Bernlef was een groot vakman
De een zijn dood – Bernlef – Querido – 203 blz.
Hersenschimmen was natuurlijk zijn meesterwerk. Het boek viel ongeveer midden in zijn oeuvre. Gelukkig niet aan het begin, want niets is erger dan een debuut schrijven waar je nooit meer overheen komt. Je ziet veel dat kunstenaars een hekel krijgen aan een kunstwerk dat boven de rest van hun oeuvre uitsteekt, omdat iedereen daar altijd over begint. Bernlef had die afkeer niet. Hij besefte dat hij veel te danken had aan Hersenschimmen en werd niet kribbig – hij was sowieso geen kribbig man – als iemand er weer eens over begon.
Het meesterwerk dat Hersenschimmen overtrof, kwam er dus niet meer. Helemaal niet erg, want je kunt gerust elk boek van hem lezen en je een aantal uren kostelijk vermaken en daar gaat het toch voornamelijk om als je een boek ter hand neemt.
De combinatie van èn zorgvuldig èn mooi taalgebruik èn een goed verhaal zie je niet altijd. Veel verhaalideeën zijn leuk, maar niet mooi opgeschreven, of iemand kan heel mooi schrijven, maar ontbeert goede ideeën, waardoor er nogal wat literaire boeken ontstaan die saai zijn.
In De een zijn dood is het idee goed en het is mooi uitgewerkt. Oud-rechercheur Wim Terlinde en zijn compagnon Henk Takema hebben een bedrijfje, Erf en Recht, opgezet om nabestaanden van overledenen op te sporen die geen testament hebben nagelaten en van wie de erfgenamen niet bekend zijn. Als zij de erfgenaam opsporen, claimen ze 15% van het nagelaten geld. Wordt er niemand gevonden, dan vervalt het geld aan de belastingdienst, de grote vijand van de firma Erf en Recht.
Terlinde gaat op zoek naar de nabestaanden van Roderick Vos, de overleden eigenaar van een drukkerijtje in Deventer. Vos drukte o.a. boeken van mensen die ze in eigen beheer uitgaven. Terlinde reist het hele land door op zoek naar mensen die de drukker gekend hebben en die eventueel iets weten over zijn verwanten. Vos blijkt een gesloten man te zijn geweest die anderen weinig vertelde over zijn privéleven. Gelukkig bewaarde hij van alle gedrukte boeken een exemplaar en Terlinde spoort een aantal schrijvers op. Uiteindelijk komt hij op het spoor van een nichtje. Zij is het enige nog levende familielid en de gelukkige die een paar ton kan erven. Terlinde reist heel Europa door en spoort haar op. Eind goed al goed, zul je denken, maar dan komt er een verrassende wending in het verhaal. Daar kan ik niet teveel over vertellen.
Uiteindelijk verwerkt Bernlef er thrillerachtige elementen in. Hij kruipt in de huid van twee jonge vrouwen en van een Schotse rechercheur. Het boek bestaat dus uit vier delen, allemaal vanuit de ik-persoon geschreven.
Bernlef zet alle karakters geloofwaardig neer en ook de bijfiguren blijven niet van bordpapier, maar hij blaast ze leven in door ze een karakter en een verleden te geven, zoals de eigenaresse van het Bondsjöhotel in Härnösand in Zweden.
Ook prachtige natuurbeschrijvingen in Zweden en Schotland, die nooit te lang zijn, kun je aantreffen in dit boek. De een zijn dood is een prachtige compositie. Gelukkig heeft Bernlef, winnaar van zowel de Constantijn Huygensprijs als de P.C.Hooftprijs, een groot oeuvre nagelaten, dat hopelijk nog lang gelezen zal worden.
Pieter Feller