Martin Bril, zijn leven lang een schelm
De schelmenjaren van Martin Bril – Astrid Theunissen – Meulenhoff – 212 blz.
In de biografische schets De schelmenjaren van Martin Bril toont Astrid Theunissen een impressionistisch portret een van Neerlands beste columnisten. Zijn weduwe Anneke Stehouwer en haar dochters hebben niet aan het boek meegewerkt. Jammer, want zij hadden het beeld van een niet heel aangename Bril, dat nu naar voren komt, misschien een beetje kunnen bijstellen. Hoewel Bril een briljant schrijver op de korte baan was, blijkt hij niet een heel aimabel mens te zijn geweest, volgens dit boek.
Na een kort studentenleven in Groningen waar hij Dirk van Weelden ontmoette tijdens de studie filosofie, ging hij naar Amsterdam en volgde hij de filmacademie. Bril bleek goed in het schrijven van scenario’s, maar in regisseren blonk hij niet uit en op de set had hij geen idee hoe hij acteurs moest instrueren. Met studievriend Van Weelden schreef hij Arbeidsvitaminen: Het ABC van Bril & Van Weelden(1987). Het was de tijd dat hij veel omging met kunstenaar Rob Scholte die hij bewonderde om de manier waarop hij zijn kunst aan de man wist te brengen. Het was een periode waarin drank en drugs en vrouwen een belangrijke rol speelden. Bril ontspoorde behoorlijk. Alles keerde min of meer ten goede toen hij toenmalig hoofdredacteur van Het Parool Matthijs van Nieuwkerk ontmoette. In 1997 moest hij drank en drugs afzweren en kreeg hij een column in Het Parool.
Volgens velen in dit boek, was Bril heel berekenend. Zo koos hij ook zijn ‘vrienden’ uit om verder te komen in het leven. Had hij iemand niet meer nodig, dan werd hij snel aan de kant gezet en vergeten. Ook wordt hij verlegen genoemd en sociaal onhandig. Maar hoe verlegen is iemand die een autohandelaar zover krijgt om een Volvo af te staan, met de belofte dat merk regelmatig in zijn stukjes te noemen? Hoe verlegen en sociaal onhandig is iemand die nogal wat vrouwen versierde en versleet en bijvoorbeeld ook veel plezier had op toneel?
Op de achterflap wordt Bril ook kwetsbaar genoemd. Mislukkingen brachten hem uit zijn evenwicht. In elk geval heeft Theunissen niet veel op met die kwetsbaarheid, want dat is een facet in het boek dat een beetje onderbelicht blijft.
Uit het beeld dat werd samengesteld uit citaten uit interviews en gesprekken met meer dan vijftig mensen waaronder zijn beste vriend Dirk van Weelden, zijn zus Elfriede Bril en schrijvers Joost Zwagerman, Bart Chabot en Ronald Giphart, rijst een man op die heel lang wist wat hij wilde worden, schrijver/kunstenaar, maar die relatief laat ontdekte dat het schrijven van romans te hoog gegrepen was en dat de korte stukken, de columns zijn fort zouden zijn. Toen hij daar eenmaal achter kwam, vervolmaakte hij zijn manier van schrijven en werd een van de populairste columnisten van Nederland. Uiteindelijk belandde hij bij De Volkskrant. Voor die krant kon hij het hele land doorreizen met zijn Volvo, ergens de sfeer opsnuiven en noteren wat hij zag en dacht. Dat lijkt simpel, maar alleen Martin Bril kon dat op een briljante manier.
Bril kreeg twee keer kanker en de tweede keer overleefde hij de ziekte niet. Hoewel hij al doodziek was, leek hij de ziekte te ontkennen en werkte gewoon door aan zijn dagelijkse column voor De Volkskrant. Hij mocht zelfs, in de laatste week van zijn leven, nog een paar keer op de voorpagina staan. De columns werden, door de morfine die de pijn moest dempen, toen nogal warrig. Bril vond zijn leven mislukt. Hij was geen groot schrijver geworden, hij was geen goede vader voor zijn dochters en geen goede echtgenoot voor Anneke geweest.
Astrid Theunissen heeft twee jaar aan dit boek gewerkt en ik vind het heel geslaagd en lekker leesbaar. Het is knap hoe ze al die fragmenten, flarden en feitjes rangschikt en een behoorlijk compleet beeld van Martin Bril neerzet. Het is een smeuïg boek geworden, dat leest als een schelmenroman.
ik heb hem natuurlijk nooit gekend.maar hij leek mij een bijzonder mens,die echt geleefd heeft,qua boeken heb ik alleen zijn boek over zijn huis in frankrijk gelezen,meer omdat een vriendin van mij die richting zat te denken.en dat is er nooit van gekomen