Neokoloniale duurzaamheid

Voorbij duurzaamheid – Shivant Jhagroe – Mazirel Pers – 248 blz.

Duurzaamheid, wie kan daar nu tegen zijn? Al een paar decennia is de westerse wereld in de ban van een groot verhaal waarin ons wordt voorgehouden dat het uiteindelijk toch goed komt met het milieu, met het klimaat, met onze hele manier van leven. Het antwoord ligt besloten in één magisch woord: duurzaamheid. Tientallen miljoenen mensen overal ter wereld verdienen inmiddels hun brood met het creëren van een alsmaar duurzamere aarde. Milieuconsultants, duurzame ingenieursbureaus, vegetarische slagers. Elektrische auto’s, windmolens, zonnepanelen. Ecotoerisme, recycling, groene groei.

De belangrijkste boodschap van Voorbij duurzaamheid is dat dit grote verhaal een sprookje is, uitermate aanlokkelijk voor de westerse, witte elite die erin wil geloven, maar dat het grootste deel van de (niet-westerse, niet witte) wereld er niets mee opschiet. Integendeel: de zogenaamde transitie naar een duurzame samenleving berust op een politiek denkkader waarmee de ecologische catastrofe inzichtelijk wordt gemaakt en wordt gereduceerd tot behapbaar en oplosbaar. Maar dit denkkader leidt tegelijk ook tot meer, niet tot minder milieudegradatie op mondiaal niveau. Hoe heeft het zo ver kunnen komen?

Mondiale milieucrisis, kapitalisme en kolonialisme

Vaak, zo betoogt universitair docent Shivant Jhagroe (1983), wordt verondersteld dat het huidige ‘duurzaamheidsprobleem’ begon met de industrialisatie in het Westen, en na WO2 steeds groter werd. De waarheid is echter dat de huidige ecologische crisis zijn wortels heeft in de kolonisatie van de ‘nieuwe wereld’, vanaf 1492 dus. Die vernietiging van volkeren, culturen, ecosystemen en wereldbeelden vormde niet alleen het begin van de ecologische crisis van inheemse volkeren, ze was ook de start van de mondiale milieucrisis.
Het grote verhaal waarmee we in het Westen die crisis sinds enkele decennia te lijf gaan, is in werkelijkheid een nieuw machtsregime dat niet de bestaande kapitalistische orde – de basisoorzaak van de crisis – ter discussie stelt, maar die orde juist verder verfijnt en reproduceert. Groen kapitalisme en kolonialisme zijn twee belangrijke elementen van dit duurzaamheidsregime, zoals bijvoorbeeld blijkt uit de winning van zogenaamde ‘conflictmineralen’. Voor de productie van onze elektrische auto’s, zonnepanelen en batterijen zijn enorme hoeveelheden zeldzame metalen nodig (lithium, kobalt, nikkel etc.), die grotendeels worden gedolven in het mondiale Zuiden. Een gemiddelde elektrische auto heeft meer dan 13 kilo kobalt nodig, en alleen al in Congo zijn duizenden burgers vermoord als gevolg van gevechten tussen gewapende groepen om controle te krijgen over de kobalt- en kopermijnen. En wie die mijnen uiteindelijk in bezit krijgen, en wat de ecologische gevolgen zijn van dat delven van al die mineralen…? Het kolonialisme is nog steeds springlevend.
De geschiedenis van het kolonialisme, legt Jhagroe uit, is niet alleen de geschiedenis van mondiale milieudegradatie, het is ook de geschiedenis van slavernij die zich in verschillende golven heeft voltrokken.  Bij elk van die golven was er sprake van het ontmenselijken c.q. vermoorden van niet-Europese volkeren (genocide) dat in direct verband stond met de destructie van lokale natuur/ecologie (ecocide) en met het uitwissen van lokale kennissystemen (epistemicide).

Commissie Brundtland

Vanaf de jaren zeventig, met het rapport van de Club van Rome en de opkomst van de milieubeweging, groeide de kritiek op al deze praktijken. Die kritiek mondde echter niet uit in structurele maatschappelijke hervormingen; het institutionele antwoord op de kritiek was depolitisering. Politieke kwesties werden gereduceerd tot praktische managementproblemen, en het grote verhaal waarmee dit werd gelegitimeerd was het verhaal van duurzame ontwikkeling, van duurzaamheid. Duurzaamheid, zegt Jhagroe, gaat niet over sociale strijd, het gaat over het pragmatisch beheersen van problemen. Duurzame auto’s redden niet de planeet, ze redden de auto-industrie, en het rapport Our common future van de commissie-Brundtland (1987) was daarom voor het mondiale kapitalisme een geschenk uit de hemel. Duurzame ontwikkeling heeft het kapitalisme gered van haar eigen interne tegenstrijdigheden, in dit geval de tegenstelling groei versus milieu.
In een vroege kritiek op het werk van de commissie-Brundtland bekritiseerde de Nederlandse bioloog Thijs de la Court al de Westerse bias van het begrip ‘duurzame ontwikkeling’. De economische prioriteit bij ‘duurzame ontwikkeling’ was immers het ‘ontwikkelen’ van de rest van de wereld naar Westers model. Maar, betoogt De la Court, niet-westerse landen en gemeenschappen hebben daar vaak heel andere ideeën over. In informele woongebieden (‘informal settlements’) in ‘de derde wereld’ kan men bijvoorbeeld op grote schaal (maar niet grootschalig…) aan groententeelt doen. Het verbouwen van groente hangt dan samen met het gezamenlijk onderhouden van ‘land, hygiëne en sociale controle’. Deze vorm van sociaaleconomisch samenleven is iets heel anders dan mondiale marktafhankelijkheid. Deze andere vorm van samenleven leidt namelijk ook tot een gezonder leven met daardoor, ook, minder internationale medicijn-afhankelijkheid. En staat daarmee in scherp contrast met het gangbare ontwikkelingsdenken waarbij ‘informal settlements’ worden gezien als ‘onderontwikkelde gebieden’ die zo snel mogelijk moeten worden opgeruimd.

