Grappig kinderboek over een worm en een ‘flamingo’
Eigenlijk ben ik een flamingo – Tekst en illustraties: Simone Lia – Vertaling: Jesse Goossens – Lemniscaat – 183 blz.
Marcus is een worm. Zijn lievelingskleur is bruin. Hij houdt van modder (omdat het bruin is). En hij vindt het heerlijk om in de modderbruine aarde gaten te graven. Als Marcus Laurens ontmoet (een sjofele dikke vogel die erg op een kip lijkt… maar denkt dat hij een flamingo is), komt hij oog in oog te staan met zijn grootste angst. Marcus heeft twee keuzes: Overleven. Of opgeslurpt worden als een spaghettisliert.
Eigenlijk ben ik een flamingo is een luchtig geschreven boek over de ongewone vriendschap tussen de dikke vogel Laurens en zijn bijna-lunch, de worm Marcus. Marcus is de verteller. Hij is een slimme, inventieve worm, die zich overal listig uit weet te kletsen. Het lukt hem om Laurens ervan te overtuigen hem niet op te eten, zodat ze samen op reis kunnen.
Het is namelijk Laurens grote droom om naar het Nakurumeer in Kenia te vliegen, om daar zijn flamingofamilie op te zoeken, maar hij weet de weg niet. Gelukkig kan Marcus kaartlezen…
Onderweg beleven ze grote avonturen. Wanneer een boosaardig mol, een enge kraai en hun groottandige eenhoornvriendin de twee vrienden willen opeten, komt Marcus weer met een plan. Hij weet de veelvraten af te leiden door ze te leren dansen en beatboxen, waardoor ze kunnen ontsnappen.
Het verhaal is heel goed passend aangevuld met simpele zwartwit-tekeningen die de schrijfster Simone Lia zelf heeft gemaakt. Alles is grijs, behalve het roze van Marcus. Juist het eenvoudige van de tekeningen, het taalgebruik en het verhaal zal kinderen enorm aanspreken. Het is goed te volgen, en nog grappig ook.
“Ik wilde dat Laurens en ik ergens anders waren, ver weg van deze verschrikkelijke vogels. Ik stelde me voor hoe we door Parijs reden op een tandem met in het mandje voorop met twee versgebakken stokbroden. Daar werd ik gelukkig van. Maar toen herinnerde ik me weer dat ik niet kan fietsen.”
Eigenlijk ben ik een flamingo is in z’n geheel erg leuk, en grappig op de goede momenten. Wat wil een kind nog meer?
Felice Beekhuis