Gouden Eeuw of …
Nederlands Gouden Eeuw. Vrijheid en Geldingsdrang – Maarten Prak – Prometheus – 367 blz.
Volgens Home Acadamy (uitgever van hoorcolleges) is Prof. Dr. Maarten R. Prak “een wandelende encyclopedie op het gebied van de Gouden Eeuw”. Hij is hoogleraar bij de afdeling Economische en Sociale Geschiedenis van het Departement Geschiedenis en Kunstgeschiedenis van de Universiteit Utrecht. Zijn uitermate grote kennis, zijn engagement en zijn colleges – volgens studenten “een ware belevenis” – leverden hem in 2013 de titel Docent van het Jaar op. Welke ‘belevenis’ zal zijn nieuwe boek brengen?
In Roelof Bouwmans De canon van Nederland: Onze geschiedenis in 50 thema’s is het thema over de Gouden Eeuw dan ook verzorgd door Prak. De nu verschenen studie is het resultaat van voortschrijdend inzicht. In 2003 verscheen Gouden eeuw: Het raadsel van de Republiek. (in 2012 al eens herzien). Het onderzoek in de laatste twintig jaar heeft veel nieuws opgeleverd en er is veel discussie ontstaan over allerlei ‘zwarte’ gebeurtenissen. Mede daardoor sloot Prak dat herzien onvoldoende was en heeft hij er een nieuw boek van gemaakt.
Wat direct opvalt is zijn verdediging van de tijdsaanduiding ‘Gouden Eeuw’ – vanaf het Twaalfjarig Bestand tot ergens laat in de zeventiende eeuw, toen het verval van de Republiek begon. Kan die naamgeving nog wel door de beugel? Voor lang niet iedereen was deze periode er een van de hoogste glorie; denk onder andere aan de huidige discussies over ons verleden met betrekking tot de slavernij. Prak erkent dat de handel in slaven de schatkist het nodige heeft opgebracht, maar in verhouding tot andere inkomsten te weinig om te kunnen stellen dat deze de oorzaak van de roem was. Maar toch … het is een term uit de negentiende eeuw! Geschiedenis wordt nu veel ‘breder’ bekeken. Stemmen die men toen niet wilde horen, klinken nu des te duidelijker. Moeten we het Amsterdams Museum volgen en de term maar vervangen door een die adequater de situatie weergeeft?
Wetenschappers op historisch terrein zijn tot nieuwe inzichten gekomen die Prak met recht in zijn studie verwerkt. De geweldsexcessen waren geen toeval of vonden ongewild plaats, maar waren onderdeel van een bewust opgezette strategie.
Om tot een duidelijk overzicht te komen van alles wat daarmee samenhangt, deelt de auteur de inhoudelijke zaken van zijn werk op in vier delen. Eerst bespreekt hij de oorlogen die de Republiek overal voerde. Daarna laat hij zijn licht schijnen over de economie en de maatschappij, waarin hij twee hoofdstukken wijdt aan de kloof tussen arm en rijk. De politiek en het bestuur zijn de volgende onderwerpen. Een treffende opmerking moet hier vermeld worden: “De Republiek was uit een conflict geboren. Uit de Opstand kwam een staatsbestel tevoorschijn dat aan die regionale en plaatselijke verlangens ruim baan bood.” Als laatste deel komt de (stadse) cultuur aan bod. Prak geeft een overzicht van stedenbouwkundige zaken, literatuur, religie, filosofie en beeldende kunst.
Dat de Republiek veel oorlogen voerde is voor kenners duidelijk. Maar, als voorbeeld, de oorlogen (drie) met de Engelsen vonden voornamelijk op zee plaats, waardoor verwoestingen te land niet aan de orde waren. Dat in tegenstelling met het buitenland, waar door ‘burgeroorlogen’ veel ellende werd aangericht. “… dankzij de goede belastingmoraal en bereidheid om geld te lenen aan de overheid kon de Republiek zich een ongekend groot leger en een enorme vloot veroorloven.”
Op economisch terrein was de VOC van groot belang. Er ontstond een soort voorloper van de aandelenhandel in de vorm van aan- en verkoop van inleggelden t.b.v. de scheepstransporten naar de Oost. Ook de ‘tulpenmanie’ in de dertiger jaren van de zeventiende eeuw bracht veel geld in het laatje. Er werd bij gespeculeerd, zelfs bij al geplante bollen. Ons land dankt sindsdien het wereldleiderschap in bollen aan dit begin. Over arbeidersinkomsten is niet alles precies bekend, maar het is tekenend dat er armenhuizen waren en grote sociale ongelijkheid.
Bevrijd van het juk van de Spaanse koning en gekomen tot grote bloei, “veranderde het begrip vrijheid in Nederland … (ze) hadden voor zichzelf ook de vrijheid gecreëerd om zaken naar hun hand te zetten en aan andere mensen hun wil op te leggen.” De Unie van Utrecht uit 1579 bepaalde dat iedereen mocht geloven wat hij/zij wilde, godsdienstvrijheid dus. Dat was in de Republiek ook het geval, maar alleen de calvinisten konden dat openlijk doen, de overige geloofsovertuigingen werden ‘gedoogd’, maar dan wel zonder zichtbare verschijningvormen.
Prak eindigt met een moderne stelling: “Er was in Nederland in de zeventiende eeuw iets bijzonders aan de hand. Dat probeert de term ‘Gouden Eeuw’ te benoemen. Het optimisme dat die term uitstraat, laat onverlet dat er tegelijkertijd en als onlosmakelijk onderdeel van de vooruitgang van die periode, dingen gebeurden die toen en nu als verwerpelijk moeten gelden.
Nederlands Gouden Eeuw mag zonder twijfel een belangrijk naslagwerk worden genoemd voor kenners en geïnteresseerden. Het bevat een veelheid aan feiten, weetjes en opinies, zoveel dat afgeraden kan worden het in een adem uit te lezen. Het uitgebreide register zorgt dat de lezer kan vinden waar hij naar zoekt. De geannoteerde bibliografie per hoofdstuk leidt naar verder lezen en de noten geven een prima verantwoording van de bronnen van Prak.
Een naslagwerk als dit had misschien een iets luxer, gebonden uitgave verdient. Maar blijft nu wel voor velen bereikbaar. De sobere manier van uitgeven blijkt ook uit de betrekkelijk geringe opname van illustraties: merendeel in zwart-wit met één kleurenkatern. Maar wat er is opgenomen is adequaat en ter versterking van de tekst.
Een boek van belang om te gebruiken in de hedendaagse maatschappelijke discussie.
Kees de Kievid
Boek bestellen!