Schilder Degas schitterend in beeld gebracht
Mrs. Degas – Arthur Japin – De Arbeiderspers – 303 blz.
Wie de mooie stad Parijs aandoet, moet ook eens een bezoek brengen aan de Cimetrière de Montmartre. Daar, in een familiegraf, rust de beroemde impressionistische schilder Edgar Degas. Hij woonde er vlakbij o.a. op de Boulevard de Clichy, die de scheiding vormt tussen het negende en zestiende arrondissement. Degas was groot liefhebber van het negende en beschimpte vaak de overige arrondissementen, zoals hij op veel dingen behoorlijk wat aan te merken had. Toch op de begraafplaats aanwezig, loop dan ook even langs bij het graf van Vaslav Nijinski, de beroemde balletdanser. Dit is meteen de connectie met de auteur van deze roman, Arthur Japin, die eerder een roman schreef met Nijinski in de hoofdrol: Vaslav en nu met zijn Mrs. Degas, een groot deel van Edgar Degas’ leven beschrijft.
Ongebruikelijk misschien, maar laten we toch eerst eens kijken wat er na het einde van het verhaal in het boek is opgenomen. Ten eerste een stamboom van de familie Degas. Die is handig om direct de familieverhoudingen binnen de roman te herkennen. Ook een tweede onderdeel is minder gebruikelijk – behalve bij faction romans – een lijst met bronnen. Een duidelijk bewijs dat Japin zich intensief in de schilder heeft ingeleefd, niet alleen in hem, maar ook in dat van overige protagonisten. Het derde onderdeel “Nawoord” lijkt het meest op een verantwoording en bevat niet alleen zaken tijdens, maar ook feitjes van na de dood van Degas. Een echte verantwoording hierbinnen is het volgende citaat. “Mrs. Degas is nadrukkelijk een roman. De bestaande karakters zijn hier romanfiguren … Binnen het boek zijn hun drijfveren en handelingen, ook al hebben zij echt plaatsgevonden, fictief.” Japin verrast de lezers wel met de noodzakelijke en interessante geschiedkundige en andere feiten, maar zijn accent lig duidelijk bij de protagonisten met al hun gevoelens, drijfveren en handelingen. Dat is maar goed ook, want daarin toont de auteur zijn fabelachtige kracht.
Parijs 1912. Edgar heeft te horen gekregen dat zijn woning aan de Rue Victor-Massé afgebroken gaat worden. Hij zal moeten verhuizen, maar kan dat door zijn blindheid natuurlijk niet alleen. Hij krijgt bezoek van een jonge dame die zegt door zijn vriend Paul Durand-Ruel gestuurd te zijn om hem te helpen. Al direct ‘verraadt’ Japin dat het doorgestoken kaart is. De dame moet van een onbekende zijn hele hebben en houden onderzoeken. Dienstmeid Zoë blijft om te koken, want dat kan zij niet, zoals Estelle (de mrs. Degas uit de titel) haar heeft verzekerd. Die kent zij dus! Er volgen nu drie “verslagen” aan de onbekende. Hiermee brengt de auteur spanning in het verhaal aan. Wie is deze vrouw? Wat is precies haar opdracht en van wie heeft ze die gekregen. Japin doet dit pas veel later uit de doeken.
Treffend schildert de auteur de toestand van Edgar in deze periode. Hij heeft een verwilderd hoofd en “Zeker twee, drie jaar zijn die haren en die baard niet meer geknipt en op een wasbeurt kunnen we alleen maar hopen. … de huid rond zijn ogen, die donker is, blauwig als een lijkvlek”. En dat is nog lang niet alles. Hij is recalcitrant: “van alle ongemakken van de oude dag is naastenliefde het minst draaglijk.” Toch weet de dame zijn vertrouwen te winnen.
Nu gaat de auteur terug in de tijd, naar Parijs in 1863. Daar vindt zijn eerste ontmoeting plaats met Estelle, zijn blinde creoolse nicht uit New Orleans. Zij en haar familie zijn gevlucht voor het geweld van de burgeroorlog in Amerika. Edgar is direct weg van haar, maar… ze is zijn nicht! Edgars broer René heeft minders scrupules, gaat wel een relatie aan en trouwt met haar. Edgar ziet met lede ogen aan hoe zijn broer haar bedriegt.
Terug naar het Parijs van 1912. De (nog) onbekende dame brengt het vierde tot en met zevende verslag uit. Het is duidelijk dat zij op zoek is naar gegevens over Estelle.
Nu gaan we weer terug in de tijd en naar een andere locatie: New Orleans, waar de broers Edgar en René naar toe zijn gekomen. Edgar produceert hier enkele van zijn mooiste schilderijen zoals die van het blinde meisje (Estelle) dat bloemen schikt. Ook zijn vader portretteert hij, luisterend naar de gitaarmuziek van Lorenzo Pagans.
De (nog steeds) onbekende dame schrijft weer in 1912 – inmiddels is Edgar verhuisd naar de boulevard de Clichy – haar achtste, negende en tiende verslag. Ze heeft Edgar ondanks de dubbele bodem prima geholpen. Maar ook is zij getuige van het feit dat hij nooit meer zal schilderen. “Zijn ezels stonden ingeklapt tegen de muur. Schilderstokken en verfkisten, rollen linnen en andere materialen die hij nooit meer zou kunnen gebruiken…”.
Weer gaan we terug naar New Orleans in 1873. De broers maken ruzie. Edgar zegt tegen René: “Als jij Estelle verdriet doet … zal ik jou dat niet vergeven”, daarbij erop duidend dat hij van het bedrog van zijn broer weet, die niet met haar op één schilderij afgebeeld wil worden.
Het laatste deel van de roman bevat het elfde, twaalfde en laatste verslag. Alle losse eindjes komen bij elkaar. Edgar werkt weer, hij boetseert. De nu bekende dame neemt afscheid van hem en hij werkt verder. Mrs. Degas is zowel in stijl als in onderwerp een echte Japin-roman. De stijl geeft het tijdperk waarin de roman zich afspeelt perfect weer. Het onderwerp, een historische figuur, zijn we al eerder tegengekomen in o.a. Vaslav en Kolja, terwijl er bij al deze figuren sprake is van een soort isolement in een wereld waarin zij vooral gevoelsmatig leven. Daarbij staan deze figuren in een goed onderbouwd historische kader.
Advies aan de lezers: zoek op internet afbeeldingen van de schilderijen die in de roman worden genoemd, het geeft een extra dimensie aan het verhaal. Japin heeft een weergaloos werk afgeleverd, dat na zijn eerdere prijswinnende romans ook dit keer bijna zeker een bekroning gaat opleveren.
Kees de Kievid
Boek bestellen!