Maritieme geschiedenis als voorspeller
De zeemogendheden – Andrew Lambert – Vertaling: Roelof Posthuma – Omniboek – 479 blz.
Dit is een zeer belangwekkend boek. Het daagt je uit om anders naar historische kwesties te kijken en misschien antwoorden te vinden op vragen die tot nu toe (nog) niet bevredigend konden worden beantwoord of waar veel verschillende meningen over bestaan. Het nodigt ermee bewust uit tot discussie. Krijgen we antwoord op de vraag hoe de Republiek in de zeventiende eeuw zo geweldig tot bloei kon komen en daarna in verval raakte? Lees maar eens aandachtig hoofdstuk 5: “Tot welk groot profijt openen wij de zee, de Republiek als zeemogendheid”.
Van uitermate groot belang zijn de termen en hun betekenis die Lambert gebruikt. Enerzijds ziet hij de zeemogendheden (seapower states) en daarnaast zet hij de zeemachten (sea power states – twee woorden!). De zeemogendheden typeert de auteur als staten die aan twee voorwaarden voldoen: 1. ze beschikken over een uitstekende marine; 2. ze streven naar en onderhouden een eigen identiteit, die economisch en cultureel geënt is op het maritieme vlak. Als een staat aan één van deze voorwaarden niet voldoet is het geen zeemogendheid. Lambert toont aan dat vooral aan die tweede voorwaarde vaak niet voldaan kan worden. Daardoor blijven er maar weinig landen over die volgens de auteur echte zeemogendheden zijn: Athene, Carthago , Venetie, de Republiek der Verenigde Nederlanden (alleen de periode 1653-1672) en Engeland.
Lambert verbindt er ook een soort conclusie aan: de strijd die al eeuwenlang wordt gevoerd tussen zeemogendheden en de anderen heeft invloed gehad op de ontwikkeling van de wereld van nu. De grootste successen van niet-zeemogendheden stoelen voornamelijk op militaire macht, terwijl bij de zeemogendheden het handeldrijven en de maritieme bescherming daarvan hoofddoelen waren. Het is gebleken dat ze gemakkelijk de concurrentie met grotere staten aankonden. Daarnaast wijst de auteur op de culturele beïnvloeding, waarbij hij vele voorbeelden van o.a. architectuur aanhaalt, die bij de zeemogendheden te vinden zijn. Dit alles leidt hem tot een diepgaande analyse van de huidige toestand in de wereld en hij schuwt het niet zelfs verwachtingen voor de toekomst eruit te distilleren. Bijzonder daarbij is dat hij in feite afstand neemt van de Europese Unie en voor Engeland een terugkeer bepleit naar de vroegere status van zeemogendheid.
In het eerste hoofdstuk gaat Lambert nader in op de eigenschappen van zeemogendheden. Belangwekkend is zijn constatering dat ‘gewone’ staten successen boeken met gebruikmaking van militaire macht. Zeemogendheden echter zijn militair veel zwakker en streven naar bondgenootschappen. Eigen zwakheden kennende, nemen ze geen risico’s. Roem in veld- of zeeslagen wordt niet gezocht. Op binnenlands politiek terrein kenmerken zij zich door een democratisch stelsel met veel inspraak en mogelijke oppositie.
De hoofdstukken twee tot en met vier gaan over de zeemogendheden Athene, Carthago en Venetië. Met verve beschrijft de auteur de voorwaarden waaraan deze staten als zeemogendheid voldeden.
Echt interessant voor ons is het vijfde hoofdstuk over ‘onze’ Republiek. Lambert constateert dat de Republiek vóór 1650 geen aanspraak op de term zeemogendheid kan maken, want er werden geen pogingen ondernomen “een maritieme strategische macht op te bouwen, teneinde de dienst te kunnen uitmaken op zee”. Pas als de Engelsen Het Kanaal gaan beheersen, ontstaat er een gerede dreiging voor de handel. De Republiek beleeft het stadhouderloze tijdperk dat gekenmerkt wordt “door een relatief inclusieve politiek en een machtige positie op zee”. Lambert poneert dat de Republiek wel zeemogendheid moest worden wegens de rivaliteit met Engeland, onder meer uitmondend in de Eerste en Tweede Engels-Nederlandse (zee)oorlogen. Dat deze status maar zo kort heeft geduurd, tot het rampjaar 1672, is te wijten aan het herstel van het stadhouderschap, dat zijn kracht moet gaan richten op de verdediging van de landsgrenzen. Er was nu een sterk landleger nodig en geen oorlogsvloot. “De Nederlanders gaven hun heerschappij op zee op voor veiligheid.” Ook de culturele kant van zeemogendheid zijn, komt bij Lambert uitgebreid aan de orde.
Een ‘tussendeel’ van het boek wordt gevormd door de hoofdstukken zes en zeven. Lambert beschrijft daarin staten die weliswaar veel met de zee te maken hadden (en hebben) en soms een zeer sterke vloot onderhielden, maar wegens het ontbreken van andere voorwaarden geen zeemogendheid genoemd kunnen worden. Deze hoofdstukken zijn meer ter illustratie dan ter bevordering van zijn stellingen, maar bevatten veel historische feiten en analyses.
Onze stadhouder Willem III, later ook koning van Engeland – en dat is dus niet zo toevallig – is de wegbereider van Engeland als zeemogendheid. De Engelsen namen de voorbeelden van de Republiek als zeemogendheid over. Zonder die overname zou Engeland dus geen zeemogendheid hebben kunnen worden. Als rechtgeaarde Engelsman vindt Lambert natuurlijk dat zijn land in het rijtje van zeemogendheden moet genoemd worden. Hij blaast nogal hoog van de toren over de krijgsverrichtingen van zijn land op zee. Maar ook laat hij heel wat voorvallen uit de geschiedenis weg. Daarnaast zijn er zaken waar de meningen kunnen verschillen. Zo laat hij de onafhankelijkheid van de VS zijn oorzaak vinden in de bescherming van de Caribische grondgebieden. En last but not least wijt hij de teloorgang van zijn land als zeemogendheid aan de bewuste politiek van de VS tijdens de twee wereldoorlogen, die hen geen zeemogendheid wilden laten zijn. Het dieptepunt bereikte Engeland volgens Lambert bij het toetreden tot de EU. Het is afwachten of Engeland na de Brexit weer richting zeemogendheid gaat opschuiven. Ze laten al twee nieuwe vliegdekschepen bouwen; nu nog werken aan een maritieme cultuur!
De hedendaagse zeemachten worden in hoofdstuk zeven onder de loep genomen. Lambert beschrijft met argumenten of deze staten ooit zeemogendheden zouden kunnen worden. In het volgende hoofdstuk trekt hij conclusies, die u zelf maar eens goed moet bekijken.
Al met al kunnen we dit werk zien als een uitdaging, die de komende tijd verplichte kost op universiteiten zal worden. Lambert is een van de meest prominente maritiem historici van onze tijd (leerstoel Laughton Naval History aan het King’s College London) die laat zien dat de geschiedenis ons veel leert over het nu en zelfs mogelijkheden voor de toekomst voorspiegelt.
Kees de Kievid
Boek bestellen!