En toch beweegt hij

Galileo Galilei, Kijker, Kerk en kosmos – Vertaling en inleiding door Margriet Agricola, Albert Van Helden en Steven Van Impe – Uitgeverij Athenaeum – Polak & Van Gennep – 240 blz.

In de middeleeuwen was het heel simpel: de kosmos was een onveranderlijk gegeven met de aarde in het centrum. Dit wereldbeeld was sterk gebaseerd op de Bijbel, het neoplatonisme en de elementenleer van Aristoteles. In het midden stond de aarde (het ondermaanse) met zijn vier elementen en vervolgens had je de ethersfeer, onderverdeeld in acht subsferen die elk hun eigen daaraan bevestigde hemellichamen meevoerden: maan, Mercurius, Venus, zon, Mars, Jupiter, Saturnus en de vaste sterren.

Aan dit wereldbeeld tornen was ketters. In de 15de eeuw presenteerde de Pool Nicolaus Copernicus als eerste openlijk een wereldbeeld met de zon in het centrum. Hij publiceerde zijn bekende werk De revolutionibus orbium coelestium pas op het einde van zijn leven. Enerzijds was dit omdat hij niet alles kon verklaren en dus niet wilde uitgelachen worden. Maar anderzijds vreesde hij de reactie van de Katholieke Kerk. Copernicus’ uitgever en vriend Andreas Osiander voegde evenwel op eigen initiatief een voorwoord aan het werk toe waarin hij uitlegde dat de theorie slechts als hypothese was bedoeld en ‘natuurlijk’ niet als werkelijkheid.

Maar de decennia daarop brengen meer en meer waarnemingen argumenten aan ten voordele van het Copernicaanse wereldbeeld. Bovendien ontdekt men dat de kosmos toch iets complexer in elkaar steekt dan men dacht. Een belangrijke stap hiertoe werd indirect gezet in 1608 door de Zeeuwse lenzenslijper Hans Lipperhey uit Middelburg. Die was op het lumineuze idee gekomen om in een verrekijker met behulp van een diafragma de diameter van de lens te verkleinen. Nadeel was dat het beeld donkerder was maar dit woog niet op tegen het grote voordeel van deze ingreep namelijk een veel scherper beeld. Een klein jaar later had het nieuwe instrument reeds Venetië bereikt waar de Italiaanse astronoom Galileo Galilei zich haastte om de lens van de kijker te vergroten en deze te richten op de maan en op Jupiter. De resultaten waren ronduit spectaculair: hij ontdekte dat onze maan een ruw oppervlak had en dat vier sterren (lees: manen) de planeet Jupiter begeleidden. Objectieve waarnemingen maar met grote gevolgen. Want de opvatting was toen dat enkel rond de aarde andere hemellichamen konden draaien. Het was duidelijk: in het heelal was er meer dan één middelpunt van beweging. Zijn waarnemingen publiceerde Galilei in het werk Sidereus Nuncius (Bericht van de sterren).

Ofschoon hij kon rekenen op de steun van andere astronomen zoals Kepler, kreeg Galilei kort na zijn waarnemingen vooral af te rekenen met ongeloof en spot. Maar het tij keerde vrij snel. Meer en meer geleerden bevestigden de waarnemingen van Galilei en in november 1610 confirmeerde zelfs Rome het bestaan van de manen rond Jupiter. Galilei werd een internationale superster. Maar de tegenstanders blijven zich roeren, zeker als Galilei in maart 1613 aantoont op basis van verschuivingen van zonnevlekken dat de zon om haar as draait. Galilei besluit dat het moment is aangebroken om de handschoen op te pakken en te trachten de bezwaren vanuit theologische hoek tegen het Copernicaanse systeem weg te nemen. Dit doet hij in een brief aan groothertogin Christina, de moeder van Cosimo II de Medici, zijn werkgever in 1615.

In deze brief erkent Galilei impliciet dat het Copernicanisme (nog) niet bewezen was, maar benadrukt hij tegelijkertijd dat hij het wel bewijsbaar achtte en dat voor zijn doel (i.c. de Copernicaanse these in vrijheid te mogen onderzoeken en bespreken) een bewijs ook niet nodig was. Daarnaast hield Galilei een pleidooi voor een nieuwe manier van wetenschap bedrijven. Hij postuleerde de mogelijkheid van een bewijs dat niet in theologische context beproefd hoefde te worden.

Al zijn inspanningen ten spijt, slaagt Galilei er niet in zijn tegenstanders te overtuigen ook al had hij goede contacten bij geestelijken in Rome. Meer nog: de Kerk oordeelde, met de hete adem van het protestantisme in de nek, dat de inname van een duidelijke positie noodzakelijk was. Op 1 maart 1616 verbood de Congregatie van de Index het hoofdwerk van Copernicus. Galilei gaf niet op maar uiteindelijk zal hij na de publicatie van zijn Dialogo veroordeeld worden door de Kerk tot levenslang huisarrest in 1633. De legende gaat dat hij bij zijn veroordeling zou gemompeld hebben: ‘Eppur si muove’ (‘en toch beweegt hij’, nl. de aarde rond de zon).

Kijker, kerk en kosmos geeft voor het eerst een vertaling in het Nederlands van de hierboven geciteerde werken Sidereus nuncius en de brief aan groothertogin Christina. De vertalers beperken zich niet louter tot een letterlijke vertaling maar geven heel wat duiding rond de bedoelingen en redeneringen van Galilei en zijn pogingen om de kerkleiders van zijn ideeën te overtuigen. Ook krijgen we een beeld van het karakter van Galilei. Verder kaderen de auteurs het geheel zeer goed met een overzicht van het beeld van de kosmos in de middeleeuwen, het heliocentrisme van Copernicus en de bijdragen in de astronomie van o.m. de Deen Tycho Brahe en Johannes Kepler. De tekst is geïllustreerd met zwart-witafbeeldingen. Achterin geven de auteurs nog wat duiding rond de vertalingen. Tot slot zijn nog een register en notenlijst opgenomen.

Zoals de auteurs zelf ook schrijven is het boek bedoeld voor scholieren, studenten, (amateur)astronomen en de geïnteresseerde leek. Dit kan volmondig beaamd worden. Wie geïnteresseerd is in dit onderwerp zal een duidelijker inzicht verwerven in de ontwikkelingen van de astronomie in de decennia rond 1600 en zeker wat de rol van Galilei hierin was.

Kris Muylle

Boek bestellen!

Andere recensies

Wij van de Ripetta – Tomas Lieske – Querido – 231 blz. In deze roman laat Lieske de Engelse schrijver en toneelspeler William Shakespeare naar Rome reizen. In werkelijkheid is hij daar nooit geweest, maar het levert een verrassend boek op als Shakespeare daar...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
Het jaar van Bonk – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Volt – 314 blz. Wanneer Finn de nieuwe buurt vanuit een kastanjeboom door zijn verrekijker verkent, wordt hij ruw verstoord door Zwaan die het niets vindt om bespied te worden door een...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Kinderboeken
| Reageer!
Mijn boek vol slimme weetjes over dieren – Mathilda Masters & Kass VanderSande – Lannoo – 120 blz. Voor kinderen vanaf zes jaar is dit een heerlijk boek om antwoord te krijgen op vragen over de meest uiteenlopende dieren. Het is verdeeld in vijf...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur, Kinderboeken
| Reageer!