Susanne Koster wil het lezen bevorderen
Susanne Koster werd in 1957 in Scheveningen geboren. Haar werkende carrière begon in de grafische wereld. Als graficus moest ze hard werken en stressbestendig zijn. Overwerk was aan de orde van de dag en parttime werken werd niet op prijs gesteld. Als jong en onschuldig meisje wist ze niet wat haar overkwam. Gelukkig heeft ze het in die periode toch wel naar haar zin gehad en werd haar creativiteit op prijs gesteld. Maar wat ze nog het fijnst vindt, is dat ze toen één van haar hartsvriendinnen heeft ontmoet.
Na de geboorte van haar kinderen heeft ze nog even in de grafische wereld gewerkt, maar toen de mogelijkheid zich voordeed om aan de Hogeschool van Amsterdam te gaan werken, heeft ze daarvoor gekozen. Uiteindelijk ging ze doen wat ze altijd gewild had: werken met jonge mensen. Haar drie dochters zijn inmiddels volwassen, wonen niet meer thuis en intussen is ze ook oma. In 1993 werd haar eerste jeugdverhaal gepubliceerd in een debutantenbundel.
Zwarte lieveling was haar eerste echte jeugdroman. Van realistische jeugdromans is ze overgestapt naar psychologische thrillers. Gelukkig werd De trap naar de hemel meteen een succes. Het boek loopt niet alleen in Nederland heel goed. Het is vertaald in het Duits en heeft als titel Flammenkuss gekregen.
Uit wat voor nest kom je? Werd er veel gelezen?
Ik kom uit een nest van drie kinderen, ik heb nog een jonger zusje en broertje. Er werd bij ons thuis niet of nauwelijks gelezen. Als kind speelde ik heel veel buiten. Mijn moeder zei vaak gekscherend dat ik als jongetje geboren had moeten worden omdat ik zoveel gevaarlijke dingen deed. Ik klom in bomen en op muren, kon verschrikkelijk hard rennen en speelde het meest met jongetjes omdat die niet kinderachtig waren.
Kon je als kind helemaal in een verhaal opgaan en de wereld om je heen vergeten?
Vanaf ongeveer de vierde klas (nu groep 6) ontdekte ik hoe geweldig lezen was. Ik kon me volledig verliezen in een verhaal. Zeker wanneer het verhalen waren over “het goed en het kwaad”. Uiteindelijk, na vele moeilijke tegenslagen, won “het goede” altijd. Als kind heb ik daar altijd enorm van genoten.
Wat waren in je jeugd je favoriete boeken?
Pietje Bel was het eerste boek dat echt bij me is blijven hangen. Misschien omdat Pietje zo’n leuk jongetje was dat alles durfde. De sprookjes van Andersen vond ik ook geweldig, vooral Het meisje met de zwavelstokjes maakte diepe indruk op me.
Later heb ik Kruistocht in spijkerbroek gelezen en ook dat is een boek dat echt favoriet bij mij was.
Op welke leeftijd dacht je: ik wil een boek schrijven? Is dat boek er ook gekomen?
Toen mijn kinderen klein waren verzon ik altijd verhaaltjes voor ze. Het liefst verhaaltjes waar ze zelf in voorkwamen. Natuurlijk moesten het verhaaltjes zijn waarin enge, droevige of spannende dingen gebeurden en waarin zij als de heldinnen natuurlijk alle narigheid overwonnen. Een van de kleuterverhaaltjes die ik voor ze verzon is toentertijd door iemand van het Universiteitstheater Amsterdam bewerkt tot een toneelstuk. Dat gaf me een enorme kick en opeens durfde ik de stap te zetten om een echt boek te schrijven. Na zeven jaar(!) van research, schrijven, schrappen, opnieuw schrijven was het eindelijk af en stuurde ik het met kloppend hart naar drie uitgevers. Twee van hen stuurde een briefje met een drogreden terug, maar de derde (uitgeverij Sjaloom) stuurde me een leesrapport en gaf me goede tips. Dat vond ik zo aardig dat ik ze belde om te bedanken en toevallig kreeg ik de uitgever zelf aan de lijn. Hij vroeg me of ik al weer aan een ander verhaal begonnen was (ja) en of hij daar alvast iets van mocht lezen. Dat durfde/wilde ik niet want ik was er nog lang niet klaar mee. Hij vroeg me het toe te sturen wanneer ik eraan toe was. Dat was een half jaar later het geval. Ik stuurde hem Zwarte lieveling. Zes weken later tekende ik een contract met hem.
In De trap naar de hemel komt een nogal naïef zestienjarig meisje voor. Waar heb je de ervaring vandaan om zo realistisch te schrijven over een naïeve jongere. Was je zelf ook zo?
