Als herinneringen niet verdwijnen
De onzichtbare jongen – Bernlef – Querido – 188 blz.
Aan het begin van de zesde klas van meester Waas, komt er ineens een nieuwe jongen op school, Max Veldman. Het jaar is 1947. Hij komt uit Haarlem en zijn vader heeft een baan op de afdeling reclame bij chocoladefabriek Blooker. De Amsterdamse kinderen vinden hem een rare snuiter. Hij is briljant in hoofdrekenen, ziet weinig in sport en krijgt op een dag ook nog eens een bril. Alleen Wouter van Bakel raakt, ondanks het feit dat ze heel verschillend zijn, bevriend met Max.
Bernlef schrijft het op in zijn sobere, laconieke stijl. Niet geheel toevallig zijn de beide jongens in hetzelfde jaar geboren als Bernlef zelf. Hij kent die tijd uit eigen ervaring en weet zich nog treffende details te herinneren die de authenticiteit van het verhaal, hoewel het natuurlijk fictie is, vergroten. Zoals de binnenkomst van meester Waas.
‘Meester Waas kwam de klas binnen, gejaagd als altijd, zijn achterovergekamde dunne bruine haar nog nat. Iedere ochtend trok hij tien baantjes in het Sportfondsenbad West achter de Jan Evertsenstraat. Hij gooide zijn op de hoeken versleten bruine aktetas met een harde klap op tafel en riep de nieuwe jongen met een gebiedend handgebaar bij zich op het podium. Toen hoorden we voor het eerst zijn naam. Natuurlijk moesten de meiden weer giechelen, maar wat viel er nu te lachen om zo’n doodnormale naam als Max. Max Veldman.’
Zoals gezegd blijkt Max niet een doodgewone jongen. Hij heeft een fotografisch geheugen en kan zomaar een muziekstuk naspelen als hij het een keer gehoord heeft. Hij is als sleutelkind, veel alleen thuis en doet kleine natuurkundige experimenten. Zijn favoriete boek is De onzichtbare man van H.G. Wells. Max wil zelf onzichtbaar worden. Hij is gefascineerd door de onzichtbare wind, die alleen zichtbaar wordt als er een voorwerp in beweging gezet wordt.
Wouter daarentegen, die aanvankelijk op voetbal zit, wil steeds sneller gaan lopen. Hij wordt lid van atletiekvereniging AFC en het lukt hem om zijn 100-metertijd telkens verder aan te scherpen. Hij komt daar bijzonder ver mee en wordt getraind door Jan Blankers, jawel de man van Fanny Blankers-Koen, die zelf ook nog even in het boek voorkomt.
Na de middelbare school raken de twee vrienden elkaar uit het oog, tot ze elkaar op een voor beiden zeer tragisch moment in hun leven weer treffen. Max wordt werkelijk onzichtbaar en Wouter komt dan eindelijk aan de weet welke tragedie het lot van zijn vriend heeft bepaald.
Bernlef is een economisch schrijver. Van hem is de uitspraak ‘Geef me en boek en ik maak het dunner’. Bij hem geen franje en overbodige uitweidingen. Je wordt als lezer niet opgezadeld met informatie die er niet toe doet. Nee, bij Bernlef valt er geen mus van het dak als dat geen functie heeft. Zijn boeken zijn altijd overzichtelijk, strak van schema en van een hoog niveau, zoals hij ook met De onzichtbare jongen weer bewijst!
Boek bestellen!