De minder bekende broer van Jack – Barbara Trapido
Burgermeisje komt in bohemien gezin
De achttienjarige Katherine, een meisje uit een gewoon middenklasse milieu, gaat filosofie studeren. Ze ontmoet haar hoogleraar filosofie Jacob Goldman. Niet lang daarna ontmoet ze ook John Millet, een huisvriend van de Goldmans. Ze worden uitgenodigd om te komen logeren. Voor Katherine is het een kennismaking met een bohemienachtig milieu. Hoewel alles nieuw is voor haar, vindt ze het wel fascinerend.
Op de terugweg van de logeerpartij rijdt John naar een hotel en boekt een kamer voor de nacht. Gelaten laat ze zich ontmaagden. ’s Ochtends zet hij Katherine af bij een metrostation.
“’Je hoort nog van me,’ zegt hij.”
Thuis vraagt haar moeder hoe het is geweest. Katherine zegt alleen dat het ‘leuk’ was.
Moeder
In De minder bekende broer van Jack ontdekt Katherine een wereld die haaks staat op haar eigen opvoeding. Waar haar moeder strak in de regels zit, leven de Goldmans in een vrolijke chaos: een groot huis vol stapels boeken, kranten, muziek, wankel meubilair, modderige laarzen en een aanrecht vol vuile vaat. Het is ongepolijst, rumoerig en warm – en precies de plek waar Katherine zich meteen thuis voelt. De kleurrijke Jane Goldman, die in het begin van het verhaal in de slaapkamer haar zesde kind baart, heeft haar aristocratische familie de rug toegekeerd. De Goldmans waren Joods en ontsnapten op het nippertje aan nazi-Duitsland. Jane geeft niets om status of uiterlijk vertoon. Het is een verademing voor Katherine. Ze wordt verliefd op de oudste zoon, Roger, maar als die na een paar maanden de relatie beëindigd, vertrekt ze ontredderd en met liefdesverdriet naar Rome om Engelse les te geven. De hoofdstukken in Rome zijn het minst interessant.
Terugkeer
Tien jaar later keert Katherine terug naar Engeland, waar ze de banden met de Goldmans opnieuw aanhaalt. Vanaf dat moment komt de humor in het verhaal terug en spat de levendigheid van de pagina’s. Trapido laat zien dat dit niet zomaar personages zijn, maar mensen van vlees en bloed: grofgebekt, slim, scherpzinnig en heerlijk onconventioneel. Met meesterlijke dialogen en warme ironie schildert ze een portret van een familie van buitenbeentjes waar je het liefst zelf bij zou willen horen.
Barbara Trapido schreef het boek aan het begin van de jaren tachtig en hoewel de losse jaren zeventig er duidelijk in doorheen schemeren, doet het boek nog steeds modern aan.