte ik een soort receptenboekje om het beste uit het leven te halen. Ik gaf die boekjes door aan mensen die het op dat moment nodig hadden en zo begon het als een olievlek te verspreiden. Ik heb het nooit aan een uitgever aangeboden, ik print het gewoon in eigen beheer en verdien er weinig aan omdat ik geloof dat geluk voor iedereen toegankelijk moet zijn.
Wat mij zelf gelukkig maakt is mijn heerlijke leven. Ik mag doen waar mijn hart ligt, mensen lezen mijn stukken graag, ik woon buiten in de natuur, heb een fantastisch kind en een geweldige partner, mijn familie en vrienden zijn allemaal gezond en gelukkig – ik voel me een bevoorrecht mens. En ik besef dat des te meer omdat ik ongeveer acht jaar geleden ook in een diep dal heb gezeten en het niet meer zag zitten, maar door hard te werken en jezelf het licht te gunnen, te geloven en lief te hebben, weet ik nu dat je dingen kunt veranderen in het leven. Dat geef ik graag door.
Schrijf je thuis of heb je een werkplek buiten de deur?
Ik schrijf thuis. Boven heb ik een kleine kamer waar ik een leeg bureau heb staan en een oude dinosaurus van een computer. Geen mail, geen internet, alleen maar ruimte om me heen. Daar ga ik naar toe als het rustig is in huis en daar stroomt het vanzelf. Ook heb ik altijd een schriftje bij me om scènes of dialogen op te schrijven. Tussen de bedrijven door, in de auto of tijdens mijn werk zijn er continue aanhoudende gedachten in mijn hoofd die ik dan beter even op kan schrijven. Ik loop over van de ideeën en stemmen in mijn hoofd – ik heb eerder te veel inspiratie dan te weinig en ik ga soms hardlopen of fietsen in de natuur om alle gedachten op een rijtje te krijgen.
Heb je het verhaal voor een boek van tevoren helder in je hoofd of ontstaat dat pas tijdens het schrijfproces
Ik werk inderdaad volgens een story board, ik schrijf altijd de ideeën van te voren uit, eerst de kapstok en de rode draad of de verhaallijn op twee A4-tjes en dan werk ik het hoofdstuk voor hoofdstuk uit. Met een begin, midden en einde. Zo weet ik precies waar wat gebeurt en kan ik de chronologische volgorde goed uitdenken. Omdat ik minimaal twee jaar aan een verhaal werk, verandert er nogal eens iets of heb ik een ander idee of een nieuw subplot en dan kan ik weer helemaal opnieuw beginnen, maar dat hoort erbij. Meestal herschrijf, schraap en schrap ik een verhaal wel vijf tot zes keer voordat ik het inlever.
Je bent overgestapt van uitgeverij Boekerij/Meulenhoff naar The House of Books. Wat is daarvoor de reden?
Heel simpel: bij de Boekerij gingen ze met minder Nederlandse auteurs werken en namen ze afscheid van me. Zo gaat dat nu eenmaal: je bent zo goed als je laatste boek verkoopcijfers. En de boekenwereld is in tijden van crisis nu eenmaal enorm veranderd, dus je moet met je tijd mee en soms wisselen, dat verruimt de geest. Mijn geluk was dat hoofdredactrice Ilonka Reijntjens op mijn pad kwam en met me in gesprek wilde gaan. Ze vroeg me of ik verder wilde in het genre thrillers, want ze zag mogelijkheden. Godzijdank heeft ze me destijds de goede kant opgestuurd, want dit is precies wat bij me past en het genre wat de lezers waarderen. Ze stuwt me tot grote hoogte en laat me net even verder gaan dan ik aanvankelijk durfde.
Welke schrijvers hebben je beĂŻnvloed?
Heel vroeger was Jacky Collins mijn absolute idool, heel erg, maar ik vond dat prachtig! En Judith Kranz, ik was nog jong en droomde van een rijk leven waarin alles mogelijk was. Nu verslind ik ook Nederlandse schrijfsters- ik vind ze steengoed. Amerikaanse en Canadese schrijfsters lees ik nog heel graag, evenals Britse schrijfsters en schrijvers. Chevy Stevens, Lisa Gardner, Karen Rose, Tess Gerritsen, Karin Slaughter, Camilla Lackberg, Nicci French en natuurlijk mijn grote favoriet J.K Rowling – de moeder der fantasie!
Wil je vijf boeken/schrijvers noemen die je zeer aanspreken?
Dat zijn er zoveel… Zelfs een kleine selectie zijn al zeven boeken die regelmatig opensla om te genieten van het mooie taalgebruik en schrijfstijl die ik graag me jullie wil delen…
Rovert H. Schuller – Hours of Power: inspiratie en motivatie voor elke dag
Susan Smit – Elena’s Vlucht
Paolo Coelho – 11 minuten
Chevy Stevens – Ik zie alles
Khaled Hoesseini – Duizend schitterende zonnen
Patrick Süskind – le Parfum
Benoîte Groult – Zout op mijn huid
Hier kun je nog iets zeggen wat je kwijt wilt.
Ik hoop dat mensen in elk boek iets moois kunnen vinden dat hun leven verrijkt. Een nieuw inzicht, een troostrijke gedachte, een blij gevoel of juist een bepaalde realiteit die ze eerder niet inzagen. Ik hoop dat jonge mensen blijven lezen, want lezen verrijkt je geest, verdiept tradities en legt historische waarden en verbanden waar je zelf in je leven op terug kunt vallen. Ik ben geen evangelist maar ik gun wel iedereen de rijkdom en het geloof, de hoop en de liefde die in de literatuur beschreven staat.
Vragen: Pieter Feller
Dank voor je mooie interview en dat ik de ruimte kreeg om uitleg te geven over mijn boek en leven…. Hopelijk zet het mensen aan tot het lezen van boeken en de verrijking ervan – veel succes met de site – ik blijf jullie volgen :))