Onbegrip tussen zwart en blank

We wachten op de commandant – Elsa Joubert – vertaling: Rob van der Veer – Manuzio – 144 blz.

De eerste roman van Joubert die in het Nederlands werd vertaald was De zwarte dagen van Poppie Nongena; het aangrijpende levensverhaal van een vrouw in Zuid-Afrika. (Vertaald uit het Afrikaans door Aleid Swierenga) 1985. We wachten op de commandant is de tweede na vele jaren. In het Zuid-Afrikaans was het de debuutroman van Joubert en verscheen in 1963 als Ons wag op die kaptein. In 1982 verscheen de Engelse vertaling onder de titel To die at sunset. Een herziene versie verscheen in 2005 in de Klassiek-reeks van NB Publishers, waarvan dit boek de vertaling is. Het speelt zich af op een plantage in Angola en is gebaseerd op ware gebeurtenissen die werden gepubliceerd in een artikel over een boerderijaanval in Angola in de krant Die Transvaler in 1961. Het is intussen een bijna verplicht nummer op literatuurlijsten in het onderwijs in Zuid-Afrika en andere Afrikaanse landen.

Wie is de schrijfster? Elsabé Antoinette Murray Joubert werd geboren op 19 oktober 1922 in Paarl. Ze stamt af van Franse Hugenoten die in de zeventiende eeuw naar Zuid Afrika vluchtten. Ze studeerde aan de universiteiten van Stellenbosch en Kaapstad. Na haar studie werd ze lerares aan de Hoër Meisieskool in Cradock en een aantal jaren redacteur bij Die Huisgenoot. In 1948 maakte ze een reis naar Egypte en Europa tot 1950. Ze verdiende haar kost met werk voor de Verenigde Naties en de Zuid-Afrikaanse ambassade te Lissabon. Over haar vele reizen schreef zij zeven reisboeken. In 1950 treedt zij in het huwelijk met Klaas Steytler, journalist/schrijver. Elsa Joubert verzette zich samen met andere schrijvers tegen het apartheidssysteem en pleitte voor een betere behandeling van zwarte schrijvers – veel boeken van hen waren verboden.  Elsa en Klaas waren betrokken bij de oprichting van die Afrikaanse Skrywersgilde waarvan zij later ook voorzitter werd. Een belangrijke taak zagen zij in het verzet tegen de censuurwetten.

De roman vertelt voornamelijk het verhaal van een vrouw, Ana-Paula, die een paar jaar eerder de bruid werd in een liefdeloos huwelijk met Carlos Figueira, die twee bastaardkinderen, Pina en Goncalo, heeft uit een relatie met de zwarte vrouw Nga. Samen met hun bedienden aan de ene kant en de ‘bezetters’ aan de andere kant, wachten zijn onder een bloedhete zon op de Kapitein, die toestemming moet verlenen voor hun vernietiging. Het verhaal begint met een beschrijving van Ana-Paula. Zij voelt zich buitengesloten en onderdrukt. Troost vindt zij bij haar hondje Trixie. Ana weet dan al dat er problemen zijn ontstaan met de zwarten. Nadat zij Carlos heeft verweten voorman Jose Pereira, niet te ontslaan, besluit zij haar meningsverschillen met Carlos niet tot conflicten te laten komen en hem haar adviezen te onthouden. De angst neemt toe en Carlos gaat al zijn documenten inpakken.

Ze beginnen het huis in staat van verdediging te brengen, maar bezitten slechts twee geweren en één pistool. Dan komen er drie jeeps het erf oprijden. Van verdedigen komt niets bij zo’n grote overmacht. De zwarte ‘soldaten’ plunderen het huis en steken de schuur in brand, wat Ana-Paula aan vroeger doet denken en aan haar heimelijke minnaar Brandao. Na enige flashbacks ontwikkelen de gebeurtenissen zich in rap tempo. Er komt als het ware een muur tussen Ana-Paula en Carlos, wie zij wel veel te verwijten heeft. Intussen hebben de ‘soldaten’ Pina verkracht. (Waarom deden de soldaten haar wel wat aan en Goncalo niet?) Dan komt Nga op de proppen, die probeert Jose met een mes te lijf te gaan, omdat hij het is die haar van de plantage heeft verwijderd, maar ongelukkig genoeg treft ze Goncalo. Hij sterft. In de verte horen ze een helikopter aankomen met aan boord de Kapitein. Bij Carlos dringt het besef door wat er allemaal is misgegaan. De helikopter land in zo’n dichte stofwolk dat blank en zwart niet meer uit elkaar te houden zijn.

Ten tijde van de eerste publicatie was deze roman zeer vooruitstrevend. De anti-apartheid was nog maar net in opkomst. In deze roman stelt Joubert allerlei zaken tegenover elkaar: arm en rijk, blank en zwart en plaatst in het midden daarvan de vorstelijke boerderij als symbool. De samenleving van al die verschillende mensen wordt door de auteur indringend en met het nodige sentiment beschreven. Ze weet daarnaast een haast ondragelijke spanning te creëren, die uit moet monden in het (onuitgesproken) oordeel van de ‘Kapitein’. (Jammer dat de vertaler er ‘commandant’ van heeft gemaakt in overigens bijna perfecte omzetting naar het Nederlands).

Het is duidelijk waarom Joubert in haar land een grote naam heeft gekregen. Ook de autobiografische boeken die ze op latere leeftijd schreef zijn beslist de moeite van vertaling in het Nederlands waard. In 2020 overleed zij in Kaapstad aan de gevolgen van een coronabesmetting.

Kees de Kievid

Boek bestellen!

Andere recensies

Wij van de Ripetta – Tomas Lieske – Querido – 231 blz. In deze roman laat Lieske de Engelse schrijver en toneelspeler William Shakespeare naar Rome reizen. In werkelijkheid is hij daar nooit geweest, maar het levert een verrassend boek op als Shakespeare daar...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!
Het jaar van Bonk – Tiny Fisscher – Illustraties: Sophie Pluim – Volt – 314 blz. Wanneer Finn de nieuwe buurt vanuit een kastanjeboom door zijn verrekijker verkent, wordt hij ruw verstoord door Zwaan die het niets vindt om bespied te worden door een...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Kinderboeken
| Reageer!
Mijn boek vol slimme weetjes over dieren – Mathilda Masters & Kass VanderSande – Lannoo – 120 blz. Voor kinderen vanaf zes jaar is dit een heerlijk boek om antwoord te krijgen op vragen over de meest uiteenlopende dieren. Het is verdeeld in vijf...
Lees verder Categorie: Dieren & Natuur, Kinderboeken
| Reageer!