Bijzondere gerechtelijke dwaling
De uitvaartverzorger – Gerard Spong – Balans – 368 blz.
Gerard Spong is al meer dan veertig jaar werkzaam als strafadvocaat en vooral gespecialiseerd in cassatiezaken. Vorige titels die hij heeft geschreven zijn De breuk, Leugens om bestwil en De hypocrisie van de achterdeur.
Wat mij als eerste opviel toen ik het boek ontving van de uitgever, was dat ik al een tweede druk in handen had, terwijl het boek nog maar net uit was. Een populaire man, deze Gerard Spong!
Ik kende hem al van de tv, voornamelijk van zijn optredens in de programma’s van Peter R. de Vries. Daar won hij al diverse prijzen als beste strafpleiter van Nederland. Maar hoe doet hij het als auteur van spannende (rechtbank)verhalen?
Op de voorkant van het boek staat vermeld: “Advocaat Charles Fitzroy Spinning is terug!” Dit deed mij vermoeden dat het hier om een zeer spannende rechtbank thriller zou gaan. Het eerste boek waar Spinning in voorkwam – De breuk – had ik niet gelezen, dus ik was zeer benieuwd.
Het boek leest echter niet als een spannende crimi, maar meer als een verslaggeving van wat er allemaal gebeurt in een rechtszaal. Betekent dit dat het een slecht en saai boek is? Allerminst!
Het verhaal:
Ralph ziet tot zijn schrik dat zijn auto, geparkeerd aan de Govert van Wijnkade in Maassluis, met daarin zijn ex-vrouw Marie het water in rijdt. Hij raakt in paniek en Marie glijdt haar verdrinkingsdood tegemoet. Politie en justitie vermoeden dat Ralph met opzet zijn auto te water heeft gelaten en hij wordt in eerste instantie dan ook veroordeeld voor moord. Maar daar komt advocaat Charles Fitzroy Spinning om de hoek kijken. Stukje bij beetje houdt hij al het bewijsmateriaal tegen het licht. Is het opzet, of toch een stom ongeluk?
Spong heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat Spinning zijn alter ego is. Het boek heeft fictieve elementen, maar alles wat Spinning doet en zegt in het boek, is daadwerkelijk gebeurd.
Spong is een man met droge humor:
“Ralph zal er deze avond urenlang verblijven. Van Roermond houdt intussen toezicht op hem en geeft hem wat koffie. Of dat een geschikt kalmeringsmiddel is, valt te betwijfelen. Koffie uit een overheidsautomaat, daar wordt geen mens vrolijk van. Maar het is beter dan niets.”
Ook wil hij af en toe met feiten strooien die hem –als advocaat- enorm storen.
“Merkwaardig genoeg zijn er voor deze juridische fabriek maar 45 parkeerplaatsen. En advocaten mogen hiervan geen gebruik maken. Die worden geacht op straat te parkeren, waar de maximale parkeertijd twee uur is. Al jaren bestaat daardoor de potsierlijke praktijk dat zittingen voor een minuut of tien moeten worden geschorst, zodat de gemeentelijke parkeerdienst met een paar euro’s verblijd kan worden. Dat kost de staat echter elke keer honderden euro’s. Den Haag heeft een bijzondere eigen charme en flair, maar hier en daar zou een vleugje Rotterdamse aanpak de stad geen kwaad doen.”
Het boek leest gemakkelijk en het verhaal is goed te volgen. Sommige passages zijn een beetje technisch van aard en af en toe komen er herhalingen in voor, aangezien deze zaak zowel voor de rechtbank, als voor het Hof en de Hoge Raad is geweest. Spong heeft veel juridische abracadabra goed uitgelegd, zoals het verschil in Rechtbank, Hof en Hoge Raad en wat een cassatieprocedure precies inhoudt.
Ondanks enkele stijlfouten – het perspectief wil in één passage nog wel eens heen en weer springen – is het een boek met een bijzonder verhaal. Ik zou het wel leuker vinden als in een volgend deel Spinning het verhaal zelf vertelt, alsof het een echte crimi is.