Laatste verhalen van Pointl
Zonder rampspoed valt er niets te melden – Frans Pointl – Nijgh & Van Ditmar – 102 blz.
De laatste zes jaar van zijn leven bracht Frans Pointl door in een Amsterdams verpleeghuis. Dit was geheel tegen zijn zin, maar het syndroom van Guillain – Barré zorgde ervoor dat zijn voeten vergroeiden, zodat lopen zowat onmogelijk werd. Liever had hij zijn laatste dagen in eigen huis gesleten. Nu belandde hij in het Dr. Sarphatihuis in een kamer die hij zijn ‘bezemhok’ noemde. In deze bundel met de ondertitel Nagelaten werk, zijn zijn laatste verhalen en gedichten opgenomen. David de Poel, biograaf en vriend van Pointl, verzorgde de editie.
Het is echt een bundel voor de Pointlfans, waarvan ik er een ben. De verhalen, de meeste als een brief geschreven aan een onbekende, die hij ‘waarde’ noemt, zijn niet zijn beste werk. Het is treurig om te lezen hoe hij de laatste jaren moest doorbrengen, regelmatig verzorgd door vrouwen die hem afsnauwden, hoewel er ook lieve tussen zaten. Pointl had ook moeite om hun namen, vaak Arabische, te onthouden. Hij was gekluisterd aan een rolstoel en kwam nog amper het tehuis uit. Dit was ook zijn grootste verdriet. Hij was graag nog eens naar een casino gegaan of had gewoon een kopje koffie willen drinken bij de Hema.
Pointl’s verhalen in de voorafgaande bundels zijn meestal tragikomisch, terwijl ze in deze bundel voornamelijk een tragische toon hebben. Zoals de verhalen over zijn Surinaamse buurman, een man van vijftig, die een hersenbloeding heeft gehad en die ’s ochtends onder het slaken van veel pijnkreten wordt aangekleed en daarna voor de televisie wordt gezet. De bundel is netjes verzorgd en uitgebracht door Nijgh & Van Ditmar en heeft een mooie cover, geschilderd door Sylvia Willink-Quiël. Pointl is er afgebeeld met twee katten, zijn lievelingsdieren. Lees zijn ook bundel Poelie de verschrikkelijke (2008). In het tehuis was geen plaats voor zijn laatste poesje Poentje Poelie Pointl. Zij vond gelukkig onderdak bij zijn uitgever. Frans Pointl stierf op 1 oktober 2015. Hij was bescheiden over zijn werk. ‘Ik heb een kras nagelaten,’ zei hij er zelf over. Menig schrijver zal jaloers zijn op die kras.