Ik heb drie dochters (die nu inmiddels volwassen zijn) die regelmatig op vrijdag hun vriendinnen mee naar huis namen. Met z’n allen aan de grote eettafel lekker eten en drinken voordat de dames, vol in de make-up gestort, het uitgaansleven met hun aanwezigheid gingen opfleuren. Tijdens die uurtjes dat ze bij ons waren ging het gesprek regelmatig over jongens waar ze verliefd op waren. Wanneer ik nu mijn buurmeisje van zeventien hoor is er in dat opzicht nog weinig veranderd. Verliefde meisjes kunnen tijdelijk lijden aan een vorm van verstandsverbijstering. Ze willen niet horen dat hun vriendje niet deugt, dat kan toch helemaal niet, dan zouden zij zijn toch niet verliefd op ze zijn? Nou dan!
Het boek is al eens eerder uitgebracht bij Sjaloom. Waarom is ervoor gekozen om dat nu opnieuw te doen en waarom bij aquaZZ, een andere uitgeverij?
In totaal heb ik zes titels mogen uitbrengen bij Sjaloom, maar nadat de uitgever eerst ziek werd en daarna een grote brand in het eigen magazijn had, is uitgeverij Sjaloom failliet gegaan. Door de brand is geen van die zes boeken nog op de markt. De trap naar de hemel was behoorlijk succesvol, is ook in Duitsland uitgebracht en opeens was het nergens meer te krijgen. Dat ging me aan het hart. Uitgeverij aquaZZ wilde het opnieuw uitgeven en daar ben ik ontzettend blij mee.
Wanneer schrijf je en waar?
Een paar jaar geleden ben ik gestopt met mijn vaste baan bij de Hogeschool van Amsterdam om fulltime te kunnen schrijven. Dat doe ik nu en daarnaast kan men mij inhuren om manuscripten te beoordelen en teksten te bewerken en/of te corrigeren. Ik heb vaste schrijfdagen, maandag, dinsdag en woensdag. Die dagen zit ik rond half negen achter mijn computer in mijn werkkamertje en kom er rond half vijf weer uit. Heerlijk!
Ik ben er altijd benieuwd naar hoe het creatieve proces bij een schrijver werkt. Ergens pik je een idee op en dan gebeurt er iets in je hoofd. Er wordt iets in gang gezet waar je geen weerstand aan kunt bieden. Hoe werkt dat bij jou?
Bij mij is het inderdaad zo dat ik soms dingen lees of programma’s zie die vragen bij me oproepen. Bijvoorbeeld wanneer iemand iets afschuwelijks heeft gedaan. Meteen vraag ik me af wat de reden is, zou het dit… of zou het dat… en dan voel ik een verhaal. Want als er dit of dat is gebeurd, dan heeft hij vast…. Ik weet meteen wie de personages zullen zijn, ik zie ze voor me en om ze tot leven te laten komen neem ik ze mee. Vroeger ging ik dan naar het Vondelpark om bij het theehuis thee te drinken, nu kan het elk terras zijn. Als er maar mensen zijn. Ik bestel iets te drinken en ik ga mensen kijken. In gedachten zit mijn personage naast me en doet hetzelfde. Het enige dat ik hoef te doen is te kijken hoe zij/hij zal reageren op wat er rond ons gebeurt. Het werkt elke keer.
Vervolgens bedenk ik het frame van het verhaal. Het begin, het middenstuk en het einde. Pas als ik dat heb uitgedacht, begin ik met schrijven.
De hoofdpersonen uit je boeken zitten vaak op de grens van puberteit en volwassenheid. Waarom vind je dat een interessante groep?
Opgroeiende jongeren hebben vaak een heel eigen, verrassende kijk op de wereld. Ze zijn regelmatig, zonder zich daar nou zo van bewust te zijn, een ster in het “out of de box” denken. Iets wat wij als volwassenen niet zo gauw als vanzelfsprekend doen. Jongeren staan open voor de wereld. Ze hebben hoop voor de toekomst en uiten dat in uitbundigheid en ongeremd genieten. Wij als volwassenen kunnen vaak pas genieten als aan allerlei voorwaarden is voldaan. Het interessante voor mij als schrijfster is echter dat jongeren als tegenstelling heel rechtlijnig kunnen zijn. Iets is zwart of wit en een tussenweg is er soms pas wanneer je ze er voorzichtig op wijst. Wat trouwens geen enkele garantie geeft. Eenzaamheid, verwarring of verdriet wordt als echt, diep en heftig ervaren, verliefdheid ook. Die enorme diepte van gevoelens hebben wij als volwassenen verloren, maar we herkennen ze wel.
Wat wil je dat je boeken bij de lezers teweegbrengen?
Leesbevordering. Dat het plezier in lezen wordt ontdekt. Dat het zo heerlijk is om je terug te trekken in een boek. Iemand vertelde me een paar jaar geleden over een bijna volwassen jongen die nooit las tot van zijn vriendin De trap naar de hemel kreeg. Dat vond hij zo’n spannend boek dat hij het in één keer heeft uitgelezen. Vanaf dat moment was hij verkocht en nu is hij een leesfanaat. Daar word ik dan heel blij van.
