Als het beestje maar een naam heeft

Baardman & boterkontje, de vogel en zijn naam – Toine Andernach – Noordboek Natuur – 129 blz.

De huidige coronatijd kent ook een klein lichtpuntje: er zijn meer mensen die de natuur in gaan. En daar valt altijd wel wat te beleven. Er zijn mensen die nu ook voor het eerst een beetje vogelaar zijn geworden. Dat is ook goed voor de verkoop van natuur- en vogelboeken, daarvan getuigt het grote aantal nieuwe boeken.

Ook nieuw, maar anders is het boek van Toine Andernach Baardman en boterkontje. Het gaat niet over determinatie, maar om de vogelnamen. Vogelaars die het hele land doortrekken voor waarnemingen hebben het wel vaker bij de hand gehad: regionaal kunnen vogelnamen sterk verschillen en dan hebben we het niet eens over namen die individuele vogelaars voor zichzelf gebruiken (idiolectische namen).

Waar komen al die namen toch vandaan? Daarover doet Andernach letterlijk en figuurlijk een boekje open. Geregeld is de naam afkomstig van het geluid dat een vogel maakt. Denk aan de tjiftjaf en de kievit. Maar ja, zou die vogel, als hij zich in Duitsland bevindt, een ander geluid maken? Daar heten ze respectievelijk zilbzalb en kiebitz! Ook hebben sommige vogels een naam die afkomstig is van een eigenschap van de soort. Zo lijkt de snavel van een lepelaar op een lepel waarmee hij zijn voedsel ‘opschept’ en de baardman lijkt in zijn uiterlijke verschijning wel een klein baardje te hebben. Vergeet ook niet de oorsprong in het latijn, waaruit ook oude vogelnamen afkomstig zijn

Op zijn eigen, vaak humoristische en persoonlijke manier verantwoordt Andernach de namen van diverse vogelsoorten. “En nu ben je vast ook benieuwd hoe het zit met die andere vogelnamen op –er: als de putter put, eidt dan de eider, fraat de frater, ruit de ruiter, reigt de reiger, sperwt de sperwer, topt de topper en lijst de lijster? Zo simpel zal het vast niet zijn…”

Elk hoofdstukje van ca. vier bladzijden wordt daarbij voorzien een hedendaagse foto en een plaat uit het boek Nederlandsche Vogelen van Nozemann en Sepp (1770 en 1829), dat ik al eerder voor u op onze website heb besproken. Zo krijgen de namen ook ‘gezichten’. Ditzelfde boek is ook voor Andernach een bron van verklaring van vogelnamen. Een voorbeeld hiervan is de naam van de scholekster. Op onze eilanden worden visresten, schollegrom, weggegooid, waaraan deze vogels zich tegoeddoen. “Dit kan misschien de aenleiding aen onze Zeedorpelingen gegeeven gehad hebben om deeze vogelen Scholaeksteren te noemen.” Toch geeft hij ook andere verklaringen.

Voor het geven van verklaringen uit het verleden moet de auteur wel het nodige van taalkunde weten. De roerdomp staat nog niet in zijn lijst van waarnemingen. Maar wel weet Andernach te vertellen dat roer in het Middelnederlands riet betekent. Het verklaren van domp is moeilijker. Het zou een klanknabootsing kunnen zijn, maar in het Middelnederlands wordt de vogel ook roertrompe (trompet) genoemd en in het Noord-Brabants domphoren (hoorn). Dit soort informatie en nog veel meer maakt deze uitgave tot een belangrijke bron van informatie.

Alsof dat alles nog niet genoeg is bevat elk hoofdstuk ook nog eens een quizvraag. Het is aan de lezer deze op te lossen of het antwoord aan het einde van het boek op te zoeken. Het opgenomen register van vogelnamen vergemakkelijkt tijdrovend zoekwerk.

Er zijn al wel meer boeken over vogelnamen gepubliceerd. Daarbij valt te denken aan het Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen door Klaas J. Eigenhuis (illustraties van Dirk J. Moerbeek) in 2004 uitgegeven. Ook interessant is Nederlandse en oudhollandse Vogelnamen door uitgeverij Constantia in 1983 gepubliceerd en geschreven door L.F. Rynja, met daarin de vogelnamen van voor 1900 en de huidige vogelnamen. En niet te vergeten het in eigen beheer uitgeven De Nederlandse vogelnamen en hun betekenis door Ter Stege en Blok (1995-2008), met meer dan 5000 volksnamen (ook in het Fries). Deze boeken en nog veel meer publicaties vormen de bronnen waaruit Andernach putte en die hij keurig in een lijst in dit boek verantwoordde.

Als bepaald zou moeten worden wat de doelgroep voor dit alleraardigste boekje is, dan is dat er meer dan één. Natuurlijk belangrijk voor de beginner: naam en uiterlijk bij elkaar passen. De gevorderde vogelaar, die bij het horen van een vreemde naam denkt: “Ha, een nieuwe soort”, had zich de teleurstelling kunnen besparen. Zelfs gidsen op vogelexcursies kunnen met behulp van dit boekje, beter vragen van deelnemers beantwoorden. De plezierige, luchtige stijl zullen iedereen doen genieten. De prachtige uitvoering van dit gebonden boek in hardcover maakt het tot een naslagwerk. Niet alleen de auteur verdient een pluim, maar ook een groot aantal foto’s maken het boek af. De fotografen, Renata de Wit, Erik la Lau, Gert van der Horn, Ellen Sandberg, Mark Kras en Klaas de Jong mogen best eens meedelen in de waardering! Het doet deugd dat de auteur alvast een vervolgdeel heeft aangekondigd.

Kees de Kievid

Boek bestellen!

Andere recensies

Het dagboek van de grote boze wolf – Ben Miller – Vertaling: Tosca Menten – Van Holkema & Warendorf – 240 blz. Wat een hilarisch verhaal, dit dagboek van de grote boze wolf. Aan het begin van het verhaal is de winter net afgelopen...
Lees verder Categorie: Humor, Kinderboeken
| Reageer!
Wij van de Ripetta – Tomas Lieske – Querido – 231 blz. In deze roman laat Lieske de Engelse schrijver en toneelspeler William Shakespeare naar Rome reizen. In werkelijkheid is hij daar nooit geweest, maar het levert een verrassend boek op als Shakespeare daar...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
Het jaar van Bonk – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Volt – 314 blz. Wanneer Finn de nieuwe buurt vanuit een kastanjeboom door zijn verrekijker verkent, wordt hij ruw verstoord door Zwaan die het niets vindt om bespied te worden door een...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Kinderboeken
| Reageer!