Fenomenaal boek

De ontdekking van de natuur – Hans Mulder – Terra – 256 blz.

Schrijver Hans Mulder is historicus en werkt als conservator natuurlijke historie van het Allard Pierson, de collecties van de Universiteit van Amsterdam. In dit boek heeft hij zich verdiept in de natuurontdekkingen die wetenschappers door de eeuwen heen deden. Hij focust zich in het bijzonder op de periode tussen 1500 en 1900. Natuurlijk ontkwam hij niet aan de Griekse voorgangers van deze natuurvorsers, want ook Aristoteles, Plato en Socrates komen o.a. in het hoofdstuk ‘Het vuil als kraamkamer’ even langs. In die vroege tijden werd vaak gedacht dat dieren konden ontstaan uit rottend vlees, huisvuil of modder. Het ontbrak de wetenschappers destijds natuurlijk aan middelen om de natuur optimaal te observeren. Die middelen, zoals de microscoop van Van Leeuwenhoek, werden pas in latere perioden uitgevonden.

In twintig hoofdstukken, vol anekdotes, theorieën en fabels vertelt Mulder op aanstekelijke wijze hoe de mens er langzaam achter kwam dat dieren, net als de mens werden geboren na een aantal stadia te hebben doorlopen. Die stadia konden wel wat verschillen, maar het uiteindelijke resultaat was bijna altijd een volgroeid volwassen exemplaar. Een uitzondering is bijvoorbeeld de Axolotl (een albino salamander) die in het larvenstadium blijft steken.

De ontdekking van de natuur is een boek van formaat, letterlijk en figuurlijk. Qua omvang is het een ‘koffietafelboek’ en je kunt er natuurlijk fijn doorheen bladeren en genieten van de vaak fenomenale afbeeldingen, want van de afgebeelde prenten kan volop worden genoten. Er zit wel een tijdsvolgorde in, maar in principe zou je de hoofdstukken ook door elkaar kunnen lezen.

Een vermakelijk hoofdstuk is ‘Een menagerie en een snorretje’. Een hoofdstuk dat qua afbeeldingen nogal afwijkt van de andere, want hier doen ze ronduit amateuristisch aan. Ze komen uit het boek Wonderen der natuur, beschreven door Jan Velten. Hij zal het op eigen initiatief en met eigen geld hebben moeten laten drukken, want ik denk niet dat een commerciële uitgave enige inkomsten hadden opgeleverd. In dit boek zijn drie vogels van Velten opgenomen, de zwartkoplori, de helmkasuaris en een flamingo. Ik moet zeggen dat de zwartkoplori best goed gelukt is, maar ik vraag me meteen af of hij die echt zelf heeft geschilderd of dat hij er iemand voor heeft ingehuurd. Er staat ook een tekening in het boek van een menagerie met exotische dieren.

Het was niet eenvoudig om exotische dieren te vervoeren en heelhuids te laten aankomen in Nederland. De reizen van de schepen, meestal van de VOC, duurden maanden. Om bijvoorbeeld een volwassen leeuw of tijger mee te nemen was praktisch ondoenlijk, omdat er voor het dier een enorme hoeveelheid vlees nodig was. Roofdieren werden dan ook vaak als welp meegenomen en dan lukte het soms om er een levend over te brengen. Ook was er kennis voor nodig om dieren te vervoeren. Wat aten ze precies? Dat was niet altijd bekend. Het gevolg was dat veel dieren onderweg al stierven en het gevolg daar weer van de prijzen hoog waren. De dode dieren werden opgezet en dan opgenomen in een verzameling van een of andere rijke koopman of edele.

Toch waren er ook anderen die het zich konden veroorloven om nog levende exotische dieren aan te schaffen. Een van heen was Jan Westerhof, eigenaar van herberg De hoop in Amsterdam. Achter de herberg lag een grote tuin waarin Westerhof een menagerie inrichtte met dieren die hij opkocht via de VOC, waarvan pakhuizen vlakbij waren gevestigd. De kleine dierentuin, met voornamelijk vogels, was heel bijzonder en trok ook belangrijke mensen aan. Een van hen zou, volgens een theorie van Hans Mulder, tsaar Peter de Grote zijn geweest, die was, zoals zijn naam al zei, heel groot was (ruim twee meter) en hij droeg een snorretje als Errol Flynn. Op een onbeholpen tekening van Jan Velten waarop hij de menagerie van Westerhof had weergegeven, staat ook een lange man met een snorretje.

Er is niet zoveel over de reizen van tsaar Peter in Nederland bekend. Wel bekend is zijn reis naar Delft per trekschuit om Antoni van Leeuwenhoek te bezoeken. Het bezoek van de tsaar aan Delft bracht zoveel mensen op de been dat hij zich niet in het gedrang durfde te begeven en op de trekschuit bleef. Van Leeuwenhoek was zo aardig om dan zelf maar naar de tsaar toe te gaan om zijn microscoop te laten zien.

De ontdekking van de natuur is doorspekt met dergelijke vermakelijke anekdotes, die samen met de schitterende illustraties het boek tot een feest maken om te lezen. Voor iedere natuurliefhebber en zij die interesse hebben in een stuk van onze vaderlandse geschiedenis dat nog wat onderbelicht was, kan ik dit boek van harte aanbevelen.

Pieter Feller

Boek bestellen!

Andere recensies

Het dagboek van de grote boze wolf – Ben Miller – Vertaling: Tosca Menten – Van Holkema & Warendorf – 240 blz. Wat een hilarisch verhaal, dit dagboek van de grote boze wolf. Aan het begin van het verhaal is de winter net afgelopen...
Lees verder Categorie: Humor, Kinderboeken
| Reageer!
Wij van de Ripetta – Tomas Lieske – Querido – 231 blz. In deze roman laat Lieske de Engelse schrijver en toneelspeler William Shakespeare naar Rome reizen. In werkelijkheid is hij daar nooit geweest, maar het levert een verrassend boek op als Shakespeare daar...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
Het jaar van Bonk – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Volt – 314 blz. Wanneer Finn de nieuwe buurt vanuit een kastanjeboom door zijn verrekijker verkent, wordt hij ruw verstoord door Zwaan die het niets vindt om bespied te worden door een...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Kinderboeken
| Reageer!