Mag je een gegeven paard…?
Pietje Pienter pakt uit – Laurentien van Oranje – Illustraties Jan Jutte – 30 blz.
Douwe Egberts laat jaarlijks drie sinterklaasboekjes verschijnen die je gratis krijgt bij aankoop van twee koffieproducten. De schrijvers zijn vaak bekende Nederlanders die gekoppeld aan een goede illustrator de boekjes maken. Dit jaar zijn het Laurentien van Oranje, Najib Amhali en Ivo Niehe die hun kunsten op kinderboekengebied mogen vertonen. Van Laurentien zijn al meerdere boeken verschenen over Mr Finney, boekjes over duurzaamheid en klimaatverandering. Zij mag zich dus kinderboekenschrijfster noemen.
Pietje Pienter pakt uit gaat over een knechtje van Sinterklaas dat deze keer de baas mag zijn over het inpakken, maar voordat hij deze klus op zich neemt, heeft hij een ernstig gesprek met de Sint over de wat suffe en verouderde inrichting in diens huis. Sint zou het wel allemaal wel fraaier willen. Hij verzucht: “Maar ik ben te oud om het weer mooi te maken.”
Elke voorgelezen kleuter zal toch meteen denken, maar dat hoef je toch niet zelf te doen? Een heel leger Pieten kun je zo inzetten om je huis op te knappen? Maar niet de schrijfster van dit verhaal, want anders kan ze niet verder.
Nee, Sinterklaas sluipt ’s nachts zijn bed uit om een briefje in de schoen van Pietje Pienter te stoppen. Wat staat er in dat briefje? Dat mogen we nog niet weten. Wel zien we Pietje Pienter in de weer met rollen pakpapier, die op de volgende bladzijde allemaal verdwenen zijn. De andere Pieten zijn wanhopig. Waar moeten de cadeautjes nu in verpakt worden?
‘Papa, mama, Sinterklaas kan toch wel nieuw papier kopen?’ zal elke kleuter vragen.
Nee, het papier is op en er moeten andere materialen gevonden worden om de cadeautjes in te pakken, anders kan het verhaal niet verder. Enfin, de Pieten zijn lekker bezig, want ze maken hele grote kunstzinnige pakketten, die volgens de schrijfster bij elk kind dat een liedje zingt door de schoorsteen worden gegooid.
‘Wij hebben geen schoorsteen!’
‘Stil nou, we moeten verder.’
‘Maar die pakken zijn zo groot, die kunnen niet door een schoorsteen!’
‘Wil je nou dat ik verder lees of niet?’
‘Ik vind de plaatjes wel heel mooi.’
Dit zou zo maar een gesprekje kunnen zijn tussen een ouder en een kind over dit boekje.
Het verhaaltje is mager en de dialogen houterig. Veel herhalingen van woorden. Er worden soms te moeilijke woorden voor de doelgroep gebruikt. Wie zegt nog ‘pienter’ bijvoorbeeld? Maar ook woorden als ‘radeloos’ en ‘Fun-Piet’. Dat laatste kan toch gewoon Pret Piet zijn?
Hoe vaak moeten we nog zeggen dat woorden echt niet kunnen worden gelachen of gehuild?
Een zinnetje als “’Zeker niet!’ lacht Sinterklaas.” had de redactie eruit moeten halen.
Gelukkig is er Jan Jutte, die met zijn kleurige tekeningen en collages het verhaaltje ternauwernood overeind houdt. De Sint is een leuke ouwe baas en Pietje Pienter een bruin knechtje met een groene en een blauwe sok. Het boekje is natuurlijk al van de zomer gemaakt, voor de discussie over Zwarte Piet losbarstte, want de andere Pieten zijn lekker pikzwart, hebben vuurrode, dikke lippen, kroeshaar en dragen soms een gouden oorbel. Dankzij de leuke illustraties is het boekje nog te pruimen. Maar ja, je krijgt het gratis, dus geen gezeur.
Douwe Egberts vergeet die BN’ers nou eens en zet gerenommeerde kinderboekenschrijvers op de klus. Er zijn er tientallen van in Nederland. Het zou de kwaliteit van de boekjes zeer ten goede komen!
Pieter Feller