“Je vindt onder boeken nieuwe vrienden voor het leven”

Annelies Jorna (Bussum, 30 juli 1951) zit dit jaar vijftig jaar in het vak. Na haar middelbare schooltijd ging ze een jaar naar Londen. Ze volgde de cursus Literature & Belief aan de London University, haar onderwerp was Thomas Hardy. Ze had toen al eigen werk gepubliceerd, er waren twee jongerenromans uitgekomen. Bij terugkomst in Nederland nam ze een redactiebaan aan, omdat ze niet wist wat en of ze wilde gaan studeren, en of ze door wilde gaan met schrijven.
Geen specifieke vertaalopleiding gevolgd dus: de ontwikkeling kwam vanuit lezen, schrijven, redactiewerk en een uitgever die op een dag een boek op haar bureau legde en zei: ‘Ga jij dit maar vertalen, dat kun je best.’ Dat boek was Tarantula van Bob Dylan. En meteen hoogtepunt één in haar vertaalloopbaan, want het onvermoede begin.

Andere hoogtepunten zijn Griffels, Zoenen, Vlag en Wimpels en de Dioraphte Literatourprijs voor vertaald werk, drie keer IBBY-honours en in 2005 de Martinus Nijhoff Prijs voor haar hele oeuvre – dat nog altijd groeit.

Welke opleiding heb je gevolgd?

Toen ik al kinderen had en in de provincie Groningen (later nog in Stad) woonde, ben ik alsnog Engels (en onderwijskunde) gaan studeren, maar de praktijk is voor mij altijd de belangrijkste en altijd doorgaande leerschool gebleken. Zo ben ik ook nog een tijd redactielid geweest van het literatuurmagazine ‘Tikker’ van Wolters-Noordhof, voor de onderbouw van middelbare scholen. Ik heb zeker in de eerste twintig, dertig jaar het geluk gehad met heel goede tekstredacteuren te werken.

Is vertaler Engels – Nederlands een fulltime baan of doe je er nog dingen naast?

Tegenwoordig is vertaler Engels/Amerikaans-Nederlands een fulltime bezigheid. Workshops voor studenten literair vertalen reken ik daar ook onder, net als soms een mentoraat voor beginnende vertalers, lezingen over het werk en af en toe het beoordelen van andermans vertalingen voor het Letterenfonds. Ik heb er in de loop van de jaren wel altijd van alles bij gedaan, schrijven natuurlijk, lesgeven, redacteurschap, bestuursfuncties, o! en kinderen grootbrengen niet te vergeten. Het komt door mijn eigen kinderen dat ik me destijds steeds meer in de kinder- en jeugdboeken ben gaan verdiepen, die als vertaler mijn specialisme zijn geworden.

Vind je dat de zichtbaarheid van vertalers groter moet zijn dan zij nu is en waarom?

Het is nuttig en noodzakelijk dat vertalers zichtbaar zijn als de Nederlandstalige co-auteur van een buitenlandse auteur. De Nederlandstalige lezer leest niet de auteur, maar de vertaler die in een andere taal een nieuw werk creëert, overigens altijd onder regie van de auteur. Het is een ondergewaardeerd en slecht gehonoreerd beroep, zodat zichtbaarheid en naamsbekendheid bijdragen aan de waardering, positie én honorering van vertalers.

Wat kunnen vertalers, uitgevers en recensenten doen om de zichtbaarheid te vergroten?

Vertalers kunnen door optredens zoals lezingen en publicaties over hun werk hun zichtbaarheid vergroten. Uitgevers en recensenten kunnen dat doen door de vertalers minstens te vermelden. Vertalers hoeven niet per se op het omslag van een boek te staan, maar toch zeker wel op de titelpagina van een uitgave. Ook in reclame- en promotiemateriaal van de uitgeverij – en op de social media – horen uitgevers de naam van de vertaler te vermelden.

Wat is je werkwijze bij het vertalen van een boek voor volwassenen?

