Een knap staaltje onderzoeksjournalistiek
Lobbyen in de Wetstraat – Dominique Soenens – Uitgeverij EPO – 247 blz.
Lobbyen is het proberen beïnvloeden van de politieke besluitvorming in functie van bepaalde belangen. Op zich is daar niks mis mee, stelt onderzoeksjournalist Dominique Soenens. Vakbonden, milieugroeperingen, middenveldorganisaties, professionele lobbyisten, bedrijven, beroepsfederaties, ngo’s en denktanks, ze doen het allemaal. Maar als deze lobbyisten een zodanige macht krijgen dat ze politieke beslissingen in sterke mate bepalen dan wordt onze democratie uitgehold. Dat is de centrale bedenking die Dominique Soenens oppert in zijn boek Lobbyen in de Wetstraat. De auteur haalt drie frappante Belgische voorbeelden aan van sterke sturing achter de schermen door de farma-, energie- en defensiesector.
Het voorbeeld van de farmasector toont aan dat lobbyen niet altijd gebeurt door afspraken en etentjes. Een van de toegepaste methoden is het inschakelen van zogezegde onafhankelijke partijen om de eigen boodschap naar buiten te brengen. Zo sponsoren farmabedrijven bepaalde patiëntenverenigingen. Het gevaar is dat deze verenigingen in feite als marketinginstrument worden ingezet. Soms worden zelfs individuele patiënten ‘ingeschakeld’ om beslissingen af te dwingen. Maar ook artsen en doktersverenigingen krijgen geld toegestopt o.m. voor bijscholingen. De poging van de Belgische minister van Volksgezondheid Maggie De Block om via het register betransparant.be wat meer openheid te brengen in deze sponsoring blijkt niet meer dan wat ‘windowdressing’ te zijn. Dominique Soenens beschrijft het concrete dossier van de familiale hypercholesterolemie (FH) om aan te tonen hoe de farma-industrie te werk gaat. Reeds 20 jaar waarschuwt de Wereldgezondheidsorganisatie voor deze erfelijke aandoening zonder dat er in België veel aandacht naar uitging. Maar in 2015 richtten twee artsen de patiëntenvereniging Belchol op net op een moment dat twee farmabedrijven een middel tegen FH op de markt wilden brengen. Belchol slaagde erin zowel politieke als media-aandacht te krijgen. ’25.000 tikken tijdbommen’ zo luidden de krantenkoppen, verwijzend naar het aantal mensen dat rondliep met FH zonder het dikwijls te weten. Een parlementaire conferentie werd opgezet en op 20 juli 2016 stuurt minister De Block een brief naar het farmabedrijf Sanofi waarin ze laat weten dat hun product Praluent zal terugbetaald worden. Soenens sluit zijn hoofdstuk over de farmacielobby af met de vaststelling dat de prijsvorming op de farmaceutische markt heel ondoorzichtig en onevenwichtig gebeurt. Dit geeft bedrijven de kans woekerprijzen te vragen voor sommige geneesmiddelen. De prijzen blijken bovendien soms zeer sterk van land tot land te verschillen. Nog een vaststelling die te denken geeft: door farmabedrijven gesponsorde studies leveren meer positieve resultaten op dan studies gesponsord door de overheid. Een en ander heeft in de Verenigde Staten geleid tot een publicatieplicht van alle studies.
Het tweede thema dat Soenens te berde brengt is het energiedebat. Alles draait hier rond het open houden van kerncentrales die ondertussen zijn afgeschreven en naast energie nu zuivere winst genereren. Uitbater Electrabel slaagde erin de beslissing van 2003 tot kernuitstap terug te draaien. Hiervoor hoeft Electrabel niet van buitenaf te lobbyen. Vaststelling is dat de tentakels van Electrabel zich in veel instanties, instellingen en organisaties uitstrekken. Deze zouden moeten onafhankelijk zijn maar laten zich soms uit in het voordeel van de kerncentrales. Ook op kabinet van minister Marghem is Electrabel duidelijk vertegenwoordigd. De betrokken minister treuzelt ondertussen ongelooflijk om een energiepact af te sluiten om de sluiting van de kerncentrales op te vangen. De kans is dan ook groot dat de kerncentrales nog jaren zullen open blijven. Tussen de experten die moeten oordelen over de veiligheid van met name de kerncentrales Doel 3 en Tihange 2 (de zogenaamde ‘scheurtjesreactoren’) is er heel wat discussie over het verantwoord zijn van deze beslissing. Maar uit het verhaal van Soenens blijkt duidelijk dat een aantal experten de belangen van Electrabel dient.
Wie denkt dat met de twee aangehaalde voorbeelden van de farma- en energiesector de strafste voorbeelden van lobbywerk aan bod zijn gekomen, heeft het verkeerd voor. In het derde deel van zijn boek gaat de auteur op zoek naar hoe de verschillende fabrikanten van gevechtsvliegtuigen de Belgische regering trachten te beïnvloeden in hun keuze voor de opvolger van de F-16. Alhoewel er nog geen officiële beslissing is genomen, lijkt het er op dat de keuze zal uitgaan naar de F-35, een peperduur toestel van Amerikaanse makelij. Politici die betrokken zijn bij het dossier geven toe dat hun technische kennis om hierover te beslissen ontoereikend is. Dus wordt de keuze in feite gemaakt door de legertop die al duidelijk de keuze voor de F-35 heeft geventileerd. Deze legertop is vertegenwoordigd op het kabinet van de Belgische minister van Defensie Vandeput door onder meer twee luchtmachters. Bovendien speelt de hele internationale constellatie een grote rol in deze beslissing. De Amerikaanse kernbommen die op het Belgische grondgebied opgeslagen zijn, zullen nooit onder niet-Amerikaanse vliegtuigen hangen.
Dominique Soenens heeft met dit boek een mooi staaltje van onderzoeksjournalistiek afgeleverd. Hij is zelf op pad getrokken en heeft contact opgenomen met diverse betrokkenen. Ook laat hij de lobbyisten aan het woord. Ofschoon hij Belgische dossiers bespreekt, maakt hij regelmatig vergelijkingen met de toestand in Nederland. Een bedenking: welke middelen worden er niet ingezet op Europees niveau (bijvoorbeeld met betrekking tot de recente goedkeuring met vijf jaar van de onkruidverdelger Glyfosaat) of op wereldniveau (bijvoorbeeld met betrekking tot de klimaatdoelstellingen)?
Het boek is een echte aanrader voor wie betrokken is met de democratie en een beter inzicht wil verwerven in de mechanismen die leiden tot politieke beslissingen. Wie heeft de touwtjes in handen?
Kris Muylle