“Lezen was absoluut niet aan mij besteed”
Liesbeth van Kempen(Amersfoort, 1959) is werkzaam geweest als accountmanager, communicatietrainer en tekstschrijver. Het leven is volgens haar een grote leerschool en al doende heeft ze zich ontwikkeld tot wie ze nu is. Ze debuteerde dit jaar met de thriller Gevaarlijk spel.
Over Gevaarlijk spel: Wanneer officier van justitie Margot spoorloos verdwijnt en kort daarna ook haar man, maakt collega Louise zich grote zorgen. Ze gaat op onderzoek uit en vindt een raadselachtig dossier op een vreemde plek. Ze weet haar broer, rechercheur bij bureau Amsterdam-Amstelland, en goede vriendin Suzan te overtuigen van de ernst van de zaak. Gedrieën volgen ze een vaag maar verontrustend spoor, waarbij elk een eigen agenda heeft en belangrijke zaken voor de ander verborgen houdt. Maar dan dreigt alles uit de hand te lopen, zo ook de groeiende aantrekkingskracht tussen Louise en Suzan.
Uit wat voor gezin kom je? Werd er veel gelezen?
Mijn ouders hebben samen drie dochters op de wereld gezet waarvan ik de middelste ben. Mijn moeder las veel, altijd op haar vaste plekje aan de keukentafel. Zij kon boeken op een bijzonder mooie en boeiende manier samenvatten. Als kind kon ik daar ademloos naar luisteren.
Las je zelf veel en welke boeken zijn je bijgebleven?
Ik was een echt buitenkind, lezen was absoluut niet aan mij besteed, tot grote wanhoop van mijn moeder. Mijn aversie werd nog groter toen mijn vader bij een bibliotheek ging werken. Bijna dagelijks kwam hij thuis met versleten, stukgelezen, smoezelige en vooral afgekeurde boeken… Hij bedoelde het goed, maar op een gegeven moment heeft mijn moeder hem duidelijk kunnen maken dat zijn actie averechts werkte. De toestroom van afgekeurde boeken stopte. Mijn moeder gaf echter niet op en kocht een splinternieuw boek voor mij, over een avontuurlijke kat genaamd Bommel. Ik heb jaren over dat boek gedaan en het waarschijnlijk nooit uitgelezen.
Een ander (kinder)boek is me voor altijd bijgebleven: Duco’s gevleugelde dromen (door H.J. Van Nijnatten-Doffegnies). Een prachtig verhaal over een jongetje dat ’s nachts in zijn dromen allerlei avonturen beleeft met de dieren om hem heen. In de vierde klas van de lagere school (jaren zestig) moest ik noodgedwongen van school veranderen. Als nieuwkomer in de reeds bestaande ‘pikorde’ was ik laagste in rang en ben twee jaar lang gepest. Meester Schuijt van de vijfde klas las op vrijdagmiddag voor uit dit boek. Voor mij was dit halve uurtje het enige fijne moment van de week. Jarenlang ben ik tevergeefs naar het boek op zoek geweest. Op een dag kreeg ik het cadeau van een vriendin die het online had weten te vinden. Dit boek hoort bij mij.
Je bent o.a. accountmanager geweest, maar daar zal je als kind wel niet aan gedacht hebben. Wat wilde je graag worden?
Al als kind was ik dol op dieren, dus dierenarts. Maar als tiener zag ik mezelf meer als actrice of jawel, schrijfster. Tja, en dan word je in eerste instantie dus o.a. accountmanager…
Lees je nu nog veel en welke schrijvers bewonder je en inspireren je?
Door de jaren heen heb ik de schade wel ingehaald. Ik kan maanden achter elkaar het ene na het andere boek verslinden, om vervolgens opeens weken geen boek aan te raken. Schrijvers die ik bewonder: Agatha Christie, Virginia Woolf, Janette Winterson, R.J. Ellory en Paulo Goelho. Schrijvers die mij momenteel inspireren zijn natuurlijk de thrillerschrijfsters van het schrijverscollectief Moordwijven waartoe ik sinds kort behoor!
Heb je een schrijfopleiding gevolgd?
Nee.
Waarom heb je voor het thrillergenre gekozen?
Dat was geen bewuste keuze. In het prille begin was de insteek van het manuscript een roman. Het verhaal ontwikkelde zich echter zodanig dat het spannend werd, te spannend voor een roman. Dat beviel mij wel.
Hoe ben je op het idee gekomen voor het schrijven van Gevaarlijk spel en wat was je inspiratie hiervoor? Hoe heb je het schrijfproces aangepakt?
De hoofdpersonages Louise, Margot en Suzan waren op een bepaald moment in mijn leven de vriendinnen die ik miste. Ik heb ze toen zelf gecreëerd in een verhaal dat uitmondde in een heus manuscript. Het is een proces van jaren geweest, in zoverre dat ik er ook jaren niet aan heb gewerkt. Pas in 2010 ben ik er consequent mee aan de slag gegaan. Voor mijn gevoel werd het een écht schrijfproces toen ik met de aanwijzingen van de redacteur van mijn uitgever aan de slag ging. Haar beeldende uitspraak: ‘Het huis staat, maar er moet nog veel gebeuren aan de inrichting,’ zette het proces van eindeloos schrappen en herschrijven in gang. Wát een leerzaam en inspirerend proces! Ik heb ervan genoten.
Heb je research gedaan voor dit boek? Personages in dit boek zijn o.a. een officier van justitie en een rechercheur, heb je bijvoorbeeld mensen gesproken die in deze beroepen werkzaam zijn?
Een kwestie van goed bevriend blijven met een ex-geliefde die juriste is bij het OM. Zij was mijn onuitputtelijke bron.
Het perspectief van Gevaarlijk spel is vanuit de derde persoon. Was dat wat je op voorhand al in gedachten had?
Daar heb ik niet echt over nagedacht, het is gewoon gebeurd. Ik vind het prettig om vanuit dit perspectief te schrijven. Onlangs heb ik geëxperimenteerd met een kort verhaal vanuit de eerste persoon, gewoon als probeersel, maar het bleek een heuse uitdaging…
Met welk personage voel je de meeste verwantschap en waarom?
Suzan! Een vrouw naar mijn hart. Aantrekkelijk, intelligent, loyaal, down to earth en met een gezonde dosis humor en zelfspot. Het klinkt waarschijnlijk narcistisch, maar ik zou zo verliefd op haar kunnen worden.
Ben je al bezig met je tweede boek? Komen dezelfde personages terug of wordt het een heel ander boek?
Ik denk dat schrijvers diep van binnen altijd bezig zijn met een verhaal. Het mijne speelt zich dan ook nog grotendeels voornamelijk af in mijn hoofd, maar heel voorzichtig staat er al wel een en ander op papier. De hoofdpersonages van Gevaarlijk spel laten mij nog niet los, dus zoals het er nu naar uitziet blijven zij nog even bij me, maar dat kan al schrijvende zomaar veranderen…
Vragen: Wendy Wenning, Pieter Feller en Froon Akker.