De kracht van het snoeien

Carmona – Rob Verschuren – In de Knipscheer – 141 blz.

“De man hoorde hier niet. Dat zag je aan de steelsheid waarmee hij zich voortbewoog. Aan zijn dure, maar afgedragen regenjas van klassiek model. Hij was groot en gezet, maar hij had niets krachtigs. Als een groot mollig weekdier gleed hij door de straten van de Stad der Duisternis en keek met ongericht misprijzen om zich heen.”

Zo begint Carmona, de nieuwe roman van Rob Verschuren. De man in kwestie is John Wu, zoon van een westerse backpacker en een Chinees meisje. De backpacker verdween en het meisje bracht het kind onder bij haar ouders. De stad is een niet nader genoemde Aziatische metropool en even tweepolig als de protagonist. Naast de Stad der Duisternis verrijst de bovenwereld met kantoortorens, banken en winkelcentra.

Wu, emeritus hoogleraar Russische letterkunde, is vastgelopen in zijn leven. Tussen twee werelden gevallen in een lege bodem van het bestaan. Beroofd van zijn portefeuille pleegt hij een bankoverval met een gestolen speelgoedpistooltje op het Vrijheidsplein in de bovenstad. Hij wordt veroordeeld tot ruim een jaar detentie. Het is geen gewone gevangenis waarin hij terecht komt. Een modelgevangenis, aldus de directeur. Maar evenzeer een gevangenis. Wu maakt kennis met merkwaardige figuren zoals de zachtmoedige Tiamat die zich met een reeks operaties in een draak laat veranderen en de maffiamoordenaar Santino met zijn wijze serene gezicht waarover gezegd wordt: ‘Santino is onze dorpsheilige.’ In feite zijn ze niet vreemder dan Wu zelf die in de ogen van zijn medegevangenen gek is omdat hij zich vrijwillig heeft laten opsluiten. Terwijl de meeste gevangenen hunkerend uitkijken naar de dag van vrijlating, ziet Wu er huizenhoog tegenop.

Hij komt te werken in de gevangeniskwekerij waar bonsaiboompjes geproduceerd worden. De tuinman laat een Carmona zien, knipt vele takjes weg zodat de stam zichtbaar wordt en legt uit dat juist de stam de boom zijn karakter geeft. ‘Wanneer een boom de vrijheid krijgt om ongecontroleerd te groeien, gaat dat karakter verloren.’

Vrijheid is het thema van de roman. Het begrip krijgt in de loop van het verhaal verschillende invullingen. Zo werd de stad bij stichting ‘Vrijheid’ genoemd. En de gevangenisdirecteur doceert: ‘Gevangenisstraf wordt gewoonlijk gezien als vrijheidsberoving, maar wat mensen vrijheid noemen is een illusie. (…) Mijn gevangenis is de enige plek waar mensen vrij zijn.’ Wu is verlaten door zijn vrouw en kinderen, afgewezen door zijn studenten, zelfs zijn boeken hebben zich tegen hem gekeerd. Zijn vrijheid is die waarover Janis Joplin zingt: ‘Freedom is just another word for nothing left to lose.’

In de gevangenis verandert Wu. Centraal in deze ontwikkeling staat de relatie met zijn celgenoot Kid, een jonge drugsverslaafde. De deftige professor en de streetwise junkie. Aanvankelijk bezien ze elkaar met antipathie. Gaandeweg wordt Wu door het gevangenisregime van fysiek werk en dieet minder mollig en iets krachtiger. Ook het misprijzen waarmee hij naar de wereld kijkt, verandert in een opener houding. Het contact met Kid groeit, aarzelend maar onontkoombaar. Op een dag vraagt de jongen wanneer Wu voor het laatst gelukkig was. Het antwoord is de opmaat voor een verrassend en ontroerend einde.

Carmona is geschreven met de bekwaamheid van de bonsaimeester. ‘Het is wonderlijk hoe je in zo’n kleine roman zoveel kunt zien van het leven op aarde,’ merkte ik al eens op in de bespreking van Tyfoon, de eerste roman van Verschuren en dat geldt ook voor Carmona. Zoals Tyfoon een kunstig, met veel facetten geslepen bergkristal is, zo is Carmona een bonsaiboom, zoals de titel al zegt. Sommige takken zijn zichtbaar en als lezer moet en kun je de overige zelf aanvullen. Snoeien en laten groeien. Met als resultaat een magnifieke roman die nu eens inzoemt op een situatie tussen mensen met al hun emoties van gevoelloosheid tot en met euforie, en dan het perspectief weer verbreedt naar de dystopische context. Een stad die steeds meer bedreigd wordt door het stijgende zeewater. Een stad waarin niet alleen de kansarmen in de Stad der Duisternis  ‘beroofd zijn van hun enige bezit: hun familiezin en stamverbondenheid’, maar waarin ook de jongeren in de bovenstad in toenemende mate besmet raken door de ziekte van de liefdeloosheid. Dit alles is geschreven in een originele zintuigelijke stijl met treffende beelden en karakteriseringen. Lees de volgende passage uit het begin van het verhaal wanneer Wu in de Stad der Duisternis aangesproken wordt door een vrouw:

“Hij bestudeerde de vrouw. Ze had haar vijfentwintigjarig jubileum op de keien achter de rug. De beenderstructuur van haar gezicht en haar verweerde huid vertelden verhalen van ontbering en migratie. Van kindergrafjes en wit gebleekte skeletten van kuddedieren, van een gruwelijk tocht over de droge steppe en over met rijp bedekte bergpassen, voortgedreven door wilde verwachtingen. En hoe deze illusies een voor een waren gestorven in de jungle van de stad. “Hoeveel?”

Yolande Belghazi – Timman

Boek bestellen!

Andere recensies

Het dagboek van de grote boze wolf – Ben Miller – Vertaling: Tosca Menten – Van Holkema & Warendorf – 240 blz. Wat een hilarisch verhaal, dit dagboek van de grote boze wolf. Aan het begin van het verhaal is de winter net afgelopen...
Lees verder Categorie: Humor, Kinderboeken
| Reageer!
Wij van de Ripetta – Tomas Lieske – Querido – 231 blz. In deze roman laat Lieske de Engelse schrijver en toneelspeler William Shakespeare naar Rome reizen. In werkelijkheid is hij daar nooit geweest, maar het levert een verrassend boek op als Shakespeare daar...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
Het jaar van Bonk – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Volt – 314 blz. Wanneer Finn de nieuwe buurt vanuit een kastanjeboom door zijn verrekijker verkent, wordt hij ruw verstoord door Zwaan die het niets vindt om bespied te worden door een...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Kinderboeken
| Reageer!