Het spirituele centrum van Duitsland
De republiek der vrije geesten – Peter Neumann – Vertaling: Fred Reurs – Het Spectrum – 231 blz.
Leutragasse 5 in Jena. Dat was de plaats waar rond 1800 een groep revolutionaire denkers en kunstenaars samen kwamen om na te denken over de toekomst van het denken, de godsdienst en de wereld. Nooit eerder was deze toekomst zo onzeker. In Frankrijk had zich een bloedige revolutie voltrokken en Napoleon was aan de macht gekomen. Paus Pius VI stierf in gevangenschap. De macht van het pausdom leek ten einde. Vanuit het Oost-Pruisische Koningsbergen had de filosoof Immanuel Kant met zijn Kritiek van de zuivere rede een aardbeving in het denken veroorzaakt. Volgens Kant viel het bestaan van God noch te bewijzen noch te ontdekken. Over de grote vragen betreffende de wereld, de ziel, God, vrijheid en onsterfelijkheid kon alleen met zekerheid worden gezegd dat de mens daarop nooit een antwoord zou vinden. Met deze gebeurtenissen op de achtergrond ontstond in Jena de droom van een republiek van vrije geesten.
In het kleine universiteitsstadje verzamelen zich op het einde van de achttiende eeuw een aantal invloedrijke filosofen en literatoren. In 1789 was de filosoof en schrijver Friedrich Schiller reeds in Jena benoemd als professor. Johann Fichte wordt er in 1794 aangesteld als hoogleraar. De ‘Bonaparte van de filosofie’ luidt algauw zijn bijnaam. De strijdvaardige en onrustige Fichte debatteert met zijn studenten over de vrijheid van de mens en gaat op zoek naar een geestelijke tegenhanger van de Franse Revolutie. Zijn filosofie houdt een potentieel gevaar in. Na de publicatie van een artikel in een tijdschrift grijpen de autoriteiten in en Fichte moet in 1799 vertrekken naar Berlijn. Atheïsme, luidde de aanklacht. In het artikel had Fichte gesteld dat men God niet als een persoonlijk, individueel wezen kan beschouwen dat ergens in de hemel troont. God kan alleen maar de morele wereldorde zijn en niets anders.
Maar Schiller en Fichte zijn niet de enige intellectuelen die neerstrijken in het kleine stadje van nog geen 5.000 inwoners. De broers Schlegel en hun vrouwen komen naar Jena. August Wilhelm Schlegel en Friedrich Schelling worden benoemd aan de universiteit. Ludwig Tieck vestigt er zich met zijn gezin. De dichter Novalis komt er langs net als niemand minder dan Goethe. Jena is rond 1800 het spirituele en culturele centrum van Duitsland. Er wordt nagedacht over de vrijheid van denken en kunst. Alleen door middel van filosofische reflectie en poëtisch voorstellingsvermogen kan de langverwachte politieke vrijheid worden bereikt. Niet het gebruik van geweld zoals in Parijs was gebleken: de revolutie had er haar eigen kinderen opgegeten. Onder meer in de Leutragasse 5 wordt er gewerkt, gedebatteerd en geschreven door de filosofen en schrijvers die men later de vroegromantici zal noemen.
In de originele Duitstalige uitgave is Jena 1800 de hoofdtitel. In de Nederlandstalige uitgave is deze titel verbannen naar de achterflap. Het hanteren van een jaartal in een titel is een verschijnsel dat de laatste jaren bij veel geschiedenisboeken wordt vastgesteld. Adam Zamoyski verhaalde in zijn boek 1812 over Napoleons fatale veldtocht naar Moskou. Florian Illies’ 1913 beschreef het laatste gloriejaar van Europa vooraleer de oude wereldorde in elkaar stortte. Charles Mann boog zich in zijn werk 1493 over de ontwikkeling van de wereld na Columbus’ ontdekking van Amerika. Zo kunnen er nog talrijke voorbeelden gegeven worden.
De aan de universiteit van Jena verbonden filosoof Peter Neumann probeert in zijn boek de geest en de sfeer van de besproken periode op te roepen. Dat verloopt vrij moeizaam daar de auteur er niet in slaagt om van de gebeurtenissen, de filosofische gedachten en karakters van de hoofdrolspelers één wervelend geheel te maken. De auteur maakt bovendien gebruik van flashbacks en springt voortdurend van de ene hoofdrolspeler op de andere. Deze aanpak maakt dat het verhaal niet altijd goed te volgen is. Gelukkig is in het boek een tijdlijn opgenomen die het mogelijk maakt de beschreven gebeurtenissen chronologisch te ordenen. In enkele scènes last de auteur zinnen in die je eerder zou verwachten in een roman. Als de jonge schrijver Ludwig Tieck gedurende vier uur voorleest aan Goethe uit zijn Leben Und Tod der heiligen Genoveva is diens chocolademelk ‘koud geworden. Er heeft zich een vel op gevormd. (…) Tieck neemt afscheid, ook hij lijkt doodmoe. In het stadsslot is het gezang te horen van de studenten die de kroeg verlaten en huiswaarts keren. Het tocht.’
Neumanns boek eindigt vrij abrupt. In enkele bladzijden worden de verdere levenslopen van de hoofdrolspelers kort samengevat. Verschillen in zienswijze en onderlinge rivaliteiten drijven ze naar verschillende steden zoals Berlijn en Dresden. Schelling gaat er vandoor met Caroline, de vrouw van Schlegel. In 1806 trekken Franse troepen Jena binnen. Het Pruisisch-Saksisch leger lijdt bij Jena en Auerstedt een verpletterende nederlaag.
De droom van een republiek van vrije geesten in Jena is definitief aan diggelen geslagen.
Kris Muylle
Boek bestellen!