De donkere kant van de Lichtstad

Parijs – Andrew Hussey – Vertaling: Jan Braks – Uitgeverij De Arbeiderspers – 547 blz.

Wie houdt niet van Parijs? Langzaam flaneren langs de kaaien van de Seine, lekker iets eten in een van de vele bistro’s, zich vergapen aan de monumentale gebouwen zoals de Notre-Dame, de Sainte-Chapelle, het Louvre, het Pantheon, het Palais du Luxembourg of de Eiffeltoren? Gans deze stad ademt een sfeer van grandeur uit. Parijs is synoniem met gastronomie, elegantie en cultuur.

Het uitgangspunt van de Britse cultuurhistoricus Andrew Hussey is evenwel dat de Parijse geschiedenis niet geschreven is door koningen, koninginnen en presidenten maar wel door de bewoners. ‘Les classes dangereuses’, zoals de Franse historicus Louis Chevalier ze noemt. De auteur volgt hiermee niet de conventionele en gepolijste manier van geschiedschrijven. Parijs mag dan wel een wereldhoofdstad zijn op politiek, religieus en cultureel gebied, het is daarnaast een van de onbetwiste waarheden dat de geschiedenis van de stad zich heeft voltrokken terwijl de inwoners – de zogeheten petites gens – in armoede en ellende leefden.

Het woord ‘Parijzenaar’ was lange tijd synoniem met het woord ‘onruststoker’. In de middeleeuwen was het normaal om de inwoners van Parijs aan te duiden als trublions (‘oproerkraaiers’) en maillotins (‘strijdhamers’). De geschiedenis van Parijs leest – bijna tot vervelends toe – als een eindeloze burgeroorlog. Deze oorlog werd niet alleen uitgevochten tussen de rijke en arme klassen maar ook tussen de Parijzenaren zelf en de buitenwereld. Deze oorlog is nog altijd niet afgelopen, aldus Hussey. Tegenwoordig emigreren mensen vanuit Noord-Afrika naar Parijs, de hoofdstad van gelijkheid, vrijheid en broederlijkheid. Maar ze komen terecht in een wereld van racisme en werkloosheid wat leidt tot onrust en rebellie, volledig conform de aloude Parijse traditie. Moorden en slachtpartijen vind je terug in de geschiedenissen van alle grote steden maar de Parijse gewelddaden springen eruit omdat ze dikwijls gepleegd werden in naam van een idee bijvoorbeeld het vrijheidsideaal.

Een tweede belangrijk kenmerk van de Parijzenaar doorheen de geschiedenis is de vrijmoedigheid in verband met seks en pornografie. Het onderwerp nestelt zich als een slang in alle hoofdstukken van dit boek. Reeds vanaf de twaalfde eeuw was er een erotische schrijftraditie in alle sociale geledingen en ‘Parijs zinderde in die periode net zo van ranzigheid en seks als in eerdere en latere tijden.’ In de zestiende eeuw was een van de schokkendste aspecten voor mensen van buiten Parijs het feit ‘dat seks en godsdienst in het hart van de stad innig met elkaar verwezen waren.’ En wat te denken van de periode van de Franse Revolutie: ‘Op het hoogtepunt van de Terreur was de drang naar seks in de stad zo groot dat zelfs de minst teer uitgevallen hoeren vertelden dat ze uitgeput waren en klanten moesten teleurstellen.’ Pas in de negentiende eeuw zal de publieke preutsheid toenemen. Dat uitte zich bijvoorbeeld in de wijk Les Halles in het veranderen van straatnamen. Rue Trousse-Nonain, ofwel ‘Rollebollende Nonstraat’ werd Rue Beaubourg. Volgens Hussey is de pornografie tegenwoordig sterk gebanaliseerd en heeft niets erotisch meer.

De belangrijkste mijlpalen in de Parijse geschiedenis komen wel degelijk aan bod in het boek van Hussey maar hij zet de reacties en de houding van de bevolking centraal. Zo mag de regeerperiode van Lodewijk XIV, de Zonnekoning, nog zo glorieus zijn, voor de Parijzenaar was de koning niets meer dan een abstracte verpersoonlijking van het land zeker toen de Zonnekoning zich terugtrok in Versailles. Geen enkele van de koningen die in Versailles woonde, kreeg een plaats in de Parijse volksfolklore wat tot dan toe heel gewoon was geweest. In die periode was het leven in de stad ‘smerig en gevaarlijk en veel boeiender en belangrijker dan het leven aan het hof.’ Ironie en onverschilligheid heersten in Parijs in die tijd. Over het lijk van een vermoorde persoon werd op de Pont-Neuf elegant heen gestapt door weldenkende heren en dames uit de beau monde. De flaneur wordt een vertrouwde figuur – een man die zonder vooropgezet plan zoekt naar seksueel of alcoholisch vertier. Maar de armoede in Parijs was erg groot en ’s nachts moest men op straat waken voor ‘bandieten, dichters, hoeren en dieven.’ In het begin van de achttiende eeuw deint de stad sterk uit en ‘iedereen in Parijs, ongeacht rang of stand, was spoedig gewend aan de geur van lichamen, eten, uitwerpselen, koffie, dieren en drek van de straten in de in rap tempo uitdijende stad.’

Het boek is een echte aanrader voor wie de historische ontwikkeling van de Franse hoofdstad beter wil leren kennen. Door de afwisseling van harde historische feiten met talrijke faits divers, details en anekdotes is de auteur erin geslaagd een boeiend en informatief verhaal te schrijven waarvan elk hoofdstuk trouwens apart kan worden gelezen. Een zekere vertrouwdheid met de ligging van de belangrijkste Parijse wijken en straten is zeer handig want de auteur maakt zeer veel gebruik van straatnamen. Naast een katern met foto’s vinden we achterin nog een lijst met noten terug alsook een beknopte bibliografie en register. Verspreid in het boek zijn hier en daar kaartjes, tekeningen en foto’s opgenomen.

Andrew Hussey is erin geslaagd met het neerschrijven van deze geschiedenis van Parijs de ziel van de stad vast te leggen.

Kris Muylle

Andere recensies

Verhalen van de natuur – Hans Mulder (red.) – Terra – 272 blz. Het Allard Pierson is zowel een museum als een kennisinstituut voor de erfgoedcollecties van de Universiteit van Amsterdam. Nog tot en met 26 januari 2025 kan je er terecht voor de...
Lees verder Categorie: Natuur & Milieu, Non-fictie
| Reageer!
Voorbij duurzaamheid – Shivant Jhagroe – Mazirel Pers – 248 blz. Duurzaamheid, wie kan daar nu tegen zijn? Al een paar decennia is de westerse wereld in de ban van een groot verhaal waarin ons wordt voorgehouden dat het uiteindelijk toch goed komt met...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Mens & Maatschappij, Natuur & Milieu, Non-fictie, Sociale Wetenschappen
| Reageer!
Schandalig mooie opera – Francis van Broekhuizen – Luitingh – Sijthoff – 253 blz. In het theater speelt Van Broekhuizen samen met Gregor Bak een voorstelling met dezelfde titel. De ondertitel luidt: Muzikale en persoonlijke verhalen. Als je nooit een opera in het theater...
Lees verder Categorie: Muziekboek, Non-fictie
| Reageer!