Ecorechtvaardig perspectief

Een andere kritiek op de westerse opvatting van duurzame ontwikkeling is afkomstig uit de degrowth-beweging. Degrowth staat voor ‘een eerlijke reductie van consumptie en productie die leidt tot de toename van menselijk welzijn en verbetering van ecologische condities, lokaal én mondiaal, op de korte én lange termijn. Duurzame ontwikkeling is daarom inconsistent: het wil economisch moderniseren en groeien, maar tegelijk ook het sociale leven en de ecologie verbeteren. Het kapitalistische systeem laat dat echter simpelweg niet toe.
Hoe moet het anders? Vanuit een radicaal ecorechtvaardig perspectief, zegt de auteur, is allereerst een verschuiving nodig van het huidige neoliberale marktdenken naar een associatief-coöperatief denken voorbij kolonialisme en kapitalistische groei. Verder is een transitie nodig van het dominante, liberale mensbeeld naar een ecologisch mensbeeld, met veel minder fixatie op de nationale staat als middel om oplossingen te bereiken. De ‘nationale staat’, zegt Jhagroe, is een westerse uitvinding, en veel derdewereldlanden hebben de vorm van een natiestaat (en een nationale economie) gekregen door koloniale administratieve overwegingen.  Echter, staatsgedreven ‘klimaatnationalisme’ reduceert onze politieke verbeelding van hoe we internationaal rechtvaardig en solidair kunnen omgaan met de ecologische crisis. De vergroening van afzonderlijke Europese landen, of van Europa als geheel, is in de eerste plaats de vergroening van vroegere koloniale machten en van bestaande imperialistische belangen om ‘het eigen land’ of ‘het eigen continent’ te redden.

La Via Campesina

Een laatste belangrijk concept dat Jhagroe in zijn ‘oplossingsstrategie’ introduceert, is het ‘stapelen van strijd’. Strijd tegen klimaatverandering is niet alleen strijd tegen mondiale milieudegradatie, zij heeft ook alles te maken met de strijd tegen kolonialisme, imperialisme, racisme en onderdrukking van vrouwen. Een inspirerend voorbeeld van dit ‘stapelen van strijd’ biedt de internationale boerenbeweging La Via Campesina. Voor deze beweging is de strijd voor een rechtvaardig voedselsysteem tegelijk ook een ecologische strijd, een antikapitalistische boerenstrijd, een feministische strijd, een arbeidersstrijd én een inheemse strijd.

Tenslotte

Kritiek? Voorbij duurzaamheid is de eerste Nederlandstalige publicatie die mondiale milieuvernietiging en kolonialisme systematisch met elkaar verbindt, en die poging kan niet genoeg worden geprezen. Helaas is het boek slordig geredigeerd en volgt het nogal eens een ‘grote stappen snel thuis’ manier van redeneren. Ook besteedt het geen aandacht aan (radicale) westerse milieugroepen die Jhagroes visie delen én in de praktijk brengen, en simplificeert het de huidige mondiale koloniale verhoudingen: aan de rol van China als neokoloniale mogendheid bijvoorbeeld wordt geen woord vuil gemaakt. Dat neemt niet weg dat Voorbij duurzaamheid niet alleen wetenschappelijk een belangwekkend boek is, het is ook een substantiële bijdrage in de strijd voor meer mondiale ecorechtvaardigheid.

Hein-Anton van der Heijden

Boek bestellen!

Andere recensies

Schandalig mooie opera – Francis van Broekhuizen – Luitingh – Sijthoff – 253 blz. In het theater speelt Van Broekhuizen samen met Gregor Bak een voorstelling met dezelfde titel. De ondertitel luidt: Muzikale en persoonlijke verhalen. Als je nooit een opera in het theater...
Lees verder Categorie: Muziekboek, Non-fictie
| Reageer!
Gruffalo en zijn vrienden zoekboek – Julia Donaldson – Illustrator: Axel Scheffler – Lemniscaat – 32 blz. Zoekboeken worden steeds populairder en dan ook echt voor heel jonge kinderen. Voor de leeftijd vanaf een jaar of drie is het heel goed om zich te...
Lees verder Categorie: Kleuterboeken, Prentenboek
| Reageer!
Airfryerbijbel – Bas Robben – Carrera Culinair – 496 blz. De airfryer begint langzamerhand de frituurpan in de keuken te verdringen. Natuurlijk zijn er nog dingen die echt in de olie gebakken moeten worden, zoals oliebollen en appelflappen, maar de meeste maaltijden kun je...
Lees verder Categorie: Kookboek
| Reageer!