Dappere, doorzettende dames

De Franse boekenbrigade – Janet Skeslien Charles – Vertaling: Mieke Trouw-Luyckx – Luiting – Sijthoff – 350 blz.

Het is waarschijnlijk niet zo bekend dat ruim honderd jaar geleden de bibliotheken in de wereld bijna uitsluitend gericht waren op volwassenen. En dan ook nog voornamelijk ontwikkelde volwassenen, de elite, want boeken voor de lagere klassen werden amper geschreven en als ze er waren, kwamen ze niet in een bibliotheek terecht. Er waren over de hele wereld wel bibliotheken, zoals de New York Public Library (NYPL), waar afdelingen waren met kinderboeken, maar dat waren uitzonderingen en de boeken die er stonden, waren zorgvuldig geselecteerd en ze moesten van hoog niveau zijn. Ze stonden ergens achterin in het gebouw en mochten alleen met advies aan de ouders worden uitgeleend. Kinderen zonder begeleiding werden niet toegelaten.

In de tijd waarin dit boek speelt, aan het eind van de Eerste Wereldoorlog (1918), stonden de boeken vaak op planken achter glas en alleen een bibliothecaris mocht ze pakken en uitlenen. Dit was een doorn in het oog van het hoofdpersonage in De Franse boekenbrigade, de Amerikaanse Jessie ‘Kit’ Carson. Op uitnodiging Le Comité américain pour le regions dévastées, hier afgekort tot CARD gaat Carson als vrijwilliger naar Frankrijk om er, vlak achter de frontlinie, te helpen met het opzetten van een bibliotheek in Blérancourt. Carson is een historisch personage (achter in het boek staat meer informatie over haar). CARD wordt geleid door twee dames, Anne Morgan, de dochter van bankier J.P. Morgan en haar vriendin Anne Murray Dike. Met het geld van haar vader en andere rijke sponsors helpen de twee Annes met hulpgoederen in het gedeeltelijk verwoeste gebied. Ze verstrekken kleding en voedsel, maar geestelijk voedsel hoort daar volgens hen ook bij, vandaar de bibliotheek.

Jessie Carson komt over als een aardige, dappere doorzetter, die het tegen de stroom van autoritaire, betweterige mannen, lukt om behalve in Blérancourt op nog meer plaatsen bibliotheken te stichten. Ook bedenkt ze rijdende bibliotheken, omgebouwde ambulances die, de afgelegen dorpen van boeken voorzagen. Met vooral veel aandacht voor kinderboeken.

Er is nog een tweede lijn in het boek en die speelt in 1987. Wendy Peterson (het alter ego van Janet Skeslien Charles) werkt op een afdeling waar ze boeken digitaliseren. Dat betekende destijds dat ze op microfilm werden vastgelegd. Het liefst wil Wendy schrijfster worden en ze volgt dan ook een cursus Creatief Schrijven die gegeven wordt door de heer Hill. Hill is waarschijnlijk zelf een mislukt schrijver en een zure man die de schrijfsels van de cursisten continue afkraakt.

“’Ik bereid jullie voor op een leven als schrijver,’ zegt Hill tegen ons. ‘Zorg dat je gewend raakt aan kritiek en pijn. Aan genegeerd worden. Aan beoordeeld worden door anderen.’…’Redacteuren zijn dol op je tot ze je laten vallen,’ vervolgt hij. ‘Ze prijzen je schrijfwerk tot ze een volgend talent vinden, een ster die jonger en glanzender is dan jij.’”

Deze ontmoedigende woorden van leraar Hill weerhouden Wendy Peterson er niet van om toch te proberen schrijfster te worden. Bij het digitaliseren stuit ze op CARD. Ze raakt gefascineerd door de organisatie en doet, samen met haar vriend Roberto onderzoek in de archieven van de NYPL. Ze halen veel feiten boven water en ontdekken dat een Frans lid van CARD, Marcelle Moreau, in New York woont. Wendy Peterson mag langskomen en interviewt haar. Moreau verstrekt een schat aan gegevens over de omstandigheden en de mensen van CARD vanaf 1918. Met alle documenten erbij is er genoeg materiaal om een boek te schrijven.

De Franse boekenbrigade is een geslaagd papieren monument voor Jessie Carson, Anne Morgan en Anne Murray Dike. De twee Annes hadden duidelijk een lesbische relatie, maar dat diept de schrijfster niet uit. Janet Skeslien Charles heeft zich goed kunnen verplaatsen in de twee tijdszones, 1918 en 1987. Ze vertelt in het nawoord dat zij tien jaar research nodig had om deze roman te kunnen schrijven. Die research betaalt zich uit en resulteert in een meeslepend verhaal dat een bijna vergeten liefdadigheidsorganisatie terecht in het zonnetje zet.

Pieter Feller

Boek bestellen!

Andere recensies

Kip op je kop – Jowi Schmitz – Illustrator: Jeska Verstegen – Querido – 119 blz. Jowi Schmitz is auteur van zowel jeugdboeken als voor volwassenen. Zij studeerde Culturele studies en is naast auteur ook theaterrecensent. Zij heeft voor haar werk onder andere de...
Lees verder Categorie: Jeugdboeken
| Reageer!
SALOMON – Jacqueline Zirkzee – Nobel Boeken – 240 blz. Volgens de uitgever  is SALOMON een dystopisch verhaal over de wereld ná de Toeslagenaffaire, speculatieve fictie met thrillerelement. Wat mij betreft is het veel meer dan dat. De lezer duikt in het leven van...
Lees verder Categorie: Dystopie, Roman
| Reageer!
Wat ik allemaal zou kunnen zeggen – Tiny Fisscher & Katrin Laureijssens – Illustraties: Eva Neirynck – Samsara – 68 blz. Achttien hoofdstukken staan er in dit boek. Te beginnen met het hoofdstuk ‘De vraag’ en eindigend met het hoofdstuk ‘Het antwoord’. De hoofdstukken...
Lees verder Categorie: Filosofie, Kinderboeken
| Reageer!