Hoe de laatste dagen voorbijgaan
Het uur van het violet, grote schrijvers in hun laatste dagen – Katie Roiphe – Hollands Diep – 300 blz.
Tussen een voorwoord dat gaat over Roiphe’s jeugd en de ziekte die haar trof, waarbij een halve long werd weggenomen en een nagesprek met de nog levende bijna negentigjarige schrijver James Salter staan vijf, wat je zou kunnen noemen, doodsbiografieën. De laatste dagen van en de gedachten over de dood en sterven van Susan Sontag, Sigmund Freud, John Updike, Dylan Thomas en Maurice Sendak worden in zo’n 50 tot 60 pagina’s beschreven. Roiphe las het werk van vijf bovengenoemde personen en ze interviewde nabestaanden of ploos medische dossiers uit om de laatste dagen van hen op papier te krijgen. Dit levert een bont palet op van de wijzen waarop mensen hun dood tegemoet treden.
Het is een pré als je wat van de besproken personen weet of iets van ze gelezen hebt, maar nodig is het niet. Ik had het prettig gevonden als de hoofdstukken begonnen waren met een korte biografie, zodat je als lezer vooraf iets meer weet. Roiphe begint nu telkens met de maand waarin de personen gestorven zijn. Susan Sontag (1933 – 2004) was heel politiek geëngageerd. Ze schreef essays en romans. Drie keer kreeg ze kanker, in 1998 baarmoederhalskanker, in 2000 borstkanker en in 2004 leukemie, waaraan ze uiteindelijk zou overlijden. Omdat ze twee keer kanker had overwonnen, kon ze maar niet aannemen dat haar dat de derde keer niet zou lukken. Hoewel haar situatie uitzichtloos was, onderging ze toch nog zware behandelingen. Voor haar naasten was het onmogelijk om met haar over haar sterven te spreken. Tot op de laatste dag moesten ze met haar meegaan in de leugen dat ze zou herstellen.
Sigmund Freud (1856 – 1939) leed al jaren aan kanker in de keel en mondholte, maar weigerde te stoppen met het roken van twintig sigaren per dag. Zonder dat genot had het leven geen zin, vond hij. Hij trok zich niets aan van de adviezen van de dokters en leed veel pijn. Ondanks dat, wilde hij geen zware pijnstillers, want hij wilde niet dat zijn geest vertroebelde.
John Updike (1932 – 2009) schreef korte verhalen en romans, zijn bekendste werk is de Rabbit serie. Zijn thema’s waren seksualiteit en de dood. Hij stierf aan longkanker. Updike was bang voor de dood en probeerde die angst uit te bannen door overspel te plegen, dit thema komt ook in zijn boeken voor. Hoewel Updike in zijn boeken meerdere keren schreef over sterven waarbij zijn hoofdpersonen afscheid namen van hun nabestaanden, kon hij dat zelf niet. In het ziekenhuis was hij een aangename gastheer, maar praten over zaken waar anderen nog vragen over hadden, wilde hij niet.
Dylan Thomas (1914 – 1953) is een wereldberoemde dichter uit Wales. Hij was zeer populair in de Verenigde Staten. Meermalen ging hij er op tournee en sprak er voor zalen van duizend man of meer. Thomas was net als zijn vrouw Caitlin een alcoholist. Hij sprak vaak over zijn dood en dacht niet lang te leven. Hij was dan ook verbaasd dat hij de dertig haalde. Tijdens een tournee door de VS dronk hij op een dag, naar eigen zeggen, achttien glazen whisky, hij belandde op zijn hotelkamer in een coma en overleed enige dagen later in een ziekenhuis in New York. De precieze doodsoorzaak is nooit vastgesteld. Hij dronk altijd veel, dus die achttien glazen zouden niet fataal geweest hoeven zijn. Roiphie zegt er dit over: “Het ware mysterie van de laatste dagen van Thomas is echter niet zozeer de precieze medische oorzaak van zijn coma, maar hoe zijn buitensporige angst voor de dood plaatsmaakt voor een smachtend verlangen naar de dood.”
Maurice Sendak (1928 -2012) was een Amerikaans schrijver en illustrator van kinderboeken. Hij had een zeer moeilijke Joodse jeugd met een liefdeloze moeder en worstelde met zijn homoseksualiteit, waarvoor hij pas heel laat uit de kast kwam. De sporen van die jeugd zijn terug te vinden in zijn boeken. Op zijn negenenveertigste kreeg hij een hartaanval. Ook die ervaring verwerkte hij in zijn verhalen. Bekend is hij geworden met o.a. door Max en de Maximonsters. Op 83-jarige leeftijd kreeg hij een beroerte, waar hij gedeeltelijk van herstelde. Hij had toen al heel wat sterfgevallen meegemaakt en tekende zowel zijn vader als zijn broer op het sterfbed. Toen er bij Sendak nog een beroerte overheen kwam, werd die hem fataal. Sendak die tijdens zijn leven veel angst had voor de dood stierf vredig. Lynn, de vrouw die hem het grootste deel van zijn leven verzorgde, was bij hem toen hij stierf.
“Lynn was verbaasd over de vredige uitdrukking op zijn gezicht. Dood leek hij meer op zijn gemak dan tijdens zijn leven. Er was iets gebeurd. Er was iets veranderd. Maar wie zou hem tekenen?”
Het uur van het violet laat zien dat het onvoorspelbaar het is hoe iemand zal sterven. Mensen met angst voor de dood gaan vredig heen en anderen verzetten zich hevig. Er is geen goede manier van sterven en vaak is er geen keus en slaat de dood onverwacht toe. We gaan allemaal, dat staat vast. De geïnterviewde schrijver James Salter (89) denkt niet elke dag aan de dood. Hij is bezig met leven en schrijven, dat zijn dingen die hij wil doen. De dood komt vanzelf, daar hoef je geen moeite voor te doen.