Vergeten boeken opnieuw uitgeven
Nils Buis, werd geboren op 8 maart 1959 te Amsterdam. Hij volgde het VWO en studeerde in 1987 af in de Algemene Taalwetenschap. Sinds 1993 is hij zelfstandig grafisch ontwerper bij Om tekst en vorm. In 2011 richtte hij uitgeverij Schokland op, een uitgeverij die zich toelegt op het heruitgeven van Kritische Klassieken, boeken die ooit veel indruk hebben gemaakt en ten onrechte in de vergetelheid zijn geraakt.
In de loop van zijn leven heeft hij vele (bestuurs)functies in diverse politiek-maatschappelijke bewegingen vervuld. Nils is getrouwd, vader van één dochter en opa van twee kleinkinderen
Hoe kwam je op het idee om een uitgeverij te beginnen?
Ik zeg altijd dat ik eigenlijk een lezer ben. Al lange tijd ergerde ik me aan het feit dat er jaarlijks ongelooflijk veel nieuwe boeken op de Nederlandse boekenmarkt verschijnen (wel 40.000 titels, heb ik me laten vertellen), waarvan er een heleboel niet uitgegeven zouden hoeven worden. En dat terwijl er in het verleden zoveel prachtige boeken zijn verschenen die niet of nauwelijks meer verkrijgbaar zijn en niet meer gelezen worden. We leven in een tijd waarin ‘groot, snel en veel’ belangrijker lijken dan inhoud en kwaliteit. Dat zie je ook terug in het aanbod in de boekhandel, dat steeds verder verschraalt en in de korte tijd die een boek wordt gegund om in de boekhandel verkocht te worden. Ik wil boeken uitgeven die ik belangrijk vind en niet om er in korte tijd zoveel mogelijk geld aan te verdienen. Eigenlijk ben ik dus uit nood uitgever geworden en ik zie uitgeven dan ook als een daad van culturele oppositie.
Uitgeverij Schokland geeft Kritische Klassieken uit. Waarom alleen deze boeken?
Voor een kleine uitgeverij als de mijne is het erg belangrijk dat je voor het publiek herkenbaar bent. Vandaar mijn concentratie op een “deelmarkt”: maatschappijkritische literatuur die al eerder verschenen, maar niet meer verkrijgbaar is, kortom: ‘Kritische Klassieken’. Daar komt natuurlijk bij dat daar ook mijn affiniteit als lezer ligt.
Wat zijn de criteria voor de uitgeverij om een boek uit te geven?
Allereerst geldt dat ik geen nieuwe boeken uitgeef, maar boeken die al eerder in een ver – of minder ver – verleden voor het eerst zijn verschenen. Het zijn dus altijd heruitgaven. In de Kritische Klassieken komen literaire kwaliteit en maatschappijkritiek samen. Ik geef per jaar in deze serie twee boeken uit en hoop zo een canon op te bouwen van titels die een rol hebben gespeeld in de sociaal-maatschappelijke emancipatiestrijd. Als ik het zo kort mogelijk moet samenvatten zijn Kritische Klassieken boeken die versmaad, verboden, verguisd, verbrand of inmiddels vergeten zijn. Daar komt bij dat ik een zwak heb voor tegendraadse, non-conformistische dwarsdenkers; schrijvers die niet makkelijk in een bepaald (partij)hokje zijn te vangen.
Ik probeer het zo te verdelen dat er van die twee titels altijd één een fictie- en één non-fictieboek is. De fictie moet een maatschappelijk thema hebben, over engagement beschikken, zoals bijvoorbeeld de romans Nacht in de middag van Arthur Koestler en Mens of niet van Elio Vittorini. De non-fictie moet de nodige literaire kwaliteit hebben. Voorbeelden daarvan zijn de reportages van Albert Helman over de Spaanse burgeroorlog, De sfinx van Spanje of de memoires van Ernst Toller, Een jeugd in Duitsland over de waanzin van de Eerste Wereldoorlog en de roerige revolutiejaren vlak daarna: allebei boeken die ook literair van hoge kwaliteit zijn.
Hoe kom je aan titels?
In de loop van de jaren heb ik veel gelezen en een aardige boekenverzameling opgebouwd. In eerste instantie ben ik dan ook begonnen met mijn eigen boekenkast opnieuw uit te geven. Iedere lezer zal herkennen dat je al lezend via het ene boek bij een volgend boek terecht komt. Als Simone de Beauvoir bijvoorbeeld in haar memoires over Arthur Koestler schrijft, prikkelt mij dat om me in Koestler te gaan verdiepen. Via Koestler wordt je dan weer op het spoor van andere schrijvers gebracht, en zo verder. Natuurlijk is mijn kennis begrensd, daarom nodig ik iedere lezer van de Kritische Klassieken uit om nieuwe titels voor de serie aan te dragen.
Er wordt veel aandacht besteedt aan de vormgeving van de boeken. Waarom vind je dat belangrijk?
Het uitgeven is voor mij een nevenactiviteit, in het dagelijks leven ben ik grafisch ontwerper. Het antwoord op deze vraag ligt dus voor de hand! Ik heb er een hekel aan als een boek na één keer lezen al uit elkaar valt. Ik heb veel waardering voor het ambacht van de fysieke productie van een boek: het drukken en het binden en afwerken. Daarom geef ik alleen maar genaaid gebonden boek uit, je moet aan een boek kunnen zien dat het met liefde en toewijding gemaakt is! Mijn uitgangspunt is dat een boek meerdere generaties mee moet kunnen, dat vind ik een vorm van duurzaamheid.
