Het wandtapijt van het leven
Op de schouders van de natuur – Anne Sverdrup-Thygeson – vertaling: Lammie Post-Oostenbrink – De Bezige Bij – 270 blz.
‘De natuur is alles wat we hebben en alles wat we zijn’, schrijft Anne Sverdrup-Thygeson op het einde van de inleiding van Op de schouders van de natuur. In dit boek neemt ze de lezer op een enthousiaste manier mee op een ongemeen boeiende ontdekkingstocht doorheen de natuur met als doel ons het nut van de biodiversiteit te doen inzien. Haar boodschap is duidelijk: ‘we hebben profijt van de natuur, maar in onze pogingen om het goede uit de natuur te gebruiken, ligt ook het risico verborgen dat we de basis van ons eigen bestaan ondermijnen.’
Anne Sverdrup-Thygeson (1966) is hoogleraar biologie aan de Noorse Universiteit van Natuurwetenschappen en adviseur van het Noorse Instituut voor Natuuronderzoek. Dit niet-geïllustreerde boek is het vervolg op Terra Insecta dat zich verdiept in de wereld van de insecten, de lievelingsdieren van de auteur. Ondanks haar academische achtergrond schrijft ze op een aanstekelijke en toegankelijke wijze en haalt ze een aantal treffende voorbeelden aan over het belang van natuurbehoud. Haar verhaal heeft ze netjes verpakt in tien afgebakende thema’s met telkens een aantal essays met soms mysterieuze titels als: ‘vliegende rivieren in de Amazone’, ‘vieze praatjes in een schoorsteen’ of ‘schimmel als leeslampje’.
Het vierde hoofdstuk van haar boek bijvoorbeeld gaat over medicijnen uit de natuur. ‘Zelfs in onze hoogtechnologische synthetische wereld is meer dan een derde van deze geneesmiddelen direct of indirect uit de natuur afkomstig.’ Anne Sverdrup geeft enkele treffende voorbeelden. Zo is een van de meest winstgevende medicijnen afkomstig van de venijnboom. De stof paclitaxel wordt ingezet in de strijd tegen diverse vormen van kanker. Het speeksel van het gilamonster, de grootste hagedis van Noord-Amerika, bevat dan weer een stof die succesvol ingezet wordt in de strijd tegen diabetes 2. Meer nog: verschillende medicijnenfabrikanten onderzoeken momenteel of een stof uit het hagedissenspeeksel kan worden gebruikt bij de behandeling van geheugenverlies bij patiënten met alzheimer, Parkinson, schizofrenie of ADHD. In een ander hoofdstuk wijst de auteur op het belang van de natuur voor de productie van drinkwater. Het drinkwater van New York, een stad van meer dan negen miljoen inwoners, is direct afkomstig uit de natuur zonder dat het eerst door een zuiveringsinstallatie gaat. Een gigantische besparing die te danken is aan het feit dat het water afkomstig is uit een natuurlijk gebied. Hierbij wordt er over gewaakt dat dit water niet bezoedeld geraakt door bijvoorbeeld landbouwpraktijken. Natuur kan ons beschermen tegen rampen. De mangrovebossen in Azië blijken bijvoorbeeld effectiever tegen tsunami’s dan een kunstmatig ingrijpen door de mens.
Anne Sverdrup weeft persoonlijke anekdotes in haar verhaal waarvan hier en daar de nostalgie afdruipt. Zo bracht ze heel wat vakanties en weekends door in een zomerhuis op een klein eiland in een meer in het bos. Behept met een aangeboren interesse en verwondering leerde ze zo de relatie tussen mens en natuur kennen. We lezen over haar eerste hilarische kennismaking met koffie, over haar lievelingsboeken en over de reizen die ze maakte.
Het boek is een pleidooi voor intacte, soortenrijke ecosystemen. We zijn een klein deel van het wandtapijt van het leven. Maar het aantal mensen op aarde en vooral onze manier van leven eisen een hoge tol van de natuur, stelt Sverdrup. Ze toont aan hoe de natuur ons ondersteunt en het fundament is van onze welvaart. Maar van de miljoenen soorten op onze aarde wordt een op de acht bedreigd met uitsterven. Een ingrijpende verandering in onze maatschappij is noodzakelijk. De auteur is echter optimistisch en gelooft dat we dit tot stand kunnen brengen ‘gebaseerd op respect voor leven en liefde voor alles wat we niet willen verliezen’.
Kris Muylle
Boek bestellen!