Het zwijgen van een joods oorlogskind

Wat het hele dorp wist – Hanneke de Jong – Noordboek – 134 blz.

Hanneke de Jong (1952) is een tweetalige schrijfster: Friestalige kinder- en jeugdboeken wisselt ze af met Nederlandstalige. Fries is echter haar moedertaal, de taal waarin ze denkt en droomt. Na vele jaren in het onderwijs te hebben gewerkt, besloot ze in 2015 fulltime schrijfster te worden. In het interview dat Pieter Feller in 2013 met haar had, vertelt ze uitgebreid over wat haar drijft als schrijfster.

Inmiddels heeft Hanneke de Jong een mooi rijtje titels op haar naam staan, variërend van boeken voor kinderen van een jaar of acht tot boeken voor twaalfjarigen en ouder. Voor haar werk ontving ze verschillende prijzen, zoals in 2010 de Simke Kloostermanprijs – een driejarige prijs voor het beste Friestalige kinder- of jeugdboek – voor Salsafamke (2008), over een meisje dat tijdens een vakantie op Curaçao zwanger wordt.

In de categorie jeugdromans is dit jaar een titel toegevoegd: Wat het hele dorp wist. Voor dit boek verdiepte Hanneke de Jong zich in het levensverhaal van Louis Godschalk, die als tweejarige joodse peuter tijdens de Tweede Wereldoorlog door mensen van het verzet uit de crèche tegenover de Hollandsche Schouwburg, waar zijn ouders zaten, werd gesmokkeld en naar een pleeggezin in Friesland werd gebracht. Hij groeide er als Loekie Rienstra op in een gereformeerd milieu. Na een heftige gebeurtenis op de mulo in Sneek werd hij door zijn weinig liefdevolle pleegvader op nogal botte wijze op de hoogte gebracht van zijn joodse achtergrond en van het feit dat hij was geadopteerd. Ook ontdekte hij dat het hele dorp hierover wist, alleen hijzelf niet. Vanaf toen was niets meer hetzelfde. Loekie voelde zich niet alleen verraden door de mensen in zijn omgeving, maar vooral ook heel onzeker. Hij voelde zich niet zeker meer van zijn leven. Wat zijn ouders was overkomen in de oorlog – beiden waren weggevoerd en in Sobibor vergast – kon hem dat ook gebeuren?

Vele jaren later ontdekte Godschalk hoe het kon dat hij na de oorlog nooit is verenigd met enkele joodse familieleden die de oorlog hadden overleefd. Van belang daarbij was de nogal dubieuze rol van de Rijkscommissie voor Oorlogspleegkinderen (OPK), die er de voorkeur aan lijkt te hebben gegeven de ondergedoken joodse kinderen bij de protestantse of katholieke onderduikgezinnen te laten, waarmee de band met de joodse cultuur werd verbroken. ‘Ont-joodsen’ werd deze handelwijze naderhand genoemd. Ook Louis Godschalk overkwam dat, met vergaande consequenties voor zijn verdere leven en ook voor dat van zijn kinderen en kleinkinderen. In de biografie met de veelzeggende titel Wie ben ik? (2018) legde Koos Boorsma het levensverhaal van Louis Godschalk voor volwassen lezers vast.

Het is deze biografie, aangevuld met een intensieve mailwisseling met Louis Godschalk en Koos Boorsma, die Hanneke de Jong het materiaal leverde voor een jeugdboek waarin het leven van Godschalk wordt verteld. Ze heeft daarvoor een bijzondere vorm gekozen. In haar verhaal maakt de in Israël wonende Lion met zijn moeder Anna en opa Louis Godschalk een reis naar Nederland, waar ze in Friesland de omgeving verkennen waar opa is opgegroeid. De zestienjarige Lion en zijn moeder hopen dat opa, die tot dan over zijn leven heeft gezwegen, dan eindelijk begint te vertellen. Lion hoopt er zijn voordeel mee te doen voor een geschiedenisproject op school en zijn moeder hoopt antwoord te krijgen op vragen die ze haar leven lang heeft.

