Een muzikaal historisch jeugdboek dat er mag zijn
De castraat – Joyce Pool β Lemniscaat – Blz. 285
De proloog van De castraat begint op een bijzonder pijnlijk moment als Angelo, de hoofdpersoon, ontwaakt met een vreselijke pijn in zijn onderlijf. Hij ligt in bed, maar niet in zijn eigen, in een volkomen onbekende omgeving. Hij ziet jongens om zich heen van zijn eigen leeftijd die koorjurken dragen. Een van hen, Paolo, brengt hem op de hoogte van wat er is gebeurd en waar hij zich bevindt. Hij hoort dat hij is ontmand en dat hij in de jongensslaapzaal van het conservatorium ligt. Hij is gecastreerd om ervoor te zorgen dat hij zijn prachtige jongenszangstem zal behouden. Angelo is geschokt dat dit zomaar kan gebeuren. Een leven lang zingen was zijn wens maar zoals het nu is gegaan had hij het nooit gewild! Hij wil dat de ingreep wordt teruggedraaid, hij wil later net zo’n zware stem als zijn vader had en hij wil een gezin met kinderen!
Het verhaal begint vervolgens in zijn verleden. Met zijn vader die leerlooier is, zijn zus en zijn tante woont hij in Fiesole. Sinds zijn moeder een jaar eerder overleed, helpt hij zijn vader in de leerlooierij. Alleen op zaterdag heeft hij vrij. ’s Morgens heeft hij repetitie van het kerkkoor en ’s avonds zingt het koor tijdens de mis.
De priester die het jongenskoor dirigeert, is bijzonder over hem te spreken. Angelo krijgt de kans om voor de paus te zingen als die later dat jaar naar Fiesole komt. Dan moet hij eerst tonen dat hij beter is dan Gaetano Bernardi, de zoon van de burgemeester, die ervan uit gaat dat hij zal winnen. Want mocht zijn stem niet goed genoeg zijn, denkt Gaetano, dan zal zijn vader wel iets voor hem regelen. Tijdens het voorzingen zijn niet alleen de priester en de familie Bernardi aanwezig, ook een andere priester, de bisschop en de beroemde componist Scarlatti en zijn dochter Rosa hebben een stem in het kapittel.
Na afloop bezoeken de priesters Angelo’s vader om hem ertoe te bewegen Angelo te laten gaan zodat hij naar het conservatorium kan. Die is zeer resoluut, zijn zoon gaat niet naar het conservatorium omdat de prijs te hoog is. Angelo denkt op dat moment dat zijn vader over geld spreekt. Maar na de operatie vraagt hij zich af of zijn vader wist dat hij eerst moest worden geopereerd en dat hij zijn zoon daarom niet naar Florence wilde laten gaan. Ondanks het feit dat Angelo voor de paus mag zingen, blijft zijn vader bij zijn besluit.
De hele situatie verandert als zijn vader onverwacht overlijdt en hij diep in de schulden bleek te zitten. Angelo’s tante kan die niet kan betalen. Angelo neemt het besluit zich alsnog bij de priester te melden voor de opleiding aan het conservatorium.
Na de castratie wordt hij erg ziek en krijgt hij hoge koorts. In de slaapzaal is Paolo de enige die zich met hem bemoeit. Als Angelo begint op te knappen, neemt Paolo hem mee naar een repetitie van de sopranisten zoals de castraten worden genoemd. Angelo schrikt van hun uiterlijk maar als ze beginnen te zingen, klinkt het hemels. Aan het conservatorium in Florence begint een nieuw leven voor hem in een nieuwe wereld.
De sopranisten zingen, behalve tijdens de mis, voor rijke families bij begrafenissen en andere plechtige gebeurtenissen. Angelo is om zijn prachtige stem zeer geliefd en wordt samen met Paolo alom gevraagd. Hierdoor komt hij voor moeilijke keuzes te staan. Het verlangen van Angelo naar liefde en naar een gezin maakt hem soms opstandig en verdrietig. Als hij later een oude bekende ontmoet, wordt het er allemaal niet gemakkelijker op.
Joyce Pool schept een geloofwaardige wereld van muziek en zang, van achterdocht en intriges in het 17de eeuwse Florence. Haar levendige beschrijvingen zijn nergens docerend en nemen de lezer mee naar een tijd van armoede en rijkdom, van het leven voor en achter de schermen van het conservatorium en de katholieke kerk. Kortom: De castraat is een historische roman die het lezen meer dan waard is voor (jong)volwassenen!
Hanneke de Jong