Zoete en zure lekkernijen in een potje
Jam en zuur – Philippine van der Goes – Carrera Culinair – 223 blz.
Een paar jaar geleden bracht mijn moeder mij een doos vol weckpotten, nadat ik haar vertelde dat we een moestuin hadden aangelegd. De enigen die zich echter tegoed deden aan mijn fruit en groenten waren de rupsen en slakken. De potten verdwenen naar de zolder en dat was dat. Tot dit boek verscheen. Al bladerend dacht ik terug aan de zomermiddagen waarop wij, gewapend met lege mayonaise-emmers, de plaatselijke bramenstruiken te lijf gingen. Tussen de spinnen en stekels plukten we met twee families tegelijk de prachtigste bessen. Thuis maakte mijn moeder er dan een heerlijke jam van. Die lukte altijd. Ik kan me nog de smaak herinneren. Het was de beste jam ooit.
Vol enthousiasme ging ik aan de slag met dit boek. Samen met mijn dochters zocht ik de lekkerste jamrecepten uit. (Dat was bijna alles, vonden ze) en vol goede moed ging ik aan de slag. Potjes uitkoken, fruit snijden en – hup – in de pan! Toch bleek het niet zo eenvoudig als gedacht. Als eerste ging ik aan de slag met een halve kilo aardbeien. Ik verheugde me op een heerlijke, zelfgemaakte aardbeienjam. Misschien had er een bel moeten gaan rinkelen toen ik de potten vulde: er bleek slechts één pot gevuld te kunnen worden in plaats van twee. Toen ik de volgende ochtend de jam op mijn brood wilde smeren, was het één harde, onsmeerbare bonk. Ik haalde nieuw fruit, sappige peren, en begon opnieuw. Dit keer zou ik beter lezen en *ahum* gewoon doen wat het boek zegt en jawel, de jam lukte! Jee, wat is dat leuk om je zelfgemaakte jam op je boterham te kunnen smeren. Mijn dochters krijgen nu al twee weken elke ochtend onze eigen jam mee naar school en dat voelt, moet ik toegeven, heel erg leuk! Bovendien smaakt de jam overheerlijk. Inmiddels staan er nog meer potten te wachten om gevuld te worden. Het is echt heel erg aanstekelijk om die vrolijke potten op je plank te zien staan, dan wil je er nog veel meer maken. Ik kan niet wachten tot de kersen en appels aan mijn boom eindelijk rijp zijn.
Van het inmaken van groenten had ik eerlijk gezegd helemaal geen verstand. Ik wist ook niet goed wat je ermee moet. Maar wanneer je in dit boek naar foto’s kijkt van bijvoorbeeld rode uienrelish, dan ziet dat er heel smakelijk uit. Binnenkort moet ik toch maar eens aan de slag met groenten, maar eerst meer potjes verzamelen! Wat ook heel leuk is: in het boek staan meerdere groentejams, zoals gele bietenjam of jam van wortels met kardemom en sinaasappels. Maar je kan ook zure dingen maken van zoete dingen, zoals frambozenazijn. Dat heb ik nog niet geprobeerd, en de frambozen aan mijn struiken zijn nog niet rijp, maar ze schrijft dat de frambozenazijn lekker smaakt bij een salade van rucola, perzik, mozarella en parmaham en dat klinkt behoorlijk lekker!
Het boek oogt heel fris en vrolijk. De schrijfster heeft de recepten op kleur ingedeeld. Aan het begin en eind van het boek vind je etiketten die je kan kopiëren en printen om op je potten te plakken. Bij elk recept vertelt ze leuke weetjes en handige tips. De passie voor het inmaken spat van de bladzijden en werkt aanstekelijk. Zo noemt de schrijfster het zelf “geluk in een potje” en ik denk dat ik me daar ook wel in kan vinden. Het heeft absoluut iets om je zelfgemaakte producten op een rij op de plank te zien staan, met al die vrolijke etiketjes erop. Het enige wat ik mis – als ik al iets mis in dit uitgebreide boek – zijn recepten voor jam met minder suiker of suikervervangers. Er staat behoorlijk veel lekkers in en combinaties die me nieuwsgierig maken. Ik ben denk ik nog wel even zoet met dit boek. Zoet én zuur.