Fijne geluiden van geborgenheid
Mijn fijne geluidenboekje – Edward van de Vendel – Illustraties Mattias de Leeuw – De Eenhoorn โ 64 blz.
Edward van de Vendel is een alleskunner. Hij schrijft prentenboeken, boeken voor kinderen van alle leeftijden tot en met pubers en young adult en vertaalt daarnaast ook nog. Per jaar komen er vier ร vijf titels van hem uit. Je zou zeggen dat de kwaliteit daar onder gaat lijden maar wie Mijn fijne geluidenboekje ter hand neemt, weet dat dit niet het geval is. Elk versje over een heel herkenbaar geluid(je) is als een snoepje van verwondering en herkenning verpakt in eenvoudige maar treffende woorden en beelden.
Het zijn geluiden die elke peuter, elk kind kent en herkent, als het openen van een chipszakje, de grasmaaiers op zaterdagochtend, pratende pannendeksels, knerpende sneeuw en de plantenspuit. Elk geluid is een feestje en heeft betekenis want als je leest hoe Edward van de Vendel het verwoordt in dit boek, ga je je opnieuw verwonderen.
Parapluutjes van water,
en daarvan het geluid:
papa die rondloopt
met de plantenspuit.
Papa en mama spelen, naast de geluiden, een grote rol. Alles is geschreven vanuit het kind dat zich verbaast of verheugt en zich geborgen weet. Nergens slaande deuren en harde stemmen en dat is in deze tijd een verademing. Mama zingt een liedje met de koptelefoon op zodat het kind maar de helft van het geluid hoort. En toch klinkt het gezellig dat ’tweedehands geluid’. En wat te zeggen van deze:
Nu hoor ik papa.
Hij komt thuis.
Hij rijdt tot bijna
bij ons huis.
Hij is er weer,
ik ben zijn kind.
Soms word ik blij
van knerpend grind.
Je ziet het tafereeltje voor je, je voelt de stille vreugde en je weet dat het goed is.
De gedichtjes staan – op รฉรฉn na – in het rood gedrukt bij vrolijke tekeningen van Mattias de Leeuw die mooie kleuren gebruikt. Ze geven perfect de stemming van het versje aan.
Het laatste gedichtje, witte letters op blauw, blaast de dag uit:
Je ligt in bed, maar daar beneden
hoor je mama en papa praten.
Je ligt in bed en je denkt tevreden:
ik ben dus niet in de steek gelaten.
Met zo’n gedichtje op de rand van je bed voorgelezen, gaat toch ieder kind gerust slapen?