Verhalen van Haasse weerstaan met gemak de tand des tijds
Maanlicht – Hella S. Haasse – Querido – 107 blz.
Jarenlang was Hella Haasse op zoek naar een witte map met verhalen en zij kon hem maar niet vinden. Toen Haasse op 29 september 2011 stierf ging haar redactrice Patricia de Groot op zoek naar de map of andere verhalen die nog gepubliceerd konden worden. Achterin het boek legt ze uit hoe ze te werk is gegaan en wat ze heeft aangetroffen. Veel onaf werk, synopsissen en diverse ongedateerde versies van allerlei verhalen. Uit deze wanorde zeefde ze uiteindelijk deze vier verhalen Maanlicht en Caulder Hall, twee van de verhalen waren eerder gepubliceerd in Ruim baan en Vrije geluiden. De verhalen Een verhaal en Landschap in olieverf zijn nooit eerder gepubliceerd.
Redactrice Patricia de Groot beschrijft dat Haasse altijd geïnteresseerd is geweest in ‘spookachtige’ verhalen. Ze had een voorkeur voor de Engelse schrijver M.R.James.
De vier verhalen hebben alle spookachtige elementen. Er is sprake van andere dimensies. De hoofdpersonages horen geluiden die overledenen maken, ze belanden in een schilderij of in het verleden, om daarna weer terug te keren in het heden. De verhalen kenmerken zich alle door zeer verzorgd taalgebruik, dat slechts verkregen kan worden door het telkens herschrijven van de zinnen. Schaven, schaven en nog eens schaven, maar dan wel zo dat een lezer daar niets van zal merken.
Het eerste verhaal is ook het meest literaire en staat bol van de prachtige zinnen. Zoals deze als de hoofdpersoon bij een oude kathedraal naar de nachtelijke hemel kijkt.
‘Aan de muil van een middeleeuws gedrocht dat bij de daklijst uitstak, hing een ster te sidderen.’
Of deze als de hoofdpersoon door iemand die sterk op hem lijkt is meegetroond naar een nachtgelegenheid.
‘De vrouw in de gladde groene jurk, met haar spitsgevijlde rode nagels en nog rodere mond, wierp haar wezen van simpele demi-mondaine af als een slangenhuid: vanwaar toch kende ik dat onpersoonlijke gezicht met de steenharde ogen, wreed omlaag gebogen mondhoeken en de schijnbaar zo lichte, maar onontkoombare indruk van haar als in bloed gedompelde vingertoppen.’
Het oudste verhaal schreef Haasse al in 1938, maar op geen van de verhalen kun je een tijdsgewricht plakken. Ze zouden ook in het heden kunnen spelen. Tijdloos dus. De prachtige verhalen van Hella S. Haasse zijn een voorbeeld voor beginnende schrijvers die zich aan het literaire genre willen wagen. Ze blijven een zeer groot genot om te lezen. Ik denk nog generaties lang.
Pieter Feller
One thought on “Verhalen van Haasse weerstaan met gemak de tand des tijds”