Een betoverend boek
Heksenhoer, sterf! – Ugo Janssens – Uitgeverij Van Halewyck – 286 blz.
“Als een man – of vrouw – beschuldigd is van tovenarij, moet hij (of zij) de waterproef ondergaan.” Dit citaat is niet weggeplukt uit een of ander zestiende-eeuws Europees wetboek. De tekst dateert meer bepaald uit de codex van de Soemerische koning Oernammoe die regeerde over Zuid-Mesopotamië van ca. 2112 tot 2095 v.C. Dit gegeven toont duidelijk aan dat de omgang met tovenarij en hekserij veel ouder is dan we denken, zo stelt Ugo Janssens in zijn boek Heksenhoer, sterf! Meer nog: volgens sommige onderzoekers is magie zo oud als de mens zelf. Ze verwijzen hierbij naar grotschilderingen zoals bijvoorbeeld in Lascaux. Op een van de afbeeldingen velt een tot bizon gereïncarneerde sjamaan een opponent.
Niet alleen bij de Mesopotamiërs maar ook bij de Egyptenaren en Assyriërs zijn teksten teruggevonden over magie. De Grieken en Romeinen hadden ook in hun eigen mythen vrouwelijke figuren die als heksen kunnen omschreven worden. Zo duikt Mèdeia op in de sage van de Argonauten. Deze tovenares vertoont na de ontrouw van Jason, de leider van de Argonauten, een gedrag dat in latere eeuwen zal toegeschreven worden aan heksen: seksuele bezetenheid, magische excessen, het doden van kinderen, poging tot vergiftigen…
Na een passage over de visie op de vrouw in de grote godsdiensten beschrijft Janssens de ketterwaan die in de Westerse middeleeuwse samenleving heerst en uiteindelijk leidt tot de vervolging van heksen. In de hoofdstukken over hekserij in de vijftiende tot achttiende eeuw komen een aantal aspecten naar voren die bij het breed publiek soms niet goed geweten zijn. Heksen waren niet altijd lelijke, oude vrouwen. Het waren dikwijls mooie, jonge (vroed)vrouwen. In twintig procent van de gevallen waren het zelfs mannen of kinderen. Zo werd de bekende Zuid-Nederlandse cartograaf Gerard Kremer (Mercator) op een bepaald moment verdacht van tovenarij. Verder waren het de civiele rechtbanken die heksenprocessen voerden. De inquisitie hield zich slechts heel uitzonderlijk bezig met heksenveroordelingen. Interessant is ook het inzicht dat de auteur bijbrengt over het feit dat de rechters in deze processen er echt van overtuigd waren dat ze zowel voor de heks in kwestie als voor de samenleving goed werk verrichtten door de doodstraf uit te spreken. In zijn chronologisch overzicht van hekserij vliegt de auteur in een paar zinnen over de moderne tijd om uiteindelijk te landen bij de wicca-beweging.
Heksenvervolgingen behoren niet tot het verleden. Janssens haalt enkele recente voorbeelden aan van heksenvervolgingen in onze moderne tijd onder meer in Afrika. Maar ook islamitische religieuze bestanddelen sijpelen door in onze westerse cultuur. Hij houdt een pleidooi voor integratie van vreemdelingen in onze samenleving zodat dergelijke praktijken geen uitbreiding zouden nemen. Het is in ieder geval duidelijk dat hekserij en zwarte magie in andere werelddelen nog heel sterk aanwezig zijn.
De meeste slachtoffers van heksenvervolgingen waren dus vrouwen. De auteur gaat op dat aspect uitgebreid in. Op de eerste plaats toont Janssens aan de vrouw in vroegere tijden altijd een ondergeschikte rol gespeeld heeft. Meer nog: vrouwen vormden een gevaar voor de mannen. De grote monotheïstische godsdiensten (jodendom, christendom en islam) hebben dit beeld alleen maar versterkt. In zijn nawoord maar ook op diverse plaatsen in het boek uit Janssens zijn woede over dit onrecht.
Het boek is opgebouwd uit dertien hoofdstukken. Ieder hoofdstuk is nog eens opgedeeld in twee tot zes kleinere paragrafen. De tekst leest vlot. Het boek geeft op vrij beknopte wijze een goed inzicht in een onderwerp waarover je een bibliotheek zou kunnen schrijven. Toch zijn er hier en daar overbodige passages opgenomen, zoals bijvoorbeeld de weergave van de uitgesproken woorden bij bepaalde handelingen tijdens moderne heksensabbatten. Het werk is, zoals we van Janssens gewoon zijn, zeer goed onderbouwd. Hij gebruikt geen noten. Voor de leesbaarheid van de tekst is dit positief maar toch is het soms wel handig te weten in welke bron de lezer meer informatie kan vinden. De auteur besteedt veel aandacht aan het weergeven van de bibliografie (inclusief internetsites) alsook van de personen die hij heeft aangeschreven of geïnterviewd. Het boek bevat twee katernen met kleurenillustraties. Achterin vinden we een zeer uitgebreid trefwoorden- en personenregister terug.
Met Heksenhoer, sterf! heeft Ugo Janssens weer een kwaliteitsvol en verzorgd werk afgeleverd. Wie meer wil te weten komen over de globale beeldvorming van hekserij, magie en tovenarij door de eeuwen heen haalt een degelijk werk in huis.
Kris Muylle