Succes en sappelen in de middenstand
Hoeden en petten en dameskorsetten – Frank Bokern – Van Oorschot – 257 blz.
De wortels van Frank Bokern en zijn familie liggen in Westfalen. Beroemde namen als Dreesman, Peek, Cloppenburg, Voss en Kreijmborg stammen ook uit dat gedeelte van Duitsland. Frank Bokern keerde terug naar het plaatsje Bokern waar nog verre verwanten van hem wonen en deed er onderzoek. Franks overgrootvader Heinrich, en diens broer Bernard, keerden in de negentiende eeuw Duitsland de rug toe, om in Nederland een winkel te beginnen, inderdaad in hoeden, petten en dameskorsetten en aanverwante zaken. Bernard nam het voortouw, zijn jongere broer Heinrich volgde later. In 1862 vestigt Bernhard zich als negentienjarige in Amsterdam. Hij gaat daar werken voor een andere geëmigreerde Duitser A. von der Möhlen die er een manufacturenzaak heeft aan de Nieuwendijk, vlakbij de winkel van Anton Sinkel, ook al een Duitser.
Waarom kwamen deze Duitsers naar Nederland? Frank Bokern verklaart het als volgt. Westfalen heeft een nogal arme grond waar de boeren niet veel op konden verbouwen, maar vlas, waar linnen van gemaakt wordt, gedijt er goed. In veel boerderijen stonden weefgetouwen waar linnen op werd geweven. De boeren en hun vrouwen waren dus gewend aan het bewerken van, en het omgaan met, stoffen. In het katholieke Westfalen hadden de boeren grote gezinnen. Om het land niet te veel te laten versnipperen, erfde de oudste zoon altijd de boerderij en de grond. De overige familieleden moesten de kost maar zien te verdienen als dagloner, fabrieksarbeider of in de huishouding. Om dit schamele lot te ontvluchten, gingen velen naar Nederland, werkten er voor hun landgenoten en begonnen vaak zelf een manufacturenzaak. In 1870, na acht jaar ervaring in de branche, begint Bernhard Bokern zijn eigen manufacturenwinkel in Haarlem. Heinrich, die intussen ook in Nederland is, doet inkopen voor hem en reist onder andere naar België om hoeden in te kopen. Daar leert hij zijn vrouw kennen.
In oktober 1877 opent Heinrich, Franks overgrootvader, zijn eerste winkel in Leiden samen met zijn vrouw Maria Heinraets. Het is het begin van een kleine keten van manufacturenwinkels. De zaken lopen goed en als Heinrich met pensioen gaat, hoopt hij dat de zaken worden overgenomen door zijn zoons, Heinrich jr. en Bernhard, maar die hebben er geen zin in. In 1910, Heinrich is dan 63 jaar oud, worden de zaken opgeheven.
Heinrich jr. is wel opgeleid tot verkoper en magazijnbediende in de textiel, maar wordt handelsreiziger en vertegenwoordiger. Bernhard gaat in 1914 het leger in en zal daar vijf jaar dienen voor het vaderland. Daarna kan hij aan de slag bij Peek & Kloppenburg. Hij werkt er jarenlang als chef, totdat hij en zijn vrouw Anna Exler, die apothekersassistente is, verhuizen naar de kust. Dat doen ze voor de gezonde lucht, omdat hun dochter Miep ziekelijk is. Ze gaan naar Naaldwijk waar ze drogisterij “De Molen” beginnen.
Bernhard en zijn vrouw Anna krijgen vier kinderen, Miep, Annie, Harry en Ben. Het tweede gedeelte van het boek gaat voornamelijk over Bernhard en zijn gezin. Bernhard is geen succesvol zakenman. De drogisterij is van het begin af aan een slechtlopende zaak, die met kunst- en vliegwerk overeind wordt gehouden. Bernhard leent geld van de familie van zijn vrouw en sjoemelt nogal met inkomsten en uitgaven. De crisisjaren trekken een zware wissel op de toch al lage inkomsten en de oorlogsjaren maken het allemaal nog erger. Anna Exler overlijdt aan het begin van de oorlog en Bernhard staat er alleen voor om zijn kinderen, pubers nog, groot te brengen.
Frank Bokern beschrijft de familiegeschiedenis gedegen en we lezen nog tal van wetenswaardigheden over de familieleden in de oorlog, onder andere over oom Herman Bokern, de toeziend voogd van de kinderen, die bij de NS werkt.
Op 5 april 1945, vlak voor het einde van de oorlog, overlijdt Bernhard en komt er een eind aan het middenstandsbestaan van de familie Bokern. Ben, de vader van Frank Bokern, is ondergedoken in Noordwolde en hoort pas veel later van de dood van zijn vader. Het zal zijn leven lang een trauma blijven.
Wat ik miste in het boek is een stamboom en een namenregister. Met de vele op elkaar lijkende namen, is het voor de lezer nogal zoeken naar de familieverbanden.
Het eerste deel van Hoeden en petten en dameskorsetten, waarin Frank Bokern uitgebreid ingaat op de opkomst van de grote textielwinkels en warenhuizen, zoals de Bijenkorf, Peek & Cloppenburg en Vroom & Dreesman, is het interessantst. Het tweede gedeelte over Franks grootvader, Bernhard, de sappelende drogist, is een echte familiegeschiedenis en staat wat los van de rest. Niettemin heeft Frank Bokern ook dit verhaal boeiend opgeschreven. Al met al een interessant boek over grote en kleine middenstanders aan het eind van de negentiende en begin twintigste eeuw.