Dit is een fantastisch boek!
De waarheid volgens Mason Buttle – Leslie Connor – Vertaling Annelies Jorna – Lemniscaat – 253 blz.
Mason Buttle is een jongen die het niet gemakkelijk heeft. Hij weet dat zelf heel goed. Hij is groter dan zijn leeftijdsgenoten, hij zweet vreselijk, hij is het toppunt van dyslexie, hij wordt gepest, hij heeft een wegloopvader, zijn opa ging dood – beng – , zijn moeder overleed – bam -, en zijn beste vriendje Benny Kilmartin is ruim een jaar geleden uit hun boomhut gevallen en overleefde het niet – boem -. Als Mason daaraan terugdenkt, is het alsof er een bromvlieg in zijn hoofd begint te zoemen.
Als je dit leest, zou je denken dat je dit een boek vol drama en tranen wordt, maar dat is het niet. Mason is nuchter en praktisch. Het overvloedig zweten vindt hij vervelend. Zijn grote postuur is lastig omdat hij dan een groot doelwit is voor de pesters die hem in het appelseizoen met appels bekogelen. De appels van de grote boomgaard die van zijn familie is. Mason woont bij zijn oma en zijn oom Drum in een huis dat hij De bouwval noemt. Regelmatig valt er een dakpan af en als Mason hem niet opruimt, blijft hij liggen. Zijn oom zit een groot deel van de dag in het eetcafé van het dorp en zijn oma houdt alleen het deel dat haar domein is, de keuken, blinkend schoon.
Op school is er één plek waar Mason graag zit, waar hij niet gepest wordt. Dat is de kamer van juf Blinny, de mevrouw voor Studieondersteuning & Zorg. Zelf noemt ze het de Stooz en naast het officiële bordje van school, heeft zij een roze bord gehangen, zelf gemaakt, met Stooz. Juf Blinny begrijpt dat er een verhaal in Mason zit dat er niet uitkomt. Als Mason gaat lezen, lopen de letters door elkaar, ze bollen op, vervagen en ten slotte ziet hij groene vlekken. Groene vlekken, weet Mason intussen, betekenen spanning en als hij iets ziet dat hij mooi vindt, komen er roze vlekken. Bij schrijven ziet hij groene vlekken; het lukt hem niet al doet hij nog zo zijn best. Juf Blinny heeft wat nieuws bedacht. Op de laptop in de Stooz staat een programma: de draak. Die draak kan Mason voeren met woorden. Hij vertelt de draak zijn verhaal en de draak schrijft het op. Daarna kan hij afluisteren of het goed is opgeschreven. Misschien kan het hem helpen om het verhaal over Benny, dat Inspecteur Laird, na ruim een jaar, nog keer op keer van Mason wil horen.
Mason krijgt een nieuw vriendje: Calvin. Calvin is in alles het tegenovergestelde. Het is een klein, iel ventje, met wit katjeshaar, zoals Mason het noemt. Calvin heeft altijd een tablet bij zich waar hij alles opzoekt wat hij niet weet. Zijn taalgebruik is uitstekend, maar handig is hij niet. Mason is dat wel, hij heeft veel geleerd van de vader van Benny. De vader die hem niet meer wil zien. En er is nog iemand dol op Mason. Dat is de hond van de buren, Moonie. Jammer dat de grootste pester Matt zijn baasje is.
Calvin wordt een echte vriend als de pesters hem ook te grazen willen nemen en Mason het voor hem opneemt. Samen gaan ze naar de Bouwval en daar krijgen ze een bananenmilkshake van oma. Zoals Mason met Benny vroeger een boomhut bouwde, creëren hij en Calvin ook een plek. Een geheime plek, die ze aan niemand vertellen. Als Calvin op zeker moment zoek is, opgejaagd door de pesters, weet niemand hem te vinden. Mason raakt in paniek, want alles doet denken aan de keer dat Benny uit de boomhut viel. Hij merkt dat mensen hem schuin aankijken, alsof ze hem niet vertrouwen. Of komt dat omdat…
Ik zal je wat zeggen. Dit is een boek over een jongen met beperkingen. Dat zie je aan de zinnen. Vaak zijn ze kort. Maar Mason heeft ook een gave. Hij ziet dingen, kleuren. Hij houdt niet van narigheid. Dat maakt hem bijzonder. Een zin komt steeds terug. Ik zal je wat zeggen. Eerst denk je dat het allemaal erg simpel is. Maar hoe verder je leest, en je kunt het echt niet laten, hoe meer je van deze grote, zwetende, vriendelijke jongen gaat houden. Ik zal je wat zeggen. Het spijt je als je het boek uit hebt. Dit verhaal, in dit taalgebruik, uitstekend vertaald door Annelies Jorna, is het waard gelezen te worden. En juffen en meesters: lees dit voor!