Een thuis vinden
Stukjes hemelblauw β Sue Durrant β Vertaling Nan Lenders β Meis & Maas β 208 blz.
Stukjes hemelblauw gaat over de broer en zus Zac en Ira die zonder ouders opgroeien. Jarenlang verhuizen ze van het ene pleeggezin naar het andere tot ze ineens, als ze zeven en negen jaar oud zijn, in kindertehuis Skilly worden ondergebracht. Hoewel ze een mooie, eigen kamer krijgen toebedeeld, vinden de twee kinderen het aanvankelijk verschrikkelijk in Huize Skilly en ze voelen zich er eenzaam en verlaten. Maar zoetjesaan raken ze gehecht aan de mensen die in het tehuis wonen en werken. Ze kunnen goed overweg met de verzorgers Silas en Hortense, en ook met de kinderen worden Zac en Ira uiteindelijk vrienden β zelfs met de kinderen waar ze in eerste instantie een hekel aan hadden.
Toch is er één persoon waar ze lange tijd een beetje bang voor blijven, en dat is mevrouw Clarks, de directrice. Als mevrouw Clarks glimlacht, ziet dat er zelden gemeend uit en ze is vaak streng en kortaf. Pas aan het eind van het boek, als er een geheim over mevrouw Clarks aan het licht komt, begrijpt Ira waarom mevrouw Clarks het altijd moeilijk vindt om vriendelijk en lief te zijn voor de kinderen die in Huize Skilly terechtkomen. Het is ook aan het eind van het boek dat het leven van Ira en Zac een gelukkige wending neemt en waar het eerste en het laatste hoofdstuk op ontroerende wijze met elkaar worden verbonden.
Stukjes hemelblauw bestaat uit korte hoofdstukjes en op de eerste pagina wordt al duidelijk dat het om dagboekfragmenten gaat. Na het korte inleidende hoofdstuk β dat je pas echt goed begrijpt als je het hele boek hebt gelezen β word je meteen het verhaal ingetrokken:
βIk heet Miracle, maar dat zeg ik tegen niemand. Het is om je rot te schamen, vooral voor een jeugdzorgkind. Misschien dacht mijn moeder bij mijn geboorte dat het leven wonderbaarlijk mooi en volmaakt zou worden, maar dat werd het niet en dat is het ook nooit geweest. Daarom noemt iedereen me Ira. Mijn broer heet Zackery of Zac. Allebei die namen zijn okΓ©, maar Zac past beter bij hem omdat hij altijd rent. Als je hem Zackery noemt, is hij weg voordat je zijn naam hebt uitgesproken.β
Na dit openingsfragment kon ik het boek slecht wegleggen. Niet alleen omdat ik het meteen goed geschreven vond, maar ook omdat boven dat hoofdstuk oktober 1987 staat, en ik me afvroeg waarom Durrant ervoor had gekozen het verhaal in dat jaartal te laten beginnen. Ook dit wordt aan het eind van het boek duidelijk.
Bijzonder aan dit boek is dat het niet alleen de zielenroerselen van een tehuiskind pijnlijk weergeeft, maar ook dat er een mooi tijdsbeeld geschetst wordt, en dat het boek ondanks de pittige problematiek nergens te zwaar wordt β daar schrijft Durrant te sprankelend voor:
βDe rit naar Skilly duurde een eeuwigheid. Het verkeer zat helemaal vast en ik dacht dat de autoβs er vanuit de lucht vast uitzagen als mieren. Ik weet dat mieren geacht worden precies te weten waar ze mee bezig zijn, maar ik vroeg me wel af of zij zich vanbinnen net zo voelden als wij. Verloren.β
Durrant geeft een licht filosofisch en ontroerend beeld van het leven in Huize Skilly, en van de problemen waarmee de kinderen en hun verzorgers te maken krijgen. Want ieder kind dat er woont heeft een eigen gebruiksaanwijzing, en dat geldt niet in de minste plaats voor Zac, die met zijn weerbarstige gedrag een aantal keren voor flinke opschudding zorgt.
De vertaling is kundig gedaan, maar voor de leesbaarheid had er van mij wel wat meer gebruik gemaakt mogen worden van interpunctie. Ik weet dat de Engelse taal daar andere regels voor heeft, maar een komma tussen twee persoonsvormen, bijvoorbeeld, leest nu eenmaal gemakkelijker β zeker voor kinderen. Daarop aansluitend: ik hoop van harte dat dit prachtige boek niet alleen door 10-plussers wordt opgepikt maar ook door tieners en volwassenen. De omslag doet ook meer denken aan een YA- of een volwassenenroman, een omslag die overigens schitterend vormgegeven is: alleen daarom al een boek om te hebben.