Fabelachtige vertelling in Russische traditie
De wasbeer – Aleksandr Skorobogatov – Vertaling: Rosemie Vermeulen – De Geus – 544 blz.
In de winkel op zoek naar een knuffelbeest voor een kind of kleinkind? Een dagje naar de dierentuin? U zult in beide gelegenheden vast wel geconfronteerd worden met een wasbeer. Maar als u daarvoor dit boek gelezen hebt, zult u zeer zeker dit ‘schattige’ diertje met geheel andere ogen bekijken dan u dat voorheen deed. U ziet een “klein tenger” diertje met op zijn kop een “kepie met gouden kokarde”: de hoofdpersoon van dit boek, geschreven door Alexandr Skorobogatov.
Skorobogatov is een van oorsprong Wit-Russische schrijver, van wie in het Nederlands al eerder succesvolle romans verschenen, zoals Sergeant Bertrand en Cocaïne. Zijn werken werden in Rusland of niet uitgegeven – ze sloten niet aan bij de literaire cultuur van het regime: “ideologisch onacceptabel en politiek incorrect” – of werden sterk gecensureerd. (De Nederlandse edities zijn ongecensureerd.) Mede daarom volgde hij zijn partner, de Vlaamse Rosemie Vermeulen (ook zijn vaste vertaalster) naar het westen en woont sinds geruime tijd in Antwerpen, waar hij van harte welkom was in het literaire circuit.
Direct in het begin stelt de auteur de wasbeer (hij is naamloos) aan de lezer voor: ”… voor zijn leeftijd tenger en klein gebouwd – ofwel wegens ondervoeding, ofwel om redenen waarover hij maar niet kon nadenken.” Onze harige vriend heeft twee kanten: menselijke en dierlijke. Hij kan praten, maar het lopen op twee benen gaat hem nog niet zo goed af. “Zijn familie en naasten zijn gecrepeerd toen hij nog een jong kereltje was en geen belangstelling had voor paspoortgegevens.” Hij brengt de dag door met werken, wandelen en dutten. “De wasbeer is een dier, vooral geleid door instincten, op smaak gebracht met Pavlov-reflexen – en zo trouwde hij zonder zich de redenen of gevolgen van zijn daad te realiseren.”
Helaas, zijn vrouw besluit in de showbusiness te gaan en eindigt als opgezet voorbeeld van de diersoort in een museum. Hij voelt zich hier erg schuldig over en besluit naar haar te gaan zoeken en haar weer tot leven te wekken. Vanuit die schuldgevoelens trouwt hij opnieuw als een soort boetedoening met een feeks van een wasberin. (Dostojevsky – Schuld en Boete) Een groot deel van het boek gaat dan over zijn zoektocht. Zeker er zijn vrolijke momenten, maar tegenslagen en rampen zijn voortdurend zijn deel. Toch is hij volhardend in zijn zelf opgelegde, meestal ontvoerbare taken – zal hij slagen? De belevenissen op weg zijn doel zijn uitermate talrijk, maar de lezer zal ervan smullen, door een grote variatie, emotionele lading en vooral de humoristische toon die de auteur bij de beschrijvingen aanslaat.
Die humor komt het best tot z’n recht daar waar de menselijke en dierlijk eigenschappen van de wasbeer met elkaar ‘in de knoop’ komen te zitten. Daarnaast ontstaan er kolderieke situaties wanneer de wasbeer weer eens flauwvalt (wat met de regelmaat van de klok gebeurt), of wanneer zijn gevoel zegt dat hij best eens zou kunnen vliegen. Onze wasbeer “voelt zich genoopt om in zwijm te vallen uit dank dat God de Heer hem op zijn hoofd heeft geaaid”. Laat u niet door het lachwekkende verleiden. In de grond is dit een tragisch verhaal, maar de schrijver vertelt het met een lach en niet met een traan.
Het is duidelijk dat Skorobogatov zijn klassieken uit de Russische literatuur goed kent en waardeert. Hij is kennelijk een bewonderaar van Tsjechov en Poesjkin, naar wie hij door het boek heen een aantal malen naar verwijst. Ook het ‘absurdisme’ heeft de nodige invloed gehad op de auteur, die in dat verband verwijst naar De Neus van Gogol. Een genre dat in onze literatuur slecht sporadisch voorkomt, maar in Rusland veel werd gebezigd is de ‘Skaz’ – het in afgeleid van het Russische ‘skazat’, dat ongeveer vertellen betekent -, grofweg gezegd het doorvertellen van mondelinge overleveringen. Een zeer belangrijke consequentie van deze stijl is het optreden van een verteller die niet gelijkgesteld kan worden aan de auteur zelf. Ook in De wasbeer is deze verteller prominent aanwezig. Hij houdt beschouwingen over allerlei onderwerpen, maar maakt soms ook de meest absurde opmerkingen. Deze verteller is dus eigenlijk de tweede hoofdpersoon in het verhaal. Het betekent ook een extra laag binnen het verhaal (en er zijn er nog meer), die ervoor zorgt dat het niet een simpel fabeltje blijft. De wasbeer zelf had, gezien zijn aard, deze zaken niet naar voren kunnen brengen.
Tijdens het lezen komt waarschijnlijk bij de lezer een tekst van de cabaretier Louis Davids in gedachten: “Dat is de kleine man, die kleine burgerman. Zo’n hele kleine man met een confectiepakkie an”. Onze wasbeer lijkt een schoolvoorbeeld van een metafoor voor die kleine burgerman, maar u zult al lezende veel meer ontdekken. Ook heeft de wasbeer geen “confectiepakkie an”, maar een kepie op zijn hoofd, meer niet, het is en blijft toch ook een echt dier! Grappig is hoe hij aan de kepie kwam. Hij heeft hem gevonden tijdens het wandelen. “Hij zat met spijkers vastgenageld aan het hoofd van een treinconducteur die uit de trein gegooid was door dronken pelgrims op weg naar de hadj.”
Het is onwaarschijnlijk dat deze roman (in de huidige vorm) door de Russische censuur zou komen. Niet alleen vanwege de diverse verwijzingen (vaak kritisch bedoeld) naar de huidige situatie in Rusland, maar ook door o.a. het godsbeeld dat Skorobogatov schetst in een scène van God en de wasbeer op een golfterrein: “God de Heer was intussen bij de eerste tee aangekomen, had even getrappeld, Zich opgesteld om te slaan, bracht de club in stelling …”.
Lees dit sublieme werk met grote aandacht en ‘wijsheid’ om al het moois van deze roman te ontdekken. Of liever, lees het voor de tweede keer, een hele klus bij zo’n dikke pil, maar het zal blijken dat het de moeite waard was.
Kees de Kievid
Boek bestellen!