Behalve aan de fysieke productie van een boek besteed ik ook veel aandacht aan de boekbezorging zelf. Als bijvoorbeeld een vertaling niet voldoet dan wordt er een nieuwe gemaakt en een non-fictie titel gaat altijd vergezeld van een verklarend notenapparaat. Ieder boek uit de Kritische Klassieken heeft een nawoord waarin een deskundige ingaat op de tijd waarin en de achtergronden waartegen het geschreven is, zodat de lezer van nu het boek in zijn tijd kan plaatsen en tot een beter begrip kan komen.
Is er een markt voor Kritische Klassieken en kun je ervan leven?
Na een voorbereidingstijd van ongeveer een jaar om het concept van de uitgeverij uit te werken ben ik in 2011 begonnen met de eerste titels uit te geven. Als het erom zou gaan om zo snel mogelijk zo veel mogelijk geld te verdienen, dan had ik beter gebakken lucht kunnen gaan verkopen. Gelukkig verkeer ik in de luxe positie dat ik niet van het uitgeven hoef te leven, ik verdien mijn geld als grafisch ontwerper, wat overigens zowel voordelen als nadelen heeft.
Het is mij vanaf het begin duidelijk geweest dat mijn boeken geen bestsellers zullen worden. Ik ben er wel van overtuigd dat het steady-sellers zijn, dat wil zeggen: boeken die altijd de moeite waard blijven om te lezen, ook voor een toekomstige generatie lezers.
Het runnen van een uitgeverij is in deze tijd voor de gevestigde uitgeverijen al lastig, maar hoe is dat voor een beginnende uitgever? Tegen welke problemen loop je aan?
Voor een kleine uitgeverij is het lastig dat je afhankelijk bent van het Centraal Boekhuis voor de distributie naar de boekhandel. Op zich is het een prachtig systeem en is het niet meer dan logisch dat je moet betalen voor de diensten die het CB levert. Maar de vaste contributie die je daarnaast jaarlijks moet betalen is voor een kleine uitgever niet op te brengen, omdat die contributie voor kleine en voor grote uitgevers even hoog is. Om even een rekensommetje te maken: een uitgever die honderd titels per jaar uitgeeft is omgerekend zo’n € 20,- per titel aan contributie kwijt. Als je, zoals ik, maar twee titels per jaar uitgeeft kost dat bijna € 1000,- per titel. Dat is eigenlijk niet te doen! Daarom is mijn uitgeverij een imprint van Uitgeverij Papieren Tijger geworden. Zij verzorgen mijn distributie naar het CB en via het CB naar de boekhandel en ik betaal hen voor de kosten die zij daarvoor maken.
Merk je dat boekhandelaren vooral boeken inkopen die bij gevestigde uitgeverijen worden uitgegeven? Is het lastig om een plekje te veroveren?
Wat me behoorlijk tegenvalt is hoeveel moeite het kost om mijn boeken de boekhandel in te krijgen – de goede overigens niet te na gesproken. Ik zie het aanbod in de breedte steeds verder afnemen, en daar maak ik me zorgen over. Dat is dan ook precies de reden waarom ik met uitgeven ben begonnen. Ik troost me met de gedachte dat ieder nieuw idee altijd even tijd nodig heeft om herkend en gewaardeerd te worden. Tot dusver heeft ieder door mij uitgegeven boek uitstekende recensies in de kwaliteitspers gehad en ik merk bij elke nieuwe uitgave een lichte stijging in de belangstelling.
Men kan zich ook abonneren om een jaar lang alle titels te ontvangen. Wat is het voordeel van een abonnement voor de lezer?
Het enige voordeel dat de abonnee heeft is dat zij/hij op die manier op de hoogte blijft van al mijn uitgaven en op die manier geen deel hoeft te missen. Vanwege de wet op de vaste boekenprijs (waar ik overigens een warm voorstander van ben) mag ik abonnees geen korting geven. Het voordeel is vooral voor mij: een abonnement is feitelijk een soort voorfinanciering voor de titels die ik in een jaar ga uitgeven. Ik kan dankzij de abonnees een betere inschatting maken van de oplage waarin ik een boek laat drukken en uitgaan van een gegarandeerde minimumoplage. Op die manier investeren de abonnees in de continuïteit van de serie en maken ze nieuwe uitgaven mogelijk.
Wat zijn de leukste kanten van het uitgeversvak en wat de minder leuke?
Als uitgever, en zeker als kleine uitgever, moet je van veel markten thuis zijn. Zo ben ik niet alleen uitgever van Uitgeverij Schokland, maar ook ontwerper, redacteur, administrateur, PR functionaris, vertaler, koffiejuffrouw en contactpersoon voor auteurs, vertalers of hun rechthebbenden. Dat laatste vind ik het leukst. Het begint met de speurtocht naar wie de rechthebbenden zijn van een boek dat ik graag wil uitgeven. Omdat het gaat om boeken uit het verleden zijn dat in de regel schrijvers, vertalers of rechthebbenden met een verleden. Dat zijn vaak bijzondere mensen, soms heb ik dan letterlijk het gevoel alsof ik de geschiedenis een hand geef.
Welke schrijvers hebben de meeste indruk op je gemaakt hebben?
Dat blijven toch de grote klassieke schrijvers als Tolstoj, Toergenjev, John Steinbeck en Pirandello, om er een paar te noemen. Van de hedendaagse schrijvers was ik erg onder de indruk van Sneeuw van Orhan Pamuk en Nachttrein naar Lissabon van Pascal Mercier.