Buiten de maatschappij

Buitendijks – Toine Heijmans – Pluim – 336 blz.

Hoe komt een schrijver op het idee om een verhaal te schrijven over een man die in de uiterwaarden bij Nijmegen woont? Het verhaal van zijn oom Henk Verkaart zette Toine Heijmans op het spoor. Oom Henk raakte op zeventigjarige leeftijd dakloos en belandde in de uiterwaarden bij Druten waar hij tien jaar naar tevredenheid leefde, tot hij ziek werd. De uiterwaarden worden gezien als het laatste stukje wildernis van Nederland, het is aangeslibd land waar de natuur zijn gang kan gaan. Het is vaak drassig en er komen soms overstromingen voor.  Een paradijs voor vogels, vissen, zoogdieren, planten en bomen. Hoe overleef je daar als mens?

Een klein paradijs

Willem de Waal, hoofdpersoon in Buitendijks, is vijfentwintig jaar oud en in de kracht van zijn leven. Over zijn verleden komen we weinig te weten, behalve dat hij als kind al een grote behoefte voelde om buiten te zijn. Overnachten in een tentje in de tuin van zijn ouders was een geliefde bezigheid. Hij heeft het niet van een vreemde, want zijn ouders houden ook van kamperen, maar wel op gewone campings. Willem woont in het begin van dit verhaal in een groen tentje in de uiterwaarden. Hij heeft een kuil gegraven, die hij zijn koelkast noemt, waarin hij zijn voedsel bewaart. Zijn hond Fido is zijn kameraad. Hij redde hem van de verdrinkingsdood toen die als pup in een plastic zak langsdreef. Fido’s broertjes en zusjes waren al dood. De rivier is in dit verhaal de levensader voor Willem. Veel dingen die aanspoelen kan hij gebruiken. Voedsel, zoals komkommers, maar ook schoenen, een parasol, planken en zo meer. Maar de rivier kan ook voor dood en verderf zorgen met overstromingen.

Onrust

Willem de Waal is niet de enige die er bivakkeert. Er is de kleine crimineel Ronny die er in een boomhut woont. Er zijn Letten, ontslagen buitenlandse arbeiders, die een eind verderop een kampement hebben. In het gebied lopen Konikpaarden en een wolvin heeft er haar hol. Regelmatig duikt er een zeehond duikt op in de rivier. Willem ziet soms een elft, een zo goed als uitgestorven vis. De paarden worden wekelijks bijgevoerd met oud brood, waarvan een gedeelte nog goed te eten is en daar maakt Willem gebruik van. Hij haalt af en toe een ganzenei uit een nest om daar een omelet van te bakken en hij heeft een kleine waterzuiveraar, want hoewel de rivier nog vol leven zit, is het water voor de mens niet drinkbaar. Willem de Waal leeft er vredig, maar daar komt in Buitendijks al snel een einde aan als er mannen komen die de boel opmeten en zijn lievelingsboom, een zwarte populier, merken met blauwe verf. Blauw is een veilige kleur, denkt Willem. Rood betekent immers kappen, zoals zijn vader hem vroeger leerde.

Verhuizen

Op een dag wordt zijn gebied ontruimd. De Letten, nog wat andere zwervers en Willem worden opgepakt en afgevoerd. Ze worden tijdelijk vastgehouden. Als Willem naar zijn stukje land terugkeert, zijn grote machines al bezig om alles overhoop te halen. Er moet een overloopgeul gegraven worden, want alleen de dijk verhogen werkt niet meer. Het overtollige water van de rivier moet via extra gegraven geulen zijn weg naar zee kunnen vinden. Willems tentje wordt vernield en zijn lievelingsboom, de zwarte populier, wordt omgezaagd. Voor hem zit er niets anders op dan te verhuizen. Uiteindelijk vindt hij een stuk buitendijks land waar hij denkt te kunnen gaan wonen. Er staat een oude steenfabriek en er is genoeg materiaal om een hutje te bouwen. Maar sinds de landmeters, de boswachter en de politie zijn langs geweest, gaan steeds meer mensen zich met hem bemoeien. Haan, de eigenaar van de steenfabriek en van het stuk land waarop hij bivakkeert, heeft het goed met hem voor. Hij heeft een betonfabriek en biedt Willem een baan aan. Ook zijn ouders oefenen lichte druk uit om eindelijk eens een gewoon lid van de maatschappij te worden, met een adres en een bankrekening.

Ontknoping

Heijmans werkt toe naar een heftige ontknoping. Willem zit met Fido op het dak van de oude steenfabriek. De herfstluchten worden donker en dreigend, en de rivier zwelt. Tegen dit natuurgeweld is niet veel bestand.
Heijmans’ stijl blinkt in dit boek vooral uit door de bijzondere natuurbeschrijvingen. Het water van de rivier, de lucht(en) erboven, maar ook de planten en dieren, en dat zijn er nogal wat, worden door hem prachtig beschreven.

“Warkruid overmeestert geelachtig de struiken, het is een parasiet, de stengels wurmen zich om tere delen heen en zuigen ze leeg. Het groeit maar door in brede rollen, net prikkeldraad, straks gaat het bloeien met kleine, roodachtige bloemen, als sarrende ogen.’

Toine Heijmans levert met zijn vierde roman, Buitendijks, het bewijs dat hij thuishoort bij de top van de Nederlandse literatuur.

Pieter Feller

Boek bestellen!

Andere recensies

Het oude Rome in vijftig monumenten – Paul Roberts – vertaling: Joost van der Meer en Bill Oostendorp – Omniboek – 256 blz. Het oude Rome in vijftig monumenten biedt een originele kijk op de rijke geschiedenis van de Eeuwige Stad. Door middel van...
Lees verder Categorie: Geschiedenis, Non-fictie
| Reageer!
Achtervolgd door de dood – Gunnar Staalesen – Vertaling: Lucy Pijttersen – Marmer – 346 blz. Dit boek van Staalesen is het dertiende deel met in de hoofdrol Varg Veum. Veum is een in Bergen woonachtige privĂ©detective die een kantoortje heeft in een gebouw...
Lees verder Categorie: Thrillers & Spanning
| Reageer!
Rinus – Ingrid en Dieter Schubert – Hoogland & Van Klaveren – 32 blz. De prentenboeken van Ingrid en Dieter Schubert zijn allemaal de moeite waard. Ook dit boek is weer heerlijk om samen met een peuter of kleuter te bekijken en voor te...
Lees verder Categorie: Boek van de week, Prentenboek
| Reageer!