Hoe we leerden kijken naar de natuur
Scherpstellen – Roelke Posthumus – Noordboek – 352 blz.
Direct ten zuiden van Hoek van Holland en de Nieuwe Waterweg, en ten noorden van de Maasmonding lag aan het begin van de vorige eeuw het kroondomein De Beer. Het werd later ook wel vogelreservaat of vogeleiland De Beer genoemd. Door de aanleg van de Nieuwe Waterweg werd een stuk land ter grootte van 1300 hectare van het vasteland afgescheiden en aan het eiland Rozenburg toegevoegd. Op dit stuk land ontwikkelde zich een vlakte met strand en een duinenrij. Het grootste deel was bedekt met struiken. Elders ontstond rietmoeras. Het wemelde er van de zee en kustvogels. Dit was de plek waar alles begon: vier scholieren uit Den Haag met een grote liefde voor de natuur zetten hierheen hun eerste schreden in het bestuderen van dierlijk gedrag. Het waren Gerrit van Beusekom, Frans Kooymans, Martin Rutten en Niko Tinbergen, die er later ook nog eens een boek over schreven: Het Vogeleiland, met een inleiding door Jac P. Thijsse, in 1930, uitgegeven door A.G. Schoonderbeek te Laren.
Belangrijke component
De genoemde Jac. P. Thijsse was ook de initiator voor de vier jongens om alles heel precies te beschrijven wat zij zagen en fotografeerden met hun, in onze ogen, lompe camera’s. Door deze werkwijze hebben zij eigenlijk het startsein gegeven aan de ethologie, de bestudering van het gedrag van dieren in hun natuurlijke omgeving (als tak van de biologie). Daarvan doet dit boek uitgebreid verslag, waaruit blijkt dat de vier vrienden als pioniers gezien moeten worden. Niko Tinbergen bleek de belangrijkste component, wat o.a. bleek uit de toekenning van de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde, die hij moest delen met Konrad Lorenz en Karl von Frisch, die net als hij grote namen in de ethologie waren en er belangrijk werk voor hebben verricht. Tinbergen is als persoon daarom ook een rode draad in dit boek.
Rode draad
Posthumus trakteert de lezer op een tweede rode draad: de onderlinge geschillen over de methode van waarneming in de etymologie. Tinbergen hanteert hierbij vier vragen: 1. Ontwikkeling: Hoe verandert het gedrag gedurende het volwassen worden van het dier? 2. Mechanisme: Welke stimuli veroorzaken het gedrag? 3.Functie: Hoe beïnvloedt het gedrag de kans op overleving en reproductie? 4.Evolutie: Hoe verandert het gedrag als een functie van de evolutionaire geschiedenis, of fylogenie, van het bestudeerde dier? Het grootste verschil tussen de opvattingen van Tinbergen en zijn aanhangers is dat zij vinden dat uitsluitend gekeken moet worden naar het waarneembare gedrag. Een meer psychologisch ingestelde groep geleerden stelde dat niet uitsluitend het uiterlijk meetelde maar dat er ook naar het innerlijk, waaruit gedragingen voortkomen, gekeken moet worden. Posthumus weet boeiend hierover te vertellen.
Belangrijke voorlopers
Slecht weinig mensen beseffen het belang van Tinbergen en zijn groep, hoewel het voorvechters op hun gebied waren. Is men vergeten hoeveel beroemde volgers hij heeft gehad, zoals Richard Dawkins (leerling van hem), Desmond Morris, John Alcock, Jane Goodall en in Nederlandse omgeving Henk Castelijns, Adriaan Kortlandt en Frans de Waal.
De lezers die menen een nieuwe biografie van Niko Tinbergen te raadplegen moet ik teleurstellen en verwijzen naar de fantastische uitgave over Niko’s leven door Han Kruuk. Ook de twee Aula pockets door Tinbergen: Sociaal gedrag bij dieren (378) en In ’t vrije veld (611). Kan ik de lezers van harte aanbevelen. Wie nog meer over ethologie wil weten verwijs ik naar de website ethologie.nl
Invloed
Posthumus brengt met dit boek een wetenschap waarin Nederlanders vooraan stonden op een zeer boeiende manier tot leven. Ze laat zien hoe Niko en zijn vrienden door Thijsse en ander Haagse leraren werden beïnvloed. Welke gevolgen dat heeft gehad, zoals de oprichting van jeugdclubs die zich met natuurstudie bezig hielden. Gezamenlijk hebben de leden daarvan onschatbare waarnemingen gedaan en beschreven. Ook de rol van de voortgang van de techniek in bijvoorbeeld betere camera’s en telescopen speelt daarbij een grote rol. Werd het geduld vroeger danig op de proef gesteld, nu kan dat sneller in een maatschappij waarin snelheid een noodzaak is geworden. Toch kijkt Posthumus met een grote brok nostalgie terug naar vroeger.
Laat u bij het lezen niet afschrikken door het grote aantal personen dat beschreven wordt, maar concentreer u bij het lezen op de grondwaarden van de ethologie, dan zult u het nauwelijks kunnen wegleggen. Het boek is voorzien van een bibliografie en een nuttig register. Wat illustraties en foto’s betreft, had de uitgever zich misschien wat royaler kunnen tonen.
Kees de Kievid
Boek bestellen!