Het vertalen van een boek voor volwassenen gaat wat mij betreft niet per se anders in het werk dan het vertalen van een kinder- of adolescentenboek. Als de auteur niet door de knieën gaat, doe ik het ook niet, en de interessantste auteurs hebben lak aan de vermeende grenzen van een genre. Wél hou ik meer rekening met realia, cultuurverschillen, woordkeus, en smokkel ik soms een verklarend zinnetje de lopende tekst in. Mijn motto is: je mag altijd weten dat een boek van elders komt, graag zelfs, maar de oorspronkelijke taal mag nooit door het Nederlands heen huilen. Dat geldt voor alle genres en leeftijden. Woordspelingen en -grappen zijn heerlijk om te vertalen, daar gaan alle registers van de vindingrijkheid open, omdat ze meestal op het eerste gezicht onvertaalbaar zijn en je er uiteindelijk altijd een natuurlijke draai aan kunt geven waardoor de bedoeling behouden blijft

Een kinderboek vertalen lijkt me lastiger. Is het vooral bij een prentenboek niet herschrijven?

Prentenboeken worden helemaal opnieuw verteld, hier wordt van a tot z rekening gehouden met de doelgroep en ik vertaal naar de kleintjes toe: er zit een onzichtbaar – en soms zichtbaar – kind op schoot dat ik de nieuwe tekst voorlees. Dat zijn feestjes van eigen creativiteit. Eigenlijk blijft daar amper een woord heel van de oorspronkelijke tekst. Sprankelende woorden gebruik ik dan graag, zonder het te moeilijk te maken. Namen en plaatsen worden zo nodig ook vernederlandst, om dicht bij onze kleuters en peuters te blijven.

Heb je tijdens het vertalen contact met een schrijver? Zo ja, hoe verloopt dat?

Met een aantal auteurs heb ik contact tijdens het vertalen als er onduidelijkheden of broodnodige opmerkingen zijn. Door Google en Google Maps zijn er tegenwoordig minder grijze gebieden dan vroeger. Veel auteurs stellen contact met hun vertalers trouwens erg op prijs, het geeft ze het vertrouwen dat er niet met hun werk gesold wordt.

Wat doe je als je even vastloopt in een vertaling en dan bedoel ik niet een woord of een zin, maar bijvoorbeeld een alinea die je niet in je greep krijgt?

Als ik vastloop in een vertaling zet ik een lastige alinea, zin, grap of gedicht eerst in het Engels in mijn werk. Het ei van Columbus wordt meestal gevonden terwijl ik iets heel anders doe, of er niet eens bewust aan denk, of ’s nachts wakker schrik: dat is het!, want vertalen gaat kennelijk altijd door… Ook komen oplossingen spontaan opzetten in volgende versies van de vertaling, omdat ik me tegen die tijd het boek, de ziel en de onderstromen van het verhaal eigen heb gemaakt en de personages door en door ken. Ze zijn tijdens het werk mijn onzichtbare huisgenoten, zeg ik vaak.

Weigerde je wel eens een boek, omdat het genre of de inhoud je niet aansprak?

Nu ga je uit van een luxeprobleem dat in ieder geval voor mij niet bestaat: een constant groot werkaanbod. Ik heb alleen boeken geweigerd áls ik het te druk had, of wanneer er een matig contract bij hoorde, zonder de voorwaarden van het modelcontract, met een te lage woordprijs en overdracht van rechten. Zo heb ik ooit de eerste Stravaganza van Mary Hoffman geweigerd omdat ook Zwart Paard van Marcus Sedgwick werd aangeboden, dat ik als vertaler veel interessanter en creatiever vond, een bijzonder boek. Uiteindelijk heeft dát niet veel gedaan in de lage landen. De uitgeefster belde later terug en vroeg of ik Stravaganza toch wilde doen, omdat het ‘redigerend’ vertaald moest worden en ze dat echt iets voor mij vond. Dan schoof ze het een aanbieding op. Gelukkig, want het is mijn eerste en enige serie geworden, die een heel eigen wereld van ruimte- en tijdreizen opbouwt tussen het Engeland van nu en Talia (Italie) van heel vroeger, een plezier om aan te werken, en heel succesvol met veel herdrukken ook nog, fijn voor royalty’s en de Lira-uitleenvergoeding. Eigenlijk worden me alleen boeken aangeboden die in mijn straatje passen, want ik ben al zo lang bezig dat uitgevers me wel kennen. Voor non-fictie word ik nooit gevraagd en dat is mijn specialisme ook niet, daar zijn andere vertalers beter in. Het is in slappere tijden weleens voorgekomen dat mijn vaste opdrachtgevers zeiden niets voor mij te hebben omdat het niet om ‘literaire fictie’ ging en ‘het niet moeilijk genoeg was’ en er geen modelcontract aan vastzat.

