Leerzame biografie
Theo Thijssen (1879 – 1943) – Peter-Paul de Baar – Van Oorschot – 543 blz.
Het valt te prijzen dat uitgeverij Van Oorschot deze biografie met als ondertitel ‘Schrijver, schoolmeester, socialist’ heeft uitgegeven. Voor een dergelijke titel is slechts een nichemarkt, want wie is er nog geïnteresseerd in het leven van Thijssen? Een paar duizend liefhebbers misschien, die goede herinneringen hebben aan zijn boeken. Hoewel Thijssen veel meer heeft geschreven dan Kees de jongen zullen de meeste mensen alleen dat boek kennen. Het is niet bedoeld als kinderboek. Het boek moest destijds inzicht geven in het gedrag en denkwijze van een kind, een jongen in dit geval. Daarin is Thijssen heel goed geslaagd. De andere titels zijn in veelal vergetelheid geraakt, zoals Thijssen zelf ook wel een beetje.
Thijssen volgde een opleiding tot onderwijzer aan de Rijkskweekschool in Haarlem, hij behaalde zijn onderwijsakte op 28 april 1898, en was lange tijd als onderwijskracht werkzaam. Tijdens zijn hele werkzame leven heeft Thijssen steeds geprobeerd om de situatie op de lagere scholen (nu basisscholen) te verbeteren. Als bestuurder en politicus pleitte hij voor een betere opleiding van de onderwijzers en onderwijzeressen. De verkleining van de klassen heeft ook altijd zijn aandacht gehad en hij vond dat de leerkracht zich niet moest vastklampen aan leerboeken, maar zelf de les vorm moest geven. De lesstof moest worden aangepast aan de leerlingen. Aardrijkskunde, zoals het leren van allerlei grondsoorten, vond hij onzin. Dat vak kon wel worden afgeschaft. Het moest allemaal om taal (lezen en schrijven) en rekenen draaien.
Als derdejaarsstudent begon Thijssen samen met zijn vriend Ay Tol een weekblad. Het zou Baknieuws gaan heten met als ondertitel ‘Weekblad voor den vroolijken bakkeling’ (student aan de Rijkskweekschool). Er kwamen in totaal tien nummers. Na Baknieuws zouden er nog vele bladen volgen waaraan Thijssen een bijdrage zou leveren, meestal in de redactie en vaak als schrijver. De meeste van zijn boeken, waaronder Kees de jongen waren in eerste instantie feuilletons in de bladen die voor het merendeel gewijd waren aan onderwijszaken.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog was Thijssen even onderwijzer af. In 1914 werd hij gemobiliseerd. Hij belandde in Fort Amstelhoek, aan de Drechtdijk, onderdeel van de Stelling van Amsterdam. In 1914 werd het bewoond door zo’n 250 man. Thijssen had de rang van korporaal. Mede dankzij zijn status als onderwijzer werd hij bibliothecaris, verlofregelaar, foerier en waarnemend administrateur. Mannen uit allerlei beroepen werden in die tijd weer even onderdeel van het leger. Goede sociale voorzieningen waren er niet en velen kwamen in financiële nood, omdat hun werkgevers de betaling stopzetten. Voor Amsterdamse onderwijzers was wel een goede regeling. Zij kregen hun salaris doorbetaald met aftrek van de soldij. Thijssen stond mede aan de basis van een ondersteuningsfonds voor gemobiliseerde mannen die een vrouw en kind(eren) moesten achterlaten met te weinig geld.
In de ondertitel gebruikt De Baar de term ‘socialist’ maar Thijssen was lid van de SDAP, de Sociaal Democratische Arbeiders Partij, en valt dus beter te definiëren als ‘sociaal democraat’. Hij zat jarenlang in de Tweede Kamer onder Jan Willem Albarda en later nog onder Willem Drees. Uiteraard behartigde hij de zaken die het onderwijs betroffen. Dit deed hij ook in de gemeenteraad van Amsterdam. Hij had de pech dat de regeringen allemaal rechts waren. De standpunten van de SDAP werden aangehoord, maar nooit uitgevoerd. Eind jaren twintig en ook later werd er flink bezuinigd op onderwijs. De salarissen van onderwijskrachten gingen omlaag, de klassen werden vergroot tot soms wel 45 leerlingen, terwijl dat begin jaren twintig nog 25 was. Het resultaat was dat er veel onderwijzers werkeloos werden. In zijn woonplaats Amsterdam probeerde Thijssen het onderwijs ook te verbeteren en nam hij het op voor gezinnen en kinderen die weinig geld hadden. Er was bijvoorbeeld behoefte aan schoeisel voor schoolgaande kinderen. De rechtse, christelijke regering, wilde weinig geld beschikbaar stellen. Er was geld voor klompen. Arme kinderen moesten maar op klompen gaan lopen, zodat voor iedereen zichtbaar was dat ze uit gezinnen kwamen met een uitkering of een laag inkomen.
Er komt in de biografie niet naar voren dat Thijssen moedeloos werd van alle tegenwerkingen van rechtse regeringen. Thijssen heeft zich daar niet over uitgelaten. Na de Februaristaking van 25 en 26 februari 1941 werd bijna de gehele gemeenteraadsfractie van de SDAP opgepakt. Thijssen belandde in de cel. Op 9 april 1941 kwam hij weer vrij. De gevangenschap had hem behoorlijk geraakt. Vermagerd en uitgeput kwam hij thuis. Hij zette nog een keer een plan voor een boek over een joods gezin in de oorlog, op papier, maar werkte dat nooit uit. Hij kreeg hartproblemen en op donderdagavond 23 december was zijn leven voorbij.
Peter-Paul de Baar heeft een gedegen biografie geschreven, die mijns inziens wel wat korter had gekund. Er is weinig bekend over Thijssens gezinsleven en dus ging De Baar ook op zoek naar feiten over zijn kinderen. Vaak zijn die weetjes niet bijster interessant. Ook de erg uitgebreide beschrijvingen van alle bladen waar Thijssen aan heeft meegewerkt, en met wie hij in de redactie zat, hadden korter gekund. Niet erg soepel geschreven, maar toch goed leesbaar. Voor de liefhebber van Thijssens werk is deze biografie een mooie aanvulling op Thijssens autobiografie In de ochtend van het leven.
Boek bestellen!