Stil luisteren
Wat stilte met je hersenen doet – Michel le van Quyen – Ten have – 192 blz.
Bij het woord stilte zal je in eerste instantie denken aan ontbreken van geluid. Een deel van dit boek gaat dan ook over geluidsstilte, en het belang daarvan voor de hersenen. Maar de Franse neurowetenschapper Michel Le van Quyen behandelt in dit boek ook andere, net zulke belangrijke vormen van stilte, namelijk de visuele en de mentale.
Nadat Le van Quyen een gezichtsverlamming kreeg die te wijten bleek aan overmatige stress, is hij zich gaan verdiepen in stilte in de ruimste betekenis van het woord en zette zijn bevindingen op papier.
Het is een verrassend boek geworden, vol inzicht gevende wetenschappelijke bevindingen. Le van Quyen stelt tal van zaken aan de orde, onder andere wat er fysiologisch gebeurt als je hersenen uitgeput raken, waarom je hersenen rust nodig hebben, wat het belang is van beheersing van emoties, hoe je neuronen kunt laten groeien en wat het profijt is van mijmeren, dagdromen en mediteren. Ook doet hij uit de doeken wat er in je hersenen gebeurt als je je inleeft in een theaterstuk, film of boek en geeft hij tips over hoe je jezelf beschermt tegen (te veel) piekeren. Dit alles in toegankelijke taal, alleen met gebruik van vakjargon als het echt nodig is, en met feiten en weetjes waaraan je in het dagelijkse leven ook echt wat hébt.
Neem oogknipperen. Algemeen wordt gedacht dat we dit doen om onze ogen te bevochtigen. Dat klopt maar ten dele. We blijken voornamelijk te knipperen om het zogenaamde defaultnetwerk van onze hersenen te activeren, het deel van ons hersennetwerk dat aan zet is als we in rust zijn. Zo’n 28.000 keer per dag zetten we onze hersenen een zeer kort moment in die modus. Dat lijkt veel, maar met alle visuele prikkels die we tegenwoordig te verduren krijgen, blijkt het bij lange na niet genoeg om onze hersenen de rust te geven die ze feitelijk nodig hebben. Daar is wel wat aan te doen en Le van Quyen geeft ons een aantal zinnige oefeningen en technieken om meer visuele stilte in ons leven in te bouwen.
Een daarvan is een techniek die al in 1920 door een Britse oogheelkundige is geïntroduceerd, het zogenaamde palming, waarbij je eerst je handen stevig over elkaar wrijft en daarna je handpalmen over je (geopende) ogen legt en het zo donker mogelijk maakt. Zo blijf je een paar minuten in het donker zitten, om je ogen de broodnodige visuele stilte te geven.
In hoofdstuk vijf zijn een paar belangrijke pagina’s ingeruimd voor het belang van écht luisteren, van ‘stil’ luisteren, waarmee de auteur bedoelt dat je zonder je eigen verhaal erin te betrekken, luistert naar wat een ander je vertelt. Dus niet (in gedachten of hardop) reageren met zinnen als ‘Vertel mij wat, ik ken het’, of ‘Dat had ik laatst ook’. Nee, gewoon stil en zonder oordeel luisteren. Le van Quyen benadrukt ook hoe belangrijk dit is in ons contact met kinderen, en het belang van een ‘stil’ luisterend oor, zonder de ruis van jouw mening of je eigen verhaal.
Auditieve, visuele en mentale stilte blijkt ook voor de hersenontwikkeling van kinderen en jongeren cruciaal. Le van Quyen benadrukt dat hoe beter zij met stilte leren omgaan, hoe groter hun concentratie wordt en ook hun innerlijke rust.
Voor iedereen die geïnteresseerd is in de werking van de hersenen en de gunstige invloed die diverse vormen van stilte op je hersenen kunnen hebben, is dit een boek een absolute aanrader. Ik zou het ook zakenmensen en politici die invloed hebben op hoe de maatschappij is ingericht door de strot willen duwen. Veel geluid waarmee we geconfronteerd worden (of het nu gaat om auditief of visueel geluid) is immers zó niet nodig (voorbeeld: bladblazers). Meer zen, ook in de buitenruimte: als dit boek daaraan zo kunnen bijdragen, wat een zegen zou dat zijn.
Boek bestellen!