Filosofie waar je wat mee kunt

De andere afslag – Jeroen Hopster – Amsterdam University Press – 230 blz.

Hoe zou de geschiedenis zijn verlopen als de (extreemrechtse) luchtvaartpionier Charles Lindberg, en niet Franklin D. Rooseveld in 1940 was gekozen tot nieuwe president van de Verenigde Staten? Hoe zou de wereld eruit zien als niet de geallieerden maar Hitler de Tweede Wereldoorlog had gewonnen? ‘Wat als?’-vragen waren altijd al een dankbaar onderwerp voor romanschrijvers, en bij het beantwoorden van bovenstaande vragen hebben Philip Roth (in Het complot tegen Amerika) en Harry Mulisch (in De toekomst van gisteren) hun fantasie helemaal kunnen uitleven. Het heeft twee intrigerende romans opgeleverd maar, zullen veel mensen zeggen, het blijft natuurlijk wel fictie, speculatie, en wat heb je daar uiteindelijk aan?

Voor filosoof en historicus Jeroen Hopster (1987) was deze tegenwerping te gemakkelijk, en dus onbevredigend. Hij boog zich over de vraag of er manieren zijn om vragen als die van Roth en Mulisch over de geschiedenis, maar ook ‘wat als?’-vragen over iemands individuele levensloop, en zelfs vragen over de evolutie, op een niet-speculatieve, meer systematische manier te beantwoorden. Het antwoord is ja, en hij komt tot dat antwoord in een even fascinerend als toegankelijk boek.
Iedereen denkt wel eens na over wat er van zijn leven zou zijn geworden als hij op een bepaald moment een andere keuze had gemaakt. Niet deze studie maar die, niet de ene levenspartner maar juist die andere, niet de wat saaie betrekking met materiële zekerheid, maar juist die andere baan waar de perspectieven een stuk onzekerder waren, maar waar je wel meer van je passie kwijt kon. De andere afslag, noemt Jeroen Hopster dit, wat was er gebeurd als je op een bepaald moment de andere afslag had genomen?

Ieder mens, zegt Hopster, is vrij om het leven te kiezen dat hij wil, maar wel nadrukkelijk binnen het specifieke veld van mogelijkheden dat tot zijn beschikking staat: iemand met een ernstige oogafwijking kan nu eenmaal geen piloot worden. Door de keuzes die je maakt, of juist niet maakt, ontwikkel je je identiteit, en die identiteitsvorming is geen kwestie van nature óf nurture, maar een voortdurend samenspel tussen beide. Aan sommige onderdelen van iemands identiteit valt weinig te veranderen: het jaar waarin je bent geboren, je nationaliteit, het sociaaleconomisch milieu waarin je opgroeit. Ook die gefixeerde onderdelen maken deel uit van iemands veld van mogelijkheden: een Romeinse slaaf of een hofdame ten tijde van Lodewijk de veertiende hadden nu eenmaal minder, of in elk geval andere mogelijkheden dan een kind van welgestelde ouders geboren in het Nederland van de jaren tachtig. Maar iedereen heeft ook eigenschappen met nadrukkelijk een ontwikkelingscomponent, zoals karakter, intelligentie en (seksuele) geaardheid. Echter, ook hier geldt: iemand kan qua aanleg nog zo scherp zijn van geest, nog zo creatief of atletisch; of hij zich daarmee ontpopt tot een gevierd wiskundige, kunstenaar of turnkampioen hangt af van de mogelijkheden die iemand heeft om zijn talenten daadwerkelijk te ontplooien. En die mogelijkheden zijn in het Westen meestal groter dan in, pakweg, India, Nigeria of Peru.

Met onze levenskeuzes, zegt Hopster, definiëren we onszelf: het pad dat we inslaan bepaalt de mogelijkheden van hoe we ons verder ontwikkelen. Daarbij speelt ook toeval een rol, maar toevalligheden die echt grote impact hebben op de loop van iemands leven zijn uitzonderlijk, en dat maakt ze juist zo bijzonder: de trein die je miste waardoor je het vliegtuig niet haalde dat een paar uur later zou neerstorten.

Behalve op het niveau van de individuele levensloop is het ook zinvol om ‘what if?’-vragen te stellen op het niveau van de geschiedenis: hoe zou de wereld er bijvoorbeeld uitzien als niet Trump maar Hillary Clinton tot president was gekozen? Dat had heel goed gekund want het was kantje boord, het presidentschap van Hillary lag binnen wat Hopster noemt de aangrenzende mogelijkheidsruimte. Echter: geschiedenis genereert zijn eigen dynamiek en de ene gebeurtenis, de verkiezing van Trump, leidt al gauw tot andere gebeurtenissen, soms met radicaal verschillende gevolgen (’pad-afhankelijkheid’): zonder Trump had de wereld er nu heel anders uitgezien. Daarbij is het aan historici om inzicht te geven in de causale structuur van de geschiedenis: welke dynamiek lag er bijvoorbeeld ten grondslag aan de opkomst van nazi-Duitsland en hoe belangrijk precies was daarbij de persoon van Hitler? Was de Tweede Wereldoorlog ook ontstaan als Hitler in 1907 was toegelaten tot de kunstacademie, iets wat volgens Hopster duidelijk lag binnen de aangrenzende mogelijkheidsruimte?
Met dit soort vragen, en met het gereedschap dat hij presenteert om ze te beantwoorden, prikkelt Hopster steeds weer ons bewustzijn en onze verbeeldingskracht. Dit is filosofie op zijn best: de auteur laat ons nadenken over wie we zijn, individueel en collectief, en waarom ons individuele en collectieve handelen er werkelijk toe doet.

Hein-Anton van der Heijden

Andere recensies

Een koord boven de afgrond – Cyrille Offermans – De Arbeiderspers – 616 blz. Een iets beschuttere plek misschien (2017), Midden in het onbewoonbare (2020), en dan nu Een koord boven de afgrond (2023): de titels van de gebundelde dagboeknotities van Cyrille Offermans worden...
Lees verder Categorie: Essays, Literatuur
| Reageer!
Breydel – Lisa Demets – Uitgeverij Vrijdag – 265 blz. Op 11 juli 1302 versloegen de volksmilities van enkele Vlaamse steden het prestigieuze Franse ridderleger nabij de stad Kortrijk. De onverwachte nederlaag sloeg in als een bom. Na de slag verzamelde de Vlaamse coalitie...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Zo voelt het om een vogel te zijn – Tim Birkhead – Illustraties: Catherine Rayner – Vertaling: Steven Blaas – Lemniscaat – 48 blz. Informatieve boeken zijn bijna nooit heel geschikt om voor te lezen. Zo voelt het om een vogel te zijn is...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur, Non-fictie
| Reageer!