Hoe twee buitenbeentjes helden worden
Dikke Vik en Vieze Lies worden vrienden – Sunna Borghuis – Illustraties: Eva van Aalst – Gottmer – 102 blz.
“Stom.
Dat was wat ik dacht toen ik Vik zag.
Een stomme jongen met lang haar en ronde wangen.
Daarna dacht ik: tieten.”
Zo begint het verhaal over Dikke Vik en Vieze Lies. Met deze gedachtegang van Vieze Lies, uit wier oogpunt het boek geschreven is. Lies had zo graag een beste vriendje of vriendinnetje gehad, maar deze nieuwe jongen wordt het duidelijk niet.
Toch zal het niemand verbazen dat dit in de loop van het verhaal verandert. Het tweetal ontdekt onderweg naar school iets geheimzinnigs in een geitenlandje. Vik blijkt niet zo stom als Lies denkt. Daarnaast kan ze in het café van Viks vader gratis tosti’s eten. De liefde van Vik en Lies gaat door de maag.
Er zit zoveel humor en herkenbaarheid in dat volgens mij ieder kind dit met plezier zal lezen. Oók de populaire jongens en meisjes van de klas.
De scheiding tussen populair en buitenbeentje is zeer duidelijk in dit verhaal. Net zoals dat in de echte wereld is. Maar zonder er vreselijk veel moeite voor te doen, kun je als kind toch ineens een stuk groeien in populariteit. En dat zonder te veranderen in een totaal ander mens. Dat is wat Lies en Vik overkomt.
Maar of veel kinderen deze wijze les zullen oppikken?
Het is bovenal heel grappig en herkenbaar. Het gaat over dagelijkse zaken als school, gezinssituaties en bij elkaar spelen. De kleurrijke illustraties maken het geheel levendig. Bovendien zijn ze aanvullend op het verhaal. De tekeningen tonen meer van de omgeving waar scènes zich afspelen. Er wordt minder aan de verbeelding overgelaten, maar dat maakt het verhaal dan wel weer extra toegankelijk voor de jonge lezertjes (circa 8-10 jaar).