Betoverende klassieker
De tovenaar van Oz – L. Frank Baum – Hertaling Margaretha van Andel – Illustraties: Marieke Nelissen – Lemniscaat – 238 blz.
Voordat ik aan het boek begon, las ik eerst het nawoord van respectievelijk de hertaler en de illustrator; waarom ze bepaalde keuzes hebben gemaakt, waar de struikelblokken lagen en waar de uitdagingen. Voor mij als hertaler van klassiekers natuurlijk interessant leesvoer. Maar ik las ook eerst nog iets anders interessants, ook achterin het boek: een erg leuk interview met de oorspronkelijke auteur, die dit jaar honderd jaar dood is. Het interview kwam tot stand met behulp van oude krantenartikelen, originele interviews, en door Baum zelfgeschreven essays en notities die bewaard zijn gebleven. Wat een briljant idee, juist ook omdat in dit gefingeerde interview nadrukkelijk gesproken wordt over de kracht van fantasie en De tovenaar van Oz één grote ode is aan diezelfde fantasie.
Goeie binnenkomers, dus, en toen moest ik nog aan het boek zelf beginnen. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik niet werd gehinderd door veel voorkennis, want het is heel lang geleden dat ik dit verhaal gelezen heb. Ik weet dus ook niet precies wat Van Andel heeft veranderd, ingekort of aangepast. Dat hoef ik ook niet te weten. Een hertaling maak je voor nieuwe generaties lezers, en voor mensen die het vroeger wellicht ooit eens hebben gelezen, maar niet meer precies weten hoe het ook alweer precies in elkaar stak.
Ik ben er dus onbevooroordeeld aan begonnen, en wat heeft Van Andel er een heerlijk verhaal van gemaakt. Ik heb geen moment het gevoel gehad dat ik een hervertelling las; het leek allemaal gewoon zo, spontaan op papier gezet, met sprankelend woordgebruik, waardoor de tekst licht en soepel leest. Daarnaast weet Van Andel ook de spannende en ontroerende passages zo te vertellen dat je in gedachten de gezichten van de kinderen die het voorgelezen krijgen voor je ziet. Want ook deze klassieker zal het waarschijnlijk het beste doen als voorleesboek – in dit geval vanaf een jaar of zes, schat ik. Woorden als protocol, gerespecteerd, smidsevuur en schraagtafels zullen die jongere kinderen ongetwijfeld missen (en zelf zou ik waarschijnlijk ‘Sodom en Gomorra’ eruit hebben gevist), maar dat zijn nu eenmaal keuzes die iedere schrijver of hertaler/vertaler zelf afweegt. Bij een voorleesboek is het ook niet erg als kinderen hier en daar een woord missen of uitgelegd willen krijgen. Nooit te jong om nieuwe woorden te leren.
Het verhaal in het kort: tijdens een wervelstorm worden Doortje (in het oorspronkelijke verhaal Dorothy) en haar hondje Toto met huis en al een andere wereld in geslingerd. Die wereld is het Land van Oz, vol toverkracht en bijzondere wezens. Om weer thuis te komen, moet Doortje naar de tovenaar. Onderweg ontmoet ze de laffe leeuw, de vogelverschrikker en de blikken boswachter, die met haar meereizen. Vervolgens is het natuurlijk de kunst om haar weg terug te vinden en zoals dat in een goed avonturenverhaal hoort, gaat dat niet zonder slag of stoot.
Maar hoe mooi een verhaal ook geschreven of herschreven is, een boek als dit valt of staat ook met de illustraties. Nu is er in Nederland waanzinnig veel tekentalent, maar om Nelissen op dit project te zetten, was een schot in de roos. Ze illustreert veelal realistisch. Je kunt de vacht van de dieren die ze tekent bijna voelen, en een sinister bos van haar hand werkt meteen op je gemoed. Toch weet ze in dit boek ook te verrassen met een magische, meer fantasievolle stijl, waar ze van mij in volgende boeken nog veel meer van zou mogen laten zien. Nelissen schrijft in haar nawoord dat ze voor dit boek een personage vaak meerdere keren helemaal anders tekende totdat ze de juiste vorm had gevonden. Kennelijk werkt het bij haar zo dat als ze die vorm eenmaal heeft, het resultaat dan ook verbluffend is. Ook de kleinere zwart-wittekeningen bij het begin van ieder hoofdstuk zijn een fijne toevoeging en maken het boek helemaal af.
Voor achtergrondinformatie over L. Frank Baum en over het oorspronkelijke boek, verwijs ik graag naar deze pagina.