Langzaam maar zeker doet opa zijn verhaal. Dat laatste zelfs letterlijk: hij vertelt niet in de ik-vorm maar in de derde persoon over de kleine Loekie en hoe die opgroeit, alsof het niet over hemzelf gaat. Voor Lion  – én voor de lezer – wordt daarmee duidelijk hoe zeer opa nog worstelt met hoe alles is verlopen in zijn leven. Sommige wonden zijn blijvend.

Soms zijn er heftige emoties, zowel bij opa als bij Anna. Zo is er bij de eerste boosheid over de rol van de OPK bijvoorbeeld, waardoor de band met het joodse gedachtegoed werd doorgesneden. Bij Anna is er boosheid over het feit dat haar ouders op zeker moment om haar volkomen onduidelijke redenen naar Israël emigreerden. Op knappe en zeer invoelbare wijze zijn dergelijke emoties in het verhaal verwerkt.

In Wat het hele dorp wist staat niet zo zeer de onderduikperiode van een joods kind centraal, maar vooral de gevolgen ervan voor zijn latere leven. Gevolgen die doen huiveren en die, zoals bij vrijwel alle oorlogsgebeurtenissen, waarschuwen en doen beseffen: ‘Dit mag nooit meer gebeuren.’ Dat laatste is helaas een utopie gebleken, maar dat neemt niet weg dat het belangrijk is dat levensgeschiedenissen zoals die van Louis Godschalk worden doorverteld, aan volwassenen en aan kinderen.

Bekend zijn met dergelijke levensverhalen, hoe heftig ook, draagt onder meer bij aan het ontwikkelen van een empathische houding tegenover mensen die geleden hebben en/of nog lijden in extreme omstandigheden. De kracht van het boek van Hanneke de Jong schuilt vooral daarin, ook door de vorm die ze heeft gekozen. Jonge lezers zullen zich wellicht in de eerste plaats identificeren met Lion, iemand van hun eigen tijd, maar via hem kunnen ze ook meeleven met wat Loekie overkwam in een periode die ze niet hebben meegemaakt. De twee tijdlagen, die van Lion en die van Loekie, sluiten wat dat betreft naadloos op elkaar aan.

Een interessant aspect is het functioneren van de OPK, de Rijkscommissie voor Oorlogspleegkinderen, dat in het boek een thema is. Je zou verwachten dat deze commissie haar best heeft gedaan om de ondergedoken joodse kinderen terug te brengen naar hun families, of wat daarvan is overgebleven. Niets is echter minder waar. De leden van de commissie lijken zo hun eigen ideeën te hebben gehad over wat goed was voor deze kinderen. Een kwestie die door Hanneke de Jong bij monde van Louis Goldschalk scherp aan de orde is gesteld.

Alles bij elkaar is Wat het hele dorp wist een boek dat indruk maakt. Een persoonlijke geschiedenis laat een brede problematiek zien. Een boek voor lezers vanaf ongeveer twaalf jaar, maar ook voor volwassenen.

Janneke van der Veer

Boek bestellen!

Andere recensies

Het dagboek van de grote boze wolf – Ben Miller – Vertaling: Tosca Menten – Van Holkema & Warendorf – 240 blz. Wat een hilarisch verhaal, dit dagboek van de grote boze wolf. Aan het begin van het verhaal is de winter net afgelopen...
Lees verder Categorie: Humor, Kinderboeken
| Reageer!
Wij van de Ripetta – Tomas Lieske – Querido – 231 blz. In deze roman laat Lieske de Engelse schrijver en toneelspeler William Shakespeare naar Rome reizen. In werkelijkheid is hij daar nooit geweest, maar het levert een verrassend boek op als Shakespeare daar...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
Het jaar van Bonk – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Volt – 314 blz. Wanneer Finn de nieuwe buurt vanuit een kastanjeboom door zijn verrekijker verkent, wordt hij ruw verstoord door Zwaan die het niets vindt om bespied te worden door een...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Kinderboeken
| Reageer!