Kleine held met karakter
Nicolas en de verdwijning van de wereld – Anne Eekhout – De Arbeiderspers – 249 blz.
Uit een nieuwsbericht:
“Vanmiddag heeft ons het bericht bereikt dat er een ‘supermassive black hole’, de Nederlandse term is: superzwaar zwart gat, onderweg is naar ons zonnestelsel.” Het heeft een snelheid van tweehonderd kilometer per seconde.
Premier Marjon Roelands vraagt de mensen in die tv-uitzending niet in paniek te raken en gewoon te blijven doen wat ze altijd al deden. Er zal meer informatie volgen. Zie hier het uitgangspunt van het verhaal. Eekhout komt daar niet zomaar mee aanzetten. Ze heeft “inside information” en wel van Maarten Keulemans die over mogelijke Apocalypsen een boek schreef: Exit Mundi. Het einde van de wereld, de 50 beste scenario’s. (2008).
Ook de achtjarige Nicolas heeft het bericht gehoord en hij vraagt zich af: “Hoe kan een gat nou zwaar zijn? Wat gebeurt er als een gat botst op de aarde?” Die eerste nacht na het bericht tast hij onder zijn bed naar het houten kistje, waarvan we pas later te weten komen wat erin zit. Vanaf dit moment nemen zijn bezorgdheid en zijn zorgzaamheid in rasse schreden toe. Uit wat hij (Nicolas is de ik-figuur) vertelt en overdenkt, blijkt wel dat hij niet bepaald een gelukkige jeugd heeft gehad. Moeder is somtijds aan de drugs en vader verdwijnt geregeld om pas na onbepaalde tijd weer terug te komen. Ter compensatie heeft hij veel contact met zijn overbuurmeisje, tevens zijn oppas, Katja.
Nicolas wordt geïnspireerd door de strip over superheld De Adelaar, waarvan hij verscheidene albums bezit. Daarom wil hij ook superheld zijn en de wereld redden, maar hoe doe je dat als je pas acht jaar oud bent? De Adelaar heeft zijn krachten mede te danken aan de martelingen die hij heeft ondergaan. Ook daarin volgt Nicolas hem: hij snijdt zichzelf met een scherp mesje. Hij heeft er in het ziekenhuis al eens wat hechtingen voor moeten krijgen. Dit snijden zal zeker ook te maken hebben met zijn belabberde thuissituatie.
Zowel de moeder als Katja zijn zwanger. “Voor mijn neus maakt mijn broertje salto’s in mama’s buik en zwaait even naar me”. Hoe zou het in deze tijd gaan met de baby, zou hij nog geboren worden? Zeker, de baby komt er, maar de ouders zijn niet meer goed bij machte het kind te verzorgen. Dat komt nu grotendeels bij Nicolas te liggen. Intussen blijkt dat de mensen zich niet veel van de oproep van de premier hebben aangetrokken: er wordt gehamsterd, er ontstaat schaarste en bendes trekken plunderend door de straten. De beschaving blijkt weer eens maar een dun laagje te zijn. Godsdienstfanaten schreeuwen hun boodschap op hoeken en pleinen; zelfmoord is al heel normaal aan het worden. Ook een meester van Nicolas’ school verhangt zich. Op den duur komt er geen water meer uit de kraan en de stroom valt uit.
Dit alles wordt door Eekhout beschreven als observaties van Nicolas. Hij ziet alles gebeuren, maar geeft er geen commentaar over. Bijzonder knap hoe de auteur zich heeft weten in te leven in een achtjarig jongetje. Het is een vriendelijk knaapje, zelfs bijzonder zorgzaam, wat (te) wijs voor zijn leeftijd, maar dat vloeit automatisch voort uit zijn jeugdervaring en de nu ontstane situatie. Ook het taalgebruik sluit prima aan: korte zinnen, waarin niets te veel wordt gezegd, maar waaruit ontegenzeglijk de problematiek blijkt. Door zo te schrijven, bewerkt Eekhout dat je als het ware in de huid van Nicolas kruipt, met hem meedenkt en meevoelt. Je gaat steeds meer van het jongetje houden.
En dan de domper: het kan niet goed aflopen! Een kosmische ramp is het definitieve einde. Niet een Apocalyps waar nog een sprankje hoop overblijft, wat je in dit genre wel vaker aantreft. We blijven bij Nicolas tot een paar minuten voor de catastrofe, die hij, samen met Katja, gelaten tegemoetziet. Alhoewel je in het begin wat anders zou vermoeden door de achtjarige hoofdpersoon, is Nicolas en de verdwijning van de wereld geen kinderboek. De start is niet goed, de toestand na de aankondiging niet en het einde … Het verhaal is beklemmend, de gebeurtenissen angstaanjagend, de sfeer is zwart. Of nu het einde der tijden in het verschiet ligt of niet Nicolas zal niet harmonieus opgroeien. Triest is zijn eenzaamheid, waarin hij waarin het de afschuwelijke waarheid van de ondergang moet ondergaan. De mensheid geeft hem geen steun in deze zwarte tijden en is uitsluitend egoïstisch bezig hetzij met criminaliteit, gebed, zelfmedelijden en zo meer.
Maar toch … In schrille tegenstelling tot het voorgaande onderscheidt Nicolas zich van zijn omgeving. Hij blijft warme herinneringen houden, hij neemt de zorg op zich van de baby en anderen en blijft hoop houden, hoop dat hij de wereld kan redden. Het zwart vervangt hij door het zien van kleuren en het medeleven met zowel zijn vriend Joachim als zijn overbuurmeisje Katja. Natuurlijk is hij naïef, wat kun je op die leeftijd anders verwachten, maar op een plein vol mensen, zou hij er stralend met kop en schouders boven uit steken. Hij heeft een goed karakter!
Over karakters gesproken: die hebben bij Eekhout ruim voldoende diepgang gekregen. Ook haar stijl is in overeenstemming met de inhoud van het verhaal. Ze gebruikt veel metaforen, waarvan het overgrote deel zeer treffend is; een paar kleine uitglijertjes nemen we haar niet kwalijk. Ik wil het boek niet in een hokje in stoppen, maar enkele motieven zijn onmiskenbaar: automutilatie – de drang iets kwetsbaars te beschermen – realiteit versus verbeelding – feitelijke gebeurtenissen versus de waarheden in het leven. Zichzelf omschrijft Nicolas zich met: “angst is het omhulsel van moed”!
Anne Eekhout heeft zich wat mij betreft met deze, haar derde, roman geschaard, onder de Nederlandse top, zowel wat originaliteit als uitwerking betreft. Als er één literaire roman is die om verfilming schreeuwt, dan is deze het wel. Kom op producers!
Kees de Kievid