Brexit en Trump met humor platgewalst
Spion buiten dienst – John le Carré – Vertaling: Rob van Moppes – Luitingh – Sijthoff – 332 blz.
Een prachtig cadeau aan zichzelf: één dag voor zijn achtentachtigste verjaardag verschijnt de vijfentwintigste roman van John le Carré, pseudoniem van David John Moore Cornwell (1931). Met zijn beroemde held George Smiley de “man in de regenjas, klein, nogal dik” bracht hij een revolutie te weeg binnen het genre van de spionagethriller. Le Carré presenteerde twee jaar geleden een allerlaatste roman over zijn meesterspion George Smiley met Een erfenis van spionnen, waarvan werd gedacht dat het ook zijn laatste roman zou zijn. Niets blijkt nu minder waar, dus valt ook niet te voorspellen of er nog een zesentwintigste komt.
We bevinden ons op de comfortabele locatie van de Athleticus Club in Battersea, een nogal elitaire badmintonclub. De ik-figuur wordt door Ed (Edward Stanley Shannon) uitgedaagd een wedstrijd tegen hem te spelen. Hij gaat daarop in, maar pas na zijn vakantie. Als ware het “een officieel persoonlijk dossier” stelt hij zichzelf voor: “Mijn doopnaam is Anatoli, later verengelst tot Nathaniel, afgekort Nat”. Hij heeft een mix van Engels, Wit-Russisch en Duits bloed en is als spion een veteraan, zojuist terug van diverse missies in het buitenland.
Hij is bang afgedankt te worden: te oud voor veldwerk. Maar de Dienst oftewel Het Bureau (waar is de Le Carré’s term ‘The Circus’ gebleven) heeft een verrassing in petto. Hij mag het verwaarloosde bijkantoor De Haven gaan oppoetsen. Nadat hij zijn vrouw Prudence (Prue) en dochter Stephanie (Steff) ervan overtuigd heeft dat dit het beste voor hem is, aanvaardt hij de aanstelling. Hij zal er meer van maken dan aanvankelijk was voorzien. Maar dan gaat het mis voor hem!
Le Carré zet met spion buiten dienst een stoofpot op het vuur, waarin alle thrillerelementen tot hun kookpunt komen. Eerst kom de jongste, een beetje ongepolijste medewerkster Florence – “Die meid heeft de ballen van een olifant” – aanzetten met Operatie Rosebud. Het betreft de aanpak van de Oekraïense oligarch met de codenaam Orson, die een dikke vinger in de Russische pap heeft. – Toch weer de aloude vijand van de voormalige Koude Oorlog. – De Russische dreiging is weer een internationaal politiek thema. Dat laat Le Carré zich geen tweemaal zeggen! Maar van de president van andere kant van de oceaan heeft hij kennelijk ook geen hoge pet op. Hij laat een van zijn personages, Arkadi, zeggen: “De grote vrijheidslievende president Donald Trump gaat jullie economische hachje redden, hoor ik. Weet je wat Trump is?’ ‘Nou?’ ‘Hij is Poetins pleeschrobber. Hij doet alles voor die kleine Vladi wat de kleine Vladi niet zelf kan: pissen op de Europese eenheid, pissen op de mensenrechten, pissen op de NAVO.’”
Als klap op de vuurpijl is er dan de ontdekking van het Jericho-document. Het betreft een Anglo-Amerikaanse samenwerking om een geheime operatie te starten, die al in het planningsstadium is, “met het tweeledige doel de sociaaldemocratische instellingen van de Europese Unie te ondermijnen en onze internationale handelstarieven te ontmantelen”. Ed Shannon heeft hierbij een belangrijke rol gespeeld. Nu wordt het menens voor Nat, wat kan De Haven doen om te voorkomen dat de lidstaten van de Unie tegen elkaar worden uitgespeeld in het post-Brexit-tijdperk. Nat is ervan overtuigd dat de Brexit Engeland vooral economisch tot de bedelstaf zal brengen. De rol van het Bureau daarbij is evident. Zoals ook in zijn vorige boeken suggereert Le Carré dat deze instelling immoreel beleid steunt. Engeland wordt overgeleverd aan Trump, wat zal Poetin in z’n vuistje lachen! Het persoonlijke standpunt van de schrijver moge duidelijk worden door zijn deelname aan een anti-Brexit-mars in Londen, dit jaar.
Naast de belangrijkste protagonisten Nat en Ed, voert Le Carré nog een behoorlijk aantal bijfiguren ten tonele Dat zijn lang niet allemaal spionnen, maar allemaal bij in de plot. De vrouw van Nat, Prue levert ook haar deel. Ze heeft het soms moeilijk met al die geheime bezigheden van Nat. Zijn dochter Steff is een geëmancipeerde jonge vrouw. Haar morele standaard komt geregeld in botsing met de besognes van haar vader. Nog een dame die niet met zich laat spotten is Florence (verboden om aan te spreken met Flo). Zij laat direct bij Nat’s komst op De Haven zien dat er veel initiatief in haar zit. Zal zij het binnen de Dienst maken of niet? Omhoogkijkend in de rangorde krijgen we ook te maken met Dom Trench en Bryn Jordan. En dan zijn er nog de figuren Arkadi en Reni, welke laatste in Berlijn voor Maria Brandt speelt. En wat is de relatie tussen Ed en Gamma?
Spion buiten dienst past naadloos in de traditie die de auteur heeft opgebouwd. Hij zet spionnen in om te reflecteren aan de politiek en de moraliteit van de tijdspanne waarover hij schrijft en maakt gebruik van motieven als verraad en loyaliteit. Hij toont de geheime dienst als een organisatie die waarden en normen schendt in plaats van het Verenigd Koninkrijk te ondersteunen. Hij kent de Dienst van binnenuit: hij was er begin zestiger jaren zelf een onderdeel van. Hij weet hoe spionnen handelen en denken. Hij weet hoe ze praten, niet van dat elitaire gewauwel, maar in volkstaal.
De stijl van de auteur is onnavolgbaar. Vlot, kort en soepel in de dialogen, langere zinnen elders, maar altijd zit er een vleugje humor in, ondanks soms zeer scherpe aantijgingen. Het is een groot compliment waard aan Rob van Moppes, hoe hij dit in zijn Nederlandse vertaling heeft weten te behouden.
Na zijn thrillers met betrekking tot de Koude Oorlog is Le Carré overgegaan op andere brandhaarden en terrorisme. Met zijn vorige boek en ook zeer nadrukkelijk met dit boek, is één van de vroegere vijanden teruggekeerd: Rusland. De cyclus is rond. Of zou de afloop van de Brexit en de gevolgen daarvan hem nog een keer kunnen inspireren. Het is te hopen. Een andere mogelijkheid zou zich ook kunnen aandienen: een biografie, Leven en werk van John le Carré door David J.M. Cornwell
Kees de Kievid
Boek bestellen!