Een gebroken carrière
Sjeng van Dalsum, nagelaten werk – Joke Pallada – 70 blz.
Jean Paul Louis Emanuel (Sjeng) van Dalsum (1943 – 2015) was de zoon van een van de grootste toneelspelers van de vorige eeuw, Albert van Dalsum en actrice en danseres Isodora (Do) Mogendorff. Hij werd in Amsterdam geboren, maar zijn ouders vertrokken naar Limburg, waar hij opgroeide. In die omgeving werd zijn naam al gauw Sjeng. Hij was geen makkelijk kind. Een jongen met concentratie- en leerproblemen, waarschijnlijk veroorzaakt door een lichte vorm van hersenvliesontsteking die hij in zijn prille jeugd had opgelopen. Op de lagere school bleef hij twee keer zitten en met veel moeite behaalde hij de 3-jarige HBS. Daarna ging hij een opleiding volgen aan de Rijksacademie van beeldende kunsten te Amsterdam en na een conflict aldaar, vervolgde hij zijn schildersopleiding aan de Koninklijke Academie voor Schone kunsten in Antwerpen.
Schrijfster, Joke Pallada, was de laatste partner van Van Dalsum, wiens drie eerdere vrouwen al tijdens zijn leven overleden, evenals zijn zoon Daan, die net als Van Dalsums eerste vrouw, aan depressies leed. Van Dalsum probeerde aan de kost te komen als schilder, maar kwam door allerlei redenen niet in aanmerking voor de BKR. Hij miste de sociale vaardigheden die een schilder ook moet hebben, zoals een netwerk opbouwen om zijn doeken aan de man te brengen. Ook twijfelde hij vaak welke richting hij zou volgen. Hij bewonderde Dali, Van Gogh, Van Dongen, Rembrandt en Frans Hals en probeerde diverse stijlen. Zo doen de portretten 75, 76 en 77 op blz. 57 in dit boek sterk denken aan de portretten die Van Gogh tekende en schilderde. Andere schilderijen zijn duidelijk geïnspireerd door Edward Hopper en Mondriaan. Misschien is dit een van de redenen dat Van Dalsum in de jaren zeventig en tachtig niet doorbrak. Gebrek aan een eigen stijl.
Hij had nog wel even succes met zijn schilderijen van wielrenners die hij op kleurrijke en dynamische wijze op het doek bracht. Tijdens een tentoonstelling in Schagen kocht de bekende radioverslaggever Theo Koomen een doek van Van Dalsum. Misschien had Sjeng van Dalsum in die richting moeten doorgaan.
Omdat hij niet de kost kon verdienen als schilder besloot hij om te gaan studeren. Als veertiger bleek het leren ineens veel makkelijker te gaan dan in zijn jeugd en hij behaalde met goede cijfers zijn kandidaats psychologie. Er brak een tijd aan van lesgeven in schilderen en tekenen en studeren. Na het behalen van zijn doctoraal aan de universiteit van Nijmegen wordt hij geronto-psycholoog. Hij tekent en schildert dan niet meer, want zo redeneert hij “schilderen is een beroep en geen hobby”. Pas na 2000 komt hij hier op terug en maakt weer wat nieuwe werken.
Niet al het werk van Van Dalsum is van topkwaliteit, maar veel van zijn schilderijen vind ik aantrekkelijk, zoals die van de wielrenners, zijn Franse dorpsgezichten en de Hopper-achtige doeken. Dit boek kan je op het spoor zetten van een schilder die onbekend is gebleven bij het grote publiek, maar zeker meer aandacht verdient.
Joke Pallada probeert de herinnering aan Sjeng van Dalsum levend te houden. Er wordt gewerkt aan een familieboek over Albert, Sjeng en Daan van Dalsum. Sjeng van Dalsum, nagelaten werk toont al aan dat er genoeg interessante dingen te melden zijn.
Websites: Joke Pallada, Sjeng van Dalsum en Albert van Dalsum