Allesbehalve zoet

Suikerspin – Derk Visser – Gottmer – 128 blz.

SuikerspinEzra en Zoë zijn twee zusjes van 12 en 8 jaar die het niet gemakkelijk hebben. Hun vader is terug van een oorlog waarin hij heeft gevochten. Eenmaal thuis heeft hij af en toe hevige woede-aanvallen om dan weer lang te zwijgen. Niet echt een vader zoals je die wenst als kind. Moeder werkt in een winkel, ze is niet veel thuis.
De meisjes reageren heel verschillend op deze situatie. Zoë plast geregeld in haar broek, ook overdag, en Ezra probeert haar zusje te beschermen tegen mensen die zich daarmee bemoeien en kinderen die haar uitlachen en pesten. Zelfs als ze bij de psychologe zit en creatieve dingen moet maken, vindt ze dat Zoe daar beter kan zitten. Ezra heeft niet door, of wil niet doorhebben wat de situatie met haar doet.

Toch is dat wel degelijk het geval. Als ze op de kermis is met haar zusje, zijn haar overpeinzingen, alleen dat feit al, heel anders dan die van de gemiddelde 12-jarige:
“In ieder botsautootje dat hem ramt, kan een autobom verstopt zijn. In het spookhuis liggen lijken. En het ergst is de schiettent. Als hij daar mannen met een geweer ziet staan, valt hij aan. Of hij zoekt dekking achter de oliebollenkraam. Dat wil je ook niet.”

Ze lijkt op het eerste gezicht een heel normaal meisje, maar op het moment dat haar vader weer een woede-uitbarsting heeft, is het echter wel duidelijk dat het Ezra ook niet onberoerd laat. Het is zo erg dat haar moeder, als ze klappen heeft gehad van de vader, besluit met de meisjes naar een Blijf-van-mijn-lijf-huis te vertrekken. Zoe gaat meteen mee, maar Ezra blijft bij haar vader. Hij is degene die hulp nodig heeft, vindt ze, dan laat je hem niet zomaar in de steek.

De keus is niet aan haar, ze wordt opgehaald door een politie-agent en een maatschappelijk werkster. De agent zorgt voor een flinke schok omdat ze wel eens dingen doet die niet door de beugel kunnen. Ze brengen haar alsnog naar het Blijfhuis. De beschrijving ervan is van een grote troosteloosheid; het is wel duidelijk dat je daar niet voor je lol gaat zitten. Toch loopt het hoopvol af voor het gezin waarvan de meiden deel uit maken.

Lezers die eerder boeken van Derk Visser hebben gelezen, zullen zijn stijl onmiddellijk herkennen: de sobere zinnen waarin geen woord te veel staat, de heldere dialogen, zo uit het leven gegrepen en het schrijnende verhaal. Altijd kinderen in treurige omstandigheden, zonder dat Visser doorschiet in larmoyant taalgebruik. En toch, de hoop, de suikerspin, maakt dat je ook dit verhaal kunt verdragen. Het leven zoals het voor sommige kinderen nu eenmaal is.

Hanneke de Jong

Andere recensies

Roos, vis, gum – Mary Heylema & Milou Trouwborst – Samsara – 32 blz. Wat een origineel en ook heel nuttig prentenboek. Je hebt na het lezen meteen begrip voor kinderen met héél veel fantasie, die in de groep waar ze leren schrijven al...
Lees verder Categorie: Prentenboek
| Reageer!
De tsarina van Bergen – Rene van der Heijden – Hollands Diep – 286 blz. In 1854 wordt Marie van Reenen-Völter geboren in Esslingen am Neckar, een stadje midden in Europa. Op elfjarige leeftijd overlijdt haar vader. Marie dweepte met hem. Ze is als...
Lees verder Categorie: Levensverhaal, Non-fictie
| Reageer!
De verkavelingen – Arthur Goemans – Horizon – 352 blz. Het boek begint onheilspellend. In 2020 wordt in de Wildaalse Vaart, die door droogte historisch laag staat, een damesfiets gevonden. Aan de fiets zitten nog de tassen met daarin halfvergane kleren. Tussen de smurrie...
Lees verder Categorie: Literatuur, Roman
| Reageer!