Daarnaast krijg ik regelmatig fanmail waarin lezers aangeven dat ze blij zijn dat ik sommige zware onderwerpen zoals kindermishandeling, incest, of geloof in de verkeerde mensen in een boek verwerk. Meestal volgt dan dat ze zelf ook iets dergelijks hebben meegemaakt.
Herkenning, erkenning, het gevoel overbrengen dat als je maar volhoudt en vecht de kans groot is dat het uiteindelijk op de een of andere manier weer goed komt.
Wil je hier vijf boeken noemen die veel indruk op je hebben gemaakt?
Ik lees ontzettend veel en er zijn nogal wat boeken die indruk op me hebben gemaakt. Zowel jeugd, YA of volwassen literatuur. Ik houd het nu maar even bij YA.
Mijn absolute nummer 1: De groene bloemtrilogie van Floortje Zwigtman.
Nadat ik Schijnbewegingen had gelezen heb ik onmiddellijk deel 2 en 3 aangeschaft en ademloos doorgelezen tot aan de laatste letter.
Floortje Zwigtman weet als geen ander behoedzaam en behendig het veelzijdige Londen uit de 19e eeuw te beschrijven zonder ooit te vervallen in op de loer liggende clichés. Het verhaal gaat over Adrian Mayfield die volgens zijn moeder als een penny is geboren en nooit een twopence zal worden. Adrian vertrekt naar Londen om zijn geluk te beproeven en om een manier te vinden om te gaan met zijn ontluikende homoseksualiteit (in de 19e eeuw!). Adrian komt terecht in de kleurrijke wereld van Oscar Wilde.
Nummer 2: Het boek Estee van Alex Boogers.
Dit boek is eigenlijk voor volwassenen, maar jong volwassenen zullen het zeker lezen.
Estee probeert zichzelf en de wereld te begrijpen, ze vecht met haar gevoelens, wordt door niemand begrepen of voldoende gehoord, behalve door haar jongere broertje Remy.
De onmacht van een eenzaam, intelligent meisje wordt keihard, rauw en liefdevol tegelijk beschreven. De onschuldige jonge Remy is aan het eind van het verhaal voor zijn leven getekend. Als lezer leef je met Estee en Remy mee en wil je onmiddellijk verder in het volgende boek: Het waanzinnige van sneeuw.
Nummer 3: Een weeffout in onze sterren van John Green.
John Green heeft een boek geschreven dat niet alleen jongeren zal raken, maar zeker ook volwassenen. Natuurlijk, het gaat over kanker en vanaf het begin weet je dat Hazel terminaal ziek is. En toch is het een ongelooflijk prachtig boek waarin de humor niet geschuwd wordt. De scheidslijn tussen huilen en lachen komt vaak angstwekkend dichtbij zonder dat de schrijver zich beroept op goedkoop sentiment.
Nummer 4: De boekendief van Markus Zusak.
Een prachtig verhaal verteld door de Dood. De Dood heeft het in Nazi-Duitsland nogal druk maar vertelt tussendoor het verhaal van Liesel die samen met haar broertje Werner wordt ondergebracht bij een pleeggezin in Molching. Tijdens de treinreis naar dit pleeggezin overlijdt haar broertje en neemt Liesel (ondanks dat ze niet kan lezen) Het Doodgravershandboek mee, dat per ongeluk op het graf van haar broertje is achtergelaten. Haar pleegouders zijn aardige mensen en haar pleegvader leert haar lezen als ze ’s nachts steeds maar wakker wordt van nachtmerries over haar moeder en broertje. Al snel steelt ze boeken bij de boekverbrandingen van de nazi’s en de bibliotheek van de vrouw van de burgemeester. Ontroerend verhaal waarin het verdriet van de “gewone” Duitse man of vrouw die leed onder de waanzin van Hitler, aangrijpend beschreven is.
Nummer 5: Boy 7 van Mirjam Mous.
Boy wordt wakker op een gele grasvlakte die hij niet kent. Naast hem een groene rugtas met kleding, tandenborstel, geld en een mobieltje. Hij heeft geen idee hoe hij in het veld terecht is gekomen en erger, hij weet niet meer wie hij is. Hij wil de politie bellen, maar vindt een bericht op de telefoon: Bel in geen enkel geval de politie!
Dan begint een razend spannend verhaal dat je niet meer weglegt voordat je het uit hebt. Boy 7 is een Young adult thriller waarvan veel adults ook plezier zullen hebben. Heel terecht dat dit geweldig meeslepende boek verfilmd wordt.
Hier kun je nog iets zeggen dat je graag kwijt wilt.
Is er iets heerlijkers dan lezen? Elke avond voor het slapen gaan lig ik minstens een uur te lezen. Mijn moment van ontspanning. Als een boek heel spannend, ontroerend en/of meeslepend is, ga ik expres al om negen uur naar bed om tot elf uur te kunnen lezen.
Als ik moest kiezen tussen muziek of boeken, koos ik boeken.
Als ik moest kiezen tussen schoenen of boeken, koos ik boeken.
Vragen: Felice Beekhuis en Pieter Feller
One thought on “Susanne Koster wil het lezen bevorderen”