Denk je, voor zover je dat kunt beoordelen, dat er vertaalde titels zijn die niets of weinig toevoegen aan het boekenaanbod? M.a.w. moet er minder vertaald worden?

Het is eerder zo dat er minder vertaalde titels verschijnen dan vroeger, marketing en verkoop spelen een steeds grotere rol in de uitgeverij van nu. Bovendien zijn de kosten van de vertaalrechten hoog. Ik kan me goed voorstellen dat oorspronkelijk Nederlands in alle opzichten interessanter is voor onze uitgevers. Wel wordt er steeds meer populaire non-fictie vertaald, massa’s kookboeken en lifestyle bijvoorbeeld. Of ik vind dat die wat toevoegen aan het boekenaanbod is een andere kwestie, die met persoonlijke leesvoorkeur te maken heeft. Er is blijkbaar een markt voor. Lucratief is ook chicklit. Niet mijn genre, maar graag en veel gelezen, ik kijk daar niet op neer. Uit talen die de mijne niet zijn mag er wat mij betreft juist veel meer vertaald worden: schrijvers die buiten ons blikveld vallen en andere culturen voor ons openbreken. Met vertaalde literatuur en non-fictie blijven we over de grenzen kijken.

Welke door jou vertaalde boeken raad je aan de lezers absoluut aan?

Ik raad iedereen de boeken van David Almond aan. Hij is stilistisch een hoogvlieger, schrijft subtiele en suggestieve verhalen in heldere zinnen en beelden.

Wil je hier je favoriete boeken buiten jouw vertaalgebied noemen.

Naast heel veel Engelstalige en oorspronkelijk Nederlandstalige boeken, lees ik alles van Alessandro Baricco, Umberto Eco, Alberto Moravia (veel Italianen dus), Zuid-Amerikanen met hun bijna vanzelfsprekende magie, van wie Gabriel García Márquez mijn favoriet is, Haruki Murakami (Japan), vroeger: Hermann Hesse, bijna de hele Russische Bibliotheek, te veel titels om op te noemen… en er zijn ook te veel vertalers mee gemoeid om ze nu op te noemen 😉 Ik ben een nieuwsgierige alleslezer die ook graag andermans vertalingen leest uit alle talen die ik níét beheers.

Hier is nog ruimte om iets te zeggen dat je aan de lezers wilt meegeven.

Mijn boodschap aan lezers: Lees niet alleen bestsellers en prijswinnaars, ga op zoek in de bieb en de boekwinkel naar de veel minder, of helemaal niet, besproken juwelen van boeken van onbekendere auteurs. Ga op avontuur in boekenland en doe je eigen ontdekkingen! Je vindt onder boeken nieuwe vrienden voor het leven.

Vragen: Pieter Feller

Andere recensies

Wij van de Ripetta – Tomas Lieske – Querido – 231 blz. In deze roman laat Lieske de Engelse schrijver en toneelspeler William Shakespeare naar Rome reizen. In werkelijkheid is hij daar nooit geweest, maar het levert een verrassend boek op als Shakespeare daar...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
Het jaar van Bonk – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Volt – 314 blz. Wanneer Finn de nieuwe buurt vanuit een kastanjeboom door zijn verrekijker verkent, wordt hij ruw verstoord door Zwaan die het niets vindt om bespied te worden door een...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Kinderboeken
| Reageer!
Mijn boek vol slimme weetjes over dieren – Mathilda Masters & Kass VanderSande – Lannoo – 120 blz. Voor kinderen vanaf zes jaar is dit een heerlijk boek om antwoord te krijgen op vragen over de meest uiteenlopende dieren. Het is verdeeld in vijf...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur, Kinderboeken